
Waren de lust en de gelegenheid tot vrij-arbeids-prestatie,
onder het oude stelsel van bestuur schaarsch, heden zoekt
men ze schier nergens vergeefs en kan men inderdaad
verklären, dat vooral Java, in de laatste kwarteeuw een
sociale revolntie heeft ondergaan, waarmede de staatkunde
zoowel als het hestuur rekening te houden hebben en waardoor
ook de inlandsche landbouw, met name de rijst-cultuur,
afgescheiden nog van de verbeteringen en hervormingen in
haar en de agrarische aangelegenheden gebracht, een geheel
andere toekomst heeft, zooals zij reeds hier en daar een ander
aanzien verwierf.
Bijgeloovige formaliteiten, zooals die hier meer daar minder
streng en trouw bij den rijstbouw nog worden in acht
genomen, zullen al zeldzamer worden. De waarde van tijd
en arbeid zal men meer en meer leeren schatten en eerhie-
digen ; zoowel de tijd- en arbeidroovende, omslachtige manier
van planten als die van oogsten, zullen van lieverlede wijken
voor meer praktische en economische methodes. Berusten
de regelen door den Javaan bij den rijstbouw en oogst gevolgd,
nu meerendeels nog op de „adat”, de gew'oonte der
vaderen, hier en daar ziet men daarop in meerder of mindere
mate reeds inbreuk maken. De ruimere en inniger
aanraking met den Europeaan, de rechtstreeksche belangen
die de inlander ook bij diens ondernemingen heeft, zoowel als
de maatschappelijke gevolgen die hij er van ondervindt,
maken steeds losser van niet altijd even voordeelige oude
gebruiken en doen deze onmerkhaar maar stellig plaats ruimen
aan nieuwere begrippen, die gedurende eeuwen van
isolement of stelselmatige terzijdestelling geen toegang kregen
en daarom ook geen vruchtbaren bodem ter ontkieming en
ontwikkeling treffen konden,
Of zoo groote sociale hervormingen dan tot heil van den
inboorling leiden kunnen en moeten ? Wie zal zulk een vraag
beslist durven beantwoorden? Maar idyllisch moge de schil-
derij schijnen, die velen van het Javaansche leven ons schetsten,
elke médaillé heeft haar keerzijde en zoo de inboorlingen
gelukkig en tevreden gedacht konden worden onder een stelsel
van willekeur en dwang, — onder een hestuur en controle,
die het een voortrellijk en onschendbaar beginsel achtten de
z. g. autonomie der gemeenten te eerbiedigen, dan mag men
wel iets beters verwachten van een régime, dat humaniteit
en rechtvaardigheid huldigend, zich ook laat gelegen liggen
aan een gepaste individueele vrijheid, die met voornoemde
autonomie allerminst te maken heeft, daar deze alle macht
en willekeur in handen liet van zelfzuchtige hoofden, die,
zoolang hun - eigenbelang het meebracht, gaarne de willige
dommekrachten zich toonden van een meestal despotisch
plaatselijk hestuur.