
den afzonderlijk gehouden, maar al naardat speculatieve over-
wegingen daartoe leiden, ook gemengd , ten deele of in massa.
Het geoogst product wordt paksgewijs in Pisang-bladeren
(Musa paradisiaca) gewikkeld en op een bamboe-tafel (hale-
hale) overeind geplaatst. Na 24 uren of enkele dagen, als
de bladmassa geel of bruin geworden is, verwijdert men deze
van hare stelen en lioofdnerven. Dan rolt men de sterkst
gekleurde massa, bij tientallen van blad zoodat het grootste
huiten komt te liggen, op en gaat nu aan het kerven. Dit
IS een betrekkelijk zwaar werk, dat in elk geval veel oefening
vereiscbt, omdat het er op aankomt zoo fijn mogelijk
te snijden. Het bekende a p e n h a a r , dat van tijd tot tijd ook
in Euiopa aan de markt komt, levert een bewijs van zorgvuldig
en fijn kerven.
De z.g. kerfbank is een dikke, langwerpig vierkante plank,
waarop twee houten zijstaanders, die naar boven iets iiit-
wijken. Tusschen deze wordt de opgerolde bladmassa gelegd
en met de hand voorthewogen naarmate het snijden, het
kerven, vordert. Als kerfmes doet een zeer lang en breed
mes met kort handvatsel, dienst. Dit me.s moet scherp ge-
slepen zijn en wordt uitsluitend voor het kerven onderhouden.
Valt er veel te kerven dan laat men zich door goede
vrienden helpen, zooals wederzijdsch hulpbetoon bij de inboorlingen
van de 0. I. Archipel in alles en altijd waargenomen
Avordt. De helpers ontvangen in den regel geen
hetaling, maar zij Avorden behoorlijk onthaald en ontvangen
een deel van het product.
Gedurende tAvee à drie dagen blijft de gekorven tabak aan
de zonneAvarmte blootgesteld. De Avijze waarop ze gesneden
werd bracht mee, dat ze innig samenhangt; men zou de
keiT van een bladbundel ’t best kunnen vergelijken bij een
vel Watten, A'oor zoover n. 1. de samenhang der massa aangaat.
’s Nachts laat men nu het product buiten; naar de meening
der inboorlingen verhoogt de invloed van den dauw- de
fraaiheid van kleur, zoowel als den geur en den smaak.
Zoodra de tahak droog en donkerbruin van kleur is , maakt
men er langwerpig-vierkante pakjes (tampangs) van, door
de samenhangende massa om te slaan. Deze arbeid laat zich
hij voorkeur des morgens ten 9 uren verrichten ; de tabak
is dan niet te vochtig meer van den dauw, aangezien de
zonnewarmte er reeds op inwerken konde en van den anderen
kant heeft ze nog genoeg lenigheid behenden om haar makkelijk
te kunnen hehandelen.
In Pisangblad gewikkeld, stapelt men de tampangs in
bamboezen manden, die van hinnen bekleed zijn met alang-
alang (Imperata arundinacea) Pisang- of Djati-blad. In deze
manden ondergaat de tabak een gistingsproces, dat na 40 à
60 dagen een behoorlijke sorteering naar kleur en qualiteit
veroorlooft.
Dient de tahak nu niet voor eigen gebruik dan hewaart
men ze in manden of kästen, zooveel mogelijk met uitsluiting
van licht en lucht.
De inlander die zijn gekorven tahak (radjang of radjangan)
aldus opslaat, reserveert zich een kostbaar kapitaal. Hij Aveet
dat zoowel Chineezen en Arabieren als stamgenooten, op zekere
tijden de dèsa’s komen bezoeken tot opkoop van het product..
De prijzen loopen zeer uiteen, naar tijdsomstandigheden zoowel
als naar qualiteit, maar altijd is de inlandsche tabak
gewild en verzekert zij den bereiders groote voordeelen, Indien
zij den günstigen tijd ter verkoop weten af te wachten.
Is de tahak goed hereid dan kan zij lang bewaard worden
en wint daarbij zelfs in deugdzaamheid, mits men een ter-
mijn van twee jaren niet overschrijde. De prijzen per pikol
kunnen van f 20— f 80 uiteenloopen; dikwijls worden die
grenzen overschreden. De inlandsche tahak uit sommige
streken van den Archipel, — b.v. van Par aan in Kedoe en
de Redjang in Palembang, — handhaaft een bizondere reputatie;
men betaalt haar duur. In de daarvoor geschikte
streken is de tabakscultuur van groote beteekenis voor den
land-, eigenlijk tuinhouw, zoowel als voor den handel en