
 
		D E   W A E R È L D .   [OÊ,  i ?6g]  u 3 
 VIERDE   HOOFDSTUK . 
 ' Tocht  van  Tolaga  naar de  MercuriuS-Ikaii  
 Voorvallen  aan  boord  en  aan  wal:  Be*  
 fchrijving  van  verfcheiden  gezigten  van  
 het  land  en  van  de  Heppahs of verfehanflc  
 dorpen  der Inboorlingen* 
 O p   maandag  den  dertigften  Oclober,  omtrent  
 ten  half twee  uuren ,  gpng ik wederom  onder zeil ,  
 lieven de  omtrent  tien  uuren  noordwaarts  met een  
 .flap  kocltjen  en  llnurde  om  een  klein  eiland,  dat  
 eene  Engelfche mijl ten  oospen van de Noord-Oost-  
 lijke punt van  het  land  l ag van  deeze  plaats wijkt  
 het  land  N.  W.  ten W,  en  W, N. W. weg,  zqo  
 Verre wij  zien konden,  en  deeze  punt  is  liet oostlijkst  
 land  van  de  geheele  kust.  Ik gaf haar  den  
 iiaam  van  de  Oost - Kaap en  ik noemde  het  eiland,  
 dat omtrent dezelve  lig t, Oost-Eiland;  het  is  klein  
 van  omtrek,  hoog  en  rond  en  vertoont  zig  wit  
 ep  dprj  de  Kaap  js  hoog,  met  witte  rotfen  en  
 ligt  op  de  Zu.ider  Breedte  van  4&'  30"  en  
 op  1819 Wester Lengte.  Het land van Baai - Tolaga  
 tot  Oost*Kaap  is van  e.ene  tamelijke,  doch  
 ongelijke  hoogte  en  vormt  .verfchêiden  kleine  
 inhammen,  waarin  Zandige  ff randen  zijn:  van het  
 b innende  va.n  het  land  Londen Wij  niet veel  zien,  
 II.  D e E t .   .  H  ver