
meer en openlijk aandacht geschonken aan de nog altijd min
of meer geheimzinnige materie.
In 1639 zond de onderkoning del Chinchón , onder de leiding
van Teixeira, een wetenschappelijke commissie naar de
hosschen waar de Quina voorkwam. De jezuit Acuna verge-
zelde die expeditie en aan hem vooral dankt men de eerste
helangrijke mededeelingen en ophelderingen, zoomede de eer-ste
ki-achtige pogingen tot verspreiding van den kinahast in wijde-
ren kring.
In 1640 repatrieerde de familie del Chinchón; zij werd
vergezeld door haren huisarts Juan de Vega en verzuimde
niet een goeden voorraad kinahast mede te nemen. Terwijl
genoemde geneesheer kostelijke zaken maakte door verkoop
van den hast (tot 100 dollars per pond) toonde de gravin
zich helangeloozer. Waar hulp noodig was verstrekte zij haar
wonderpoeder kosteloos en met milde hand en hieraan dankt
t den naam van p u l v i s corni t i s sae d.i. gravinne-poeder.
Later werd ’t ook genoemd p u l vis j e z u i t i c u s =jezuiten-
poeder, naardien deze overal verspreide priesters ijverig mede-
werkten tot hekendmaking van het geneesmiddel. In Italie
leerde men ’t waardeeren als k a r d i n a a l - p o e d e r , naar
Kardinaal Juan de Luga, die ’t naar Rome had overgehracht,
terwijl ’t in Frankrijk en Engeland genoemd werd Medica-
m e n t um Ta l h o r i i s. An g l i c um, naar den zich geneesheer
noemenden Talhor, wien — volgens het verhaal — 2000
Louis d’or werden hetaald voor het geheimmiddel, door Lode-
wijk XIV.
Toen de la Condamine in de jaren 1737/38 een deel van
Zuid-Amerika hereisde, nam hij ook den hoom waarvan de
Quina-Quina gewonnen werd, in botanisch onderzoek. Daaraan
is de terminologische naam te danken van Qu i n q u i n a
Ur i t u s i n g a , — de Qui n a p r imi t i v a .
In 1742 stelde Linnaeus den naam van Ch i n c h o n a of
Ci n c h o n a voor het geslacht waartoe de kinahoomen behooren
vast en herdoopte hijdela Condamine’s Q. Ur i t u s i n g a
in C i n ch on a of f icinal i s . Von Humboldt en Bonpland
achtten den naam van C i n ch o na Con d ami n e a eigenaar-
diger en hillijker en stelden dezen weder voor. De Lin-
naeaansche doopnaam is later door Hooker hersteld en sedert
gehandhaafd.
Naarmate de kinabast in Europa meer en beter bekend
werd, namen de aanvoeren van Zuid-Amerika toe. Allengskens
echter begon tevens twijfel te rijzen omtrent de deugd-
zaamheid van het artikel ; het bleek toch dat niet alles wat
onder eenzelfden naam werd aangeboden, van gelijkegenees-
kracht ook was. Van twijfel en argwaan kwam men tot het
vermoeden dat men, onder den naam van kinabast, inzame-
lingen aanbood van geheel afwij kende plantensoorten en de
verdachtmaking of vrees ging zoo ver, dat, op last van den
koning, een groote partij door Mutis verzamelde b a st, te
Cadix verbrand werd, niettegenstaande dat de hospitalen
gevuld waren met koortslijders. Later kwam ’t uit, dat een
partij van dien verbeurdverklaarden bast heimelijk opgekocht
en tegen hooge prijzen te London van de hand gezet was.
De handel speculeerde op het nog gebrekkige der weten-
scliap en alhoewel pharmacalogen en kruidkundigen beide, zich
met alien ijver toelegden op een ruimere en betere kennis,
zoo kan het ons toch niet verwonderen, dat het hun niet
gelukte een vol en beider licht te vei’spreiden over de afstam-
ming, de identiteit en de waarde der onderscheiden kinasoorten.
In de tweede helft van onze eeuw toch bleef te dien aanzien
een hardnekkige strijd nog heerschen en werd meer dan
eens het hewijs geleverd, dat de wetenschap haar laatste
woord nog niet gesproken had, zoodat overigens hoogst verdien-
stelijke en achtenswaardige geleerden zich nog vergissen konden.
Hoeveel meer verwarring moest er dus heerschen toen en
zoolang men nog niet de beschikking (als in onze dagen) had