
'F
De tabaks-contracten deelden het lot van de meeste dwang—
cultures. Het langst geliandhaafd in de residentie Rembang
ontwikkelde zich, toen de verbindtenissen haar einde naderden,.
een ernstige strijd over de vraag, of hunne verlenging, zij
het onder gewijzigde voorwaarden, al of niet wenschelijk
mocht worden geacht. In dien strijd hehhen de voor-
standers van bestuursbemoeienis het moeten verliezen. De
gedwongen cultuur had der betrokken bevolking niet tot zegen
gestrekt ; de fiscus won er niet bij ; ambtenaren en hoofden
werden er door afgeleid van hunnen eigenlijken werkkring
en het particulier initiatief had zich reeds krachtig getoond.
In 1855 verrees de eerste vrije tabaks-onderneming en wel
in de residentie Besoeki. De heer F. A. N. Lorentz bewees
hier dat men de bevolking konde overreden met vrijen wil
tahak te kweeken en deze ter bereiding voor de Europeesche
markt tegen gereed geld af te staan. Door vrijwillige overeenkomsten
hleken beide partijen het best gebaat en terwijl
de vrije nijverheid zich allengskens ontwikkelde en beste
resultaten afwierp, konden dwang en contracten geen recht
van bestaan meer hehouden en werden deze dan ook hij
expiratie niet meer verlengd. Omstreeks 1864 liep het laatste
tabaks-contract ten einde en moest als zijne voorloopers,
voortaan werken in vrije overeenkomsten met de bevolking.
Onze statistische tahellen wijzen aan, tot welk een verhazende
hoogte de productie op Java steeg. Wel treft men
in den bloeitijd der tabakscultuur ook enkele slechte
ja ren , maar de tabaks-teelt is al even zoo niet meer dan
elke andere cultuur, afhankelijk van weersgesteldheid en
daarom niet te verwonderen, dat men niet doorloopend
elk jaar op een ruimen oogst mag rekenen. Intusschen is
zeker, dat de groote toeneming van productie, aan het particulier
initiatief te danken was en deze macht van den
anderen kant, ook alweder tot verval der bloeiende nijverheid
leidde. Immers, toen de particulière fabrikanten ruime winsten
hleken te kunnen behalen , dacht iedereen die een toeliomst
zocht, dat hij zich slechts als opkooper en bereider
van tabak te vestigen had om eerlang een rijk man te worden.
De mededinging werd overdreven en de goeden moesten
met de kwaden lijden.
De z. g. tabaksfabrikanten planten zelven geen tabak! *)
Zij zijn slechts opkoopers en bereiders van het versch product.
Tijdens de gouvernements-contracten, toen het bestuur de
gronden aanwees en hunne bewerking, heplanting enz. leiddde,
konden de fabrikanten invloed op de teelt oefenen en heeft
die ook nooit outbroken. In den regel was een contracts-
veld, door intensiever bewerking, geregeld en streng onderhoud,
wel degelijk te onder-scheiden van een pai’ticulieren
aanplant.
Tuk op veel tahak, werd door de in sommige streken van
Java, — vooral in Rembang, Kediri, Probolingo en Besoeki, —
als paddestoelen verrezen ondernemingen meer bizonder gelet op
quantiteit en de cultuurzin der bevolking mächtig aangemoedigd
of geprikkeld door het geven van voorschotten , op het te
velde staande? ja! zelfs op het nog te telen gewas. Zoo
kwam men tot overdrijving van de aanplantingen en schoten
de krachten voor een degelijke cultuur te kort, of wel,
werden de planters, die de waarde van hunnen arbeid vóór
dezen reeds genoten hadden, onverschillig. Niet alleen werden
de voor de tahaksteelt geschikte gronden nu al spoedig uitgeput,
maar slechte grondbewerking, zorgeloosheid tegenover
de quaestiën van be- en ontwatering, van onderhoud en eindelijk,
of liever vóór alles, van de kweeking van hibit,
moesten wel ten gevolge hebben, dat de qualiteit van het
product aan zijn quantiteit opgeofferd en deze daarenboven
’) In de laatste jaren is hier en daar verbetering waargenomen.
Somraigen huren gronden en bebouwen die voor eigen rekening.
In de Vorstenlanden, op de particulière landerijen, op huur- en
erfpachtsgronden, kunnen de. fabrikanten ook zelven de cultuur
leiden.