
G
Calisaja
Carthagena
Columbia en
N. Grenada
Oost-Indische
3438
1600
6799
2624
1878
7834
5771
1879 1880 1881
9187 6580 7017
5360 6480 5723
13919 15637 25394
1777 6258 6251
Bedongen werden te London :
30659 44505 87232
13460 20692 15388
begin 1881.
Voor Calisaja 7 Sh. 6 d.
» N. Grenada 8 » —
» Columbia (zaclite) 5 » 6 »
» Cuprea 3 » 10 »
» Pitayo (harde) 3 » 3 »
» Carthao'ena 3 » 10 »
einde 1881.
6 Sh. 6 d.
7
»
4
3
3
3
» ))
»
»
10 »
3 »
10 »
Omstreeks het midden van bet jaar waren de prijzen zeer
laag; zij herstelden zicli daarna tot zekere hoogte.
Wij zagen in de laatste kolom der London-aanvoeren, dat
de Bintsch-Indische kinateelt in merkwaardige cijfers reeds
spreekt; ') het meerendeel der productie van de gouvernements
plantsoenen , vooral in Madras, voor binnenlandsch
verbruik bestemd blijvende, kunnen wij alzoo de feitelijke
opbrengst op meer dan het dubhele brengen. De lagere cijfers
over 1881 worden vergoed door de meerdere zwaarte der
collis ; in productie verschilt dat jaar niet merkbaar met het
vorige. Voorts schijnen sommige kinaplanters him product
rechtstreeks aan de kinine-fabrikanten te zenden en weêr
anderen niet uitsluitend de Londonsche markt te zoeken,
inaar ook kleine partijen in Amsterdam aan te bieden.
In de jaren 1876/81 zouden, volgens Jo in Hamilton (Notes and statistics
of Cinclona Bark. London. J. W. Collings 1882) door de Engelsche
hezittingen uitgevoerd zijn: 158,480 — 511,168 — 514,864 — 1,004,080
— 1,814,736 en 1,864,912 ponden bast, ter gezamenlijke waarde van:
22,682 — 76,967 — 75,299 - 146,376 — 215,068 en 248,894 £.
Frankrijk importeerde in de jaren:
1876 1877 1878 1879 1880 1881
Calisaja - 4800 7120 8030 8586 9915
Columbia en )
N. Grenada )
3100 4820 7960 11580 16550
Totaal 6200 7900 11940 15990 20166 26465 collis.
Onder den invoer van 1881 waren 5500 collis Cuprea-
bast begrepen. Onder de Ca l i s a j a ’s ontvangt men, sinds
1879, te Parijs het merk Schubkraft, dat niet moet verward
worden met de Cal isaj a-Schuhkraft die te Amsterdam
uit N. 0 .-Indie wordt aangevoerd. Deze kinasoort werd gekweekt
uit Calisaja-zaden, die de Nederlandsche consul-generaal
Schubkraft aan Java bezorgde; gene is Calisaja-bast die,
door dezelfde persoon, uit Bolivia wordt in den handel
gebracht.
Wat de Noord-Amerikaansche markt (New-York) beteekent,
wijzen de volgende cijfers uit.
Jaren. Invoeren. Voorraden op het eind
1872 34473
73 35344
74 42720
75 35150 11400
76 32400 7000
77 23400 10000
78 41000 17400
79 46700 29000
80 32800 11800
81 31400 12500
In Juli 1879 werden de 20 ®/o rechten, die in Amerika op
den invoer der zwavelzure kinine drukten, afgeschaft. De
beide kinine-fabrieken te Philadelphia hebben daardoor een
gevoeligen slag ontvangen; groote partijen kinine worden
sedert uit Europa aangevoerd. Volgens de makelaars-versla