
mogelijke tekenen van vriendfchap en goedheid
en zonden hem, na enigeri tijd, terug met veele ge-
fehenken voor zijne makkers. Zoo dra hij in zijne
kano terug gekeerd was, begon het volk in
alle de overige te dansfen, doch of zulks een teken
van vijandfchap of vriendfchap ware, konden
wij met geene zeekerheid bepaalen, want wij hadden
hen zien dansfen in eene neiging tot vrede eö
in eene tot oorlog. Zij begaven zig egter in korten
tijd weder naar hunne fterkte en kort daarop
gong ik aan wal met de meeste van de Heeren, in
het diepst van den inham , regtover het fchip.
Wij vonden eenen fraaien droom van uitmuntend
water en hout in den groocflen overvloed,
want het land was alhier maar een enkel bosch
van gpoote uitgeflxektheid. Alzoo wij den zegen
medegebragt hadden , trokken wij dien eens of
tweemaalen en met zulk eenen goeden uitdag, dat
wij omtrent drie honderd ponden visch van ver-
fchillende foorten vongen, die onder het fcheeps-
volk gelijklijk verdeeld Wierd.
Met het aanbreeken van den dag, terwijl wij
bezig waren het fchip te krengen, kwamen ’er
drie kanoos naar ons af, hebbende meer dan honderd
mannen aan boord, behalven nog verfchei-
den van hunne vrouwen, welke wij blijde waren
te zien, naardien zulks in het algemeen een teken
van vrede is; maar kort daarop wierden zij zeer
lastig en gaven ons reden om enig kwaad van hun
te
te vreezen tegens het; volk, dat in onze floepen
langs het fchip lag. Terwijl wij in deezen toe-
ftand Waren, wierd de groote floep naar den wal
gezonden met enige water-vaten en, alzoo fom-
mige der kanoos hen tragteden te volgen, vonden
wij het nodig hun een fchrik aantejaagen door enige
(haphaan - fchooten : zij waren zoo verre dat
hét onmogelijk was hen te kwetfen, {egter had
onze vermaaning haare uitwerking en zij lieten af
van hen te vervolgen. Zij hadden enige visch in
hunne kanoos, die zij nu te koop aanbooden, en
welke wij, fchoon zij Honk, hun afkogten; hiertoe
wier ’er een man in eene kleine boot naar hen
afgezonden en zij handelden enigen tijd met zeer
veel goede trouw. Eindelijk evenwel nam een
van hun zijne kans waar en greep naar een papier,
dat onze koopman in zijne hand hield, en hetzelve
misfende, zettede hij zig terftond in ftaat van tegenweer,
zijn’ patQQ-pateo zwaaiende en zig ge-
laatende als o f hij wilde flaan; men fchoot toen
van het fchip op hem met hagel, van welken enige
korrels hem aan de knie raakten: dit maakte
een einde aan onzen handel; maar de Indiaanen
bleeven nog bij het fchip, het verfcheiden maaien
rond roeijende en met tup ia praatende
hoofdzaaklijk over de overleveringen, welke zij
onder zig hadden, omtrent de oudheden van hun
land. Zij wierden op dit onderwerp gebragt door
de vraagen, welke wij tup ia hadden laaten doen,
O 3 of