
 
		op  dat  de  kanoos,  die  rondom  het  fchip  waren,  
 ons niet volgden  toen wij  het  fchip verlieten,  dat  
 ons  voorkwam  een  goed  teken  te  zijn;  maar  wij  
 waren  niet  zoo  dra  aan  land  of  zij  begaven  zig  in  
 menigte  naar  verfchillende  deelen  van  het  eiland  
 en  kwamen  aan  den wal :  wij  waren  in  eenen kleinen  
 inham  en  binnen weinige minuuten  vonden wij  
 ons  omringd  van  twee  of  driehonderd  mannen;  
 fommige  fprongen van  agter het  land  in  het diepst  
 van  den  inham  te  voorfchijn  en  andere  verfchee-  
 nen  op  de  toppen  van  de  bergen:  zij  waren alle  
 gewapend,  maar  zij  kwamen  zoo  verward en  ver-  
 fpreid  op  ons af,  dat wij  haauwlijks geloofden  dat  
 zij  enig kwaad  tegens ons in den  zin hadden,  en wij  
 wilden volftrekt  niet  de  eerile  vijandlijkheden  beginnen. 
   Wij  flapten  naar  hen  toe  en  trokken  
 eene  lijn  op  het  zand  tusfchen  hen  en  ons,  terwijl  
 wij  hun  te verftaan gaven  dat Zij  niet over  die  
 lijn moesten  koomen:  in  het eerst  hielden  zij  zig  
 ftil,  hunne wapens waren  egter  gereed  om  toe  te  
 flaan,  maar  zij  fcheenen  eer befluiteloos  dan vredelievend  
 té  zijn.  Terwijl  wij  dus  in  het onzeé-  
 kere  bleeven,  kwam  een  andere  troep  Indiaanen  
 aan  en nu  ftouter  wordende,  naar maate  hun  getal  
 vermeerderde,  begonnen  zij  den  dans  en  het  
 gezang,  die  hunne  voorbereiding  tot  een  gevegt  
 zijn;  zij  begonnen  egter  den  aanval  nog  niet;  
 maar naar elke van  Onze  floepen liep  een  troep, die  
 dezelve  op  het  land tragtede  te  haaien;  dit fcheen 
 het 
 het  fein  te  zijn,  want  het  volk  dat  rondom  on§  
 was  begon  te  gelijker  tijd  op  onze'  lijn  intedrin-  
 gen:  onze  toeftand  was  nu'te  hachlijk  geworden  
 om  langer  Werkloos  te  blijven  ;  Ik  fchöot  dart  
 mijn  geweer,  dat  niet  hagel  gelaaden  was,  op  
 eenen van  devoorfte  los  en  de Heer  bANks  en twee  
 van  het  volk  vuurden  ook  örtmiddelijk  daarop i  
 dit  deed hen  in  enige  verwarring  agterük wijken ;  
 maar een  der  opperhoofden,  dat omtrent vijf roeden  
 van  ons  af flond,  herzamelde  hen  weder  en,  
 vooruit loopende  en  zijnpatoo-patoo  zwaaiende,  
 terwijl  hij  zijne  makkers  overluid  , aanmoedigde,  
 leidde hij  hen  op tot  den aanval.  Doft.  solander,  
 wiens  geweer  nog  niet  afgefchoten was,  vuurde  
 toen  op dien  vegter,  die,  de  fchoot  gevoelende,  
 eensklaps  bleef  ftil  flaan  en  toen  met  de  overige  
 wegliep;  zij  verftrooiden  zig  egter  niet,  maar  
 verzamelden  zig  weder  op  eenen  rijzenden  grond  
 en  fcheenen flechts eenen  kloekmoedigen  leidsman  
 nodig  te  hebben  om  hunnen  aanval  te  vernieuwen, 
   Naardien  zij  nu  buiten  bereik  van  hagel  
 waren,  fchooten  wij  met  kogels,  doch  alzoo  
 geen  een  raakte,  bleeven  zij  nog  in  eenen hoop  
 en  in  deezen  toeftand  waren wij  omtrent  een  vierde  
 uurs;  ondertusfchen  was  het  fchip,  uit  welk  
 een  veel grooter getal Indiaanen befpeurd wierd dan  
 wij,  op de plaats daar Wij waren,  zien konden,  zoo-  
 danig  gaan leggen,  dat  het hun de laag kon  geeven  
 en  het  verftrooide  hen  geheel,  door  enige kogels  
 IX.  D e e l .  over