
gewonnen van P ip e r longu m {Chavica R o x h u r g h ii *)envan
P ip e r o ffic in a rum . Eerstgenoemde is een heester, voorkomende
op Malabar, Ceylon, Oost-Bengalen, Timor en de Philippy-
nen, — de tweede op Java, Sumatra, Celebes en Timor.
De lange peper die in eigenscliappen tamelijk overeenkomt
met de zwarte, komt niet voor in korrels, maar in kolven.
Terwijl de officieele uitvoerstaten van Java jaarlijks nog een
betrekkelijk aanzienlijke hoeveelheid Cuhebe of staartpeper
vermelden, noemen zij de lange p ep e r niet en blijft deze dus
vermoedelijk meer voor eigen gehruik bestemd.
De in Indie zoo algemeen verspreide Spaansche peper is van
een gansch andere natuur als de hiervoren besproken producten
, al deelt zij daarmede den eigenaardig aromatischen,
scherpen, sterk prikkelenden en brandenden smaak. De Spaansche
peper is de vruclit van eenjarige, tot de familie der
Solanaceeëii hehoorende planten, als : Capsicum a n n u u m ,
C. lo n g um , C. fa sk ig ia tum e. a. m., die, oorspronkelijk in
tropisch Amerika, van daar zijn overgehracht naar schier alle
tropisclie landen en zelfs in de gematigde luchtstreken, tijdens
den zomer, kunnen gedijen.
In Cost Indie noemt men deze specerij (Mai.) of tom-
bok (Jav.) en onderscheidt men verschillende soorten, al naar
giootte en kracht, zooals de tjabé of lombok sétan en de
I. r a iv it, die beide klein van stuk, maar uitermate sterk
(brandend) zijn. y
’) Chavica hetle en Ch. siriboa, die men in Indie algemeen
verspreid vindt op de erven en in de tuintjes der inlanders, leveren
het door hen zoo geliefde en veel gehruikte Sirih-blad.
) De kleinere soorten, waartoe ook de Ca^enne-jieperbehoort,
schijnen van C. fastigiatum te worden gewonnen. Terwijl de drie
Van de specerijen zijn de zwarte en witte peper zeker wel
het meest algemeen en langst in gehruik. In Europa kent
men haar meer dan 2000 jaren en golden zij in de midden-
eeuwen nog als kostbare artikelen. Geruimen tijd werden
sommige belastingen, als bijv. het vaarrecht op de Rhone,
de Isère en den Rijn , in peper betaald. Lang nadat deze
opgeheven waren, sprak men in Zuid-Westelijk Duitschland
nog van pepergeld of pepertol.
eerst behandelde pepers .steenvruchten zijn, rekent men de Spaansche
peper tot de bessen, die leerachtig opdrogen. Van nature lang-
werpig-kegelvormig, rood of briiinrood, zeldzamer geel, glanzig,
e6n decimeter lang of minder, is haar voet doorgaans nog voorzien
van den vijfkanten kelk. V o o r a l de talrijke platte, gele niervormige
zaadjes zijn intens brandend van smaak.