
ro tu n di fol ia en in Nieuw Grenada verzameld waren. Van
deze zaden werd een tiental plantjes gewonnen; in den loop
liunner ontwikkeling zijn zij niet te onderscheiden geweest
van de reeds aanwezige C. c a l o p t e r a , die wij geneigd zijn
identisch te verldaren met C. c o r d i f o l i a , waarvan, uit
Columbia, aanzienlijke partijen hast in den handel worden
gebracht.
De C. c a l o p t e r a is niet meer vermenigviddigd sinds (1869)
afdoende was bewezen, dat zij in elk opzicht moet onderdoen
voor de krachtiger en sneller groeiende en ook meer alcaloid
bevattende C. s u c c i r u b r a . Haar grootste aanplant zal
± 12000 stuks bedragen hebben.
3, C. s u c c i r u b r a . Van deze kinasoort werden, in 1862,
12 planten uit Bengalen ontvangen en längs den Krater-weg
hij Nagrak, op den Tangkoeban Prahoe, uitgeplant. Aanvankelijk
stonden zij daar onder den dichten lommer der woudboomen,
die echter in 1864 zooveel mogelijk zijn gekapt of
van hun takken heroofd; de jeugdige planten hebben daarbij.
veel baat gevonden.
Geen kinasoort groeit sneller en weliger en geene ook laat
zich gemakkelijker door stekken vermenigvuldigen. Bij onge-
stoorde ontwikkeling groeien de boomen in 6—8 jaren tot
12 en meer meters hoogte, bij een stam-omtrek (gemeten
0.1 M. hoven den grond) van 0.4—0.6 M. De oiidste boom
had in 1874, alzoo op ISjarigen leeftijd, een hoogte van
13.26 M. bij een stam-omtrek van 0.72 M. hereikt. Gelijke
uitkomsten werden later verkregen waar de planten, van den
beginne, over ruimte en licht beschikken konden.
Geen kinabast bevat ook meer alcaloiden ; aan kinine ecliter
is hij te arm ‘ ) om voor de fabriekmatige afzondering in
aanmerking te komen. Daarentegen is er geen beter materiaal
*) Door bedekking van de levenJe boomen met mos enz. en meer nog in
den geregeneerden bast, die onder mos ontwikkelde, neemt liet kinine-gehalte
aanmerkelijk toe. Altijd echter zal de massa neven-alcaloiden de fabriekmatige
afzondering der kinine kostbaar maken of bemoeielijken.
voor pharmaceutische bereidingen, voor de winning van q u i n
i u m en van q u i n e t nm. De s u c c i r u b r a levert den van
ouds bekenden r o o d e n k i n a b a s t en met het oog op hare
hiervoren genoemde voordeelen, haar snellen en weligen groei,
haar hoog alcaloid-gehalte, blijft zij den planters, binnen
zekere grenzen, aanbevolen. De ondernemers op Java behooren
echter wel in het oog te houden, dat de kina-tuinen in Britsch-
Indie, bij millioenen s u c c i r u b r a ’s bevatten en dus niim-
schoots in de behoeften zullen kunnen voorzien.
4. C. mi c r a n t b a . Tegelijk met de 12 s u c c i r u b r a ’s
werd in 1862 ééne plant van C. m i c r a n t h a uit Bengalen,
op Java ontvangen. Op bare vermenigvuldiging is weinig prijs
gesteld wegens de inferioriteit van haren hast, die voor de
kinine-fabricage in geen geval in aanmerking kan komen en
voor pharmaceiitisch gebruik verre achterstaat bij de C. s u c-
c i r u b r a . In habitus komt de C. m. vrij wel overeen met
de C. s.; gene heeft echter bruin getinte bladeren en kleine
witte bloempjes, terwijl ook de stam meer of min deelt in
de tinten der bladeren. De C. m. schijnt in Peru teliuis te
behooren ende b r u i n e k i n a - b a s t e n , bijv.de Hu a n u c o ,
te leveren; ook van andere soorten wordt deze evenwel gewonnen.
5. C. lanc i f o l ia. Van deze kinasoort verzamelde Dr. Karsten
van Berlijn, in 1854, zaden in Nieuw Grenada (Columbia),
die hij door tusschenkomst van den gouverneur van Suriname,
der Nedeilandsciie regeering aanbood. Drie planten werden
daarvan gewonnen, maar eerst laat —• en dan nog beperkt —
op Java vermenigvuldigd. De scheikundige analyses nl. beves-
tigden niet onverdeeld de hooggeroernde waarde der soort.
De l a n c i f o l i a schijnt vooral de hoogste hergstreken van
Amerika te bewonen en daar tot een forschen boom op te
groeien. De in den handel voorkomende Ca r t h a g e n a - , Col
u m b i a - en P itay o -b a sten worden ten deele door de C. 1.
geleverd; sommige daarvan zijn zeer gewild voor de kinine-
fabricage.