
kelijk overzicht sarnen in de hierachter gevoegde tabel Lt. A.
Met een resume van hetgeen de jongste officieele verslagen
ons aangaande den inlandschen landbouw in den N. 0. I.
Archipel berichten, nevens eenige andere aanteekeningen , op
de rijstprodiictie betrekking hebbende, kunnen wij ons onderwerp
sluiten.
Uit het in de tahel A gegeven overzicht kan in elk geval
blijken, dat de bevolking sterk moet zijn toegenomen, hare
houwgronden gestadig vermeerderden en ook haar belasting-
vermogen zich uitzet. De heknopte aantooningen nopens de
huitenhezittingen, doen reeds hegrijpen welk een mächtig
overwicht Java op deze heeft en wij kunnen daarop niet
verder ingaan, omdat zooals reeds opgemerkt werd, elk
streven naar henaderende juistheid zelfs, schiphreuk zou
moeten lijden, eensdeels op de on volledigheid der gegevens
en van den anderen kant ook op de weinige hetrouwbaarheid
van de cijfers, die de officieele verslagen geven kunnen.
Nogmaals wijzen wij op den mächtigen invloed, die de
nieuwe agrarische verordeningen, — voortgevloeid uit de wet
van 1870, — moeten uitoefenen. De honderde particulière
landbouwondernemingen, op Java na 1870 op in erfpacht
uitgegeven perceelen woesten grond aanvaard, brengen allerwege,
tot hoog in de hergstreken, leven en vertier; zij zijn
een krachtige aanvulling van de vroeger reeds werkende
particulière nijverheid en alverder waardige vervangsters van
de opgeheven dwangciiltiires. De inboorlingen zijn niet meer
gebonden aan de voortbrenging van hun eigen landbouw en
daarvan, wat hun levensonderhoud betreft, dan ook niet
meer uitsluitend afhankelijk. Er moge door ongunstige weêrsgesteldheid,
ziekten e. a. m. plaatselijk in meer of mindere
mate jaarlijks nog eens schaarschte van voedingsmiddelen te
hetreuren zijn, — gebrek en hongersnood zijn als vroeger niet
meer te duchten. De talrijke particulière nederzettingen zijn
zoovele bronnen van Verdiensten en de vei'heterde gemeenschapsmiddelen
dragen het hunne bij tot vermindering van
de zorgen en gevaren voor eventueel lokaal gehrek. Daardoor
ook zijn de prijzen van de eerste levensbehoeften minder uiteenloopend
geworden en is zelfs het treffend verschil in dag-
loonen en kosten van materialen, dat voor eenige jaren nog
de aandacht moest trekken, voor een aanzienlijk deel opgeheven.
ff
Men moge heden nog veel reden meenen te hebben tot
wenschen en klagen, onloochenhaar is , dat men ook meer en
meer eischend wordt naarmate men de zegeningen van goede
hervormingen en ontwikkeling leert kennen. Het jongst
decennium is voorts als een overgangstijdperk te beschouwen
waarin eensdeels veel op losse schroeven kwam te staan en
van den anderen kant, de gebreken meer dan ooit in het
oog springen moeten. De tegenstelling van wat reeds verbeterd
werd en nog op hervorming wacht, spreekt luid en
wordt ernstiger gevoeld. Maar houdt men niet eenzijdig en
partijdig het oog op het tegenwoordige gevestigd, vergelijkt
men daarentegen de toestanden van opvolgende tijdperken die
eenige jaren omvatten, dan moet de onpartijdige en onbe-
vooroordeelde waarnemer zich dankbaar gestemd gevoelen en
erkennen dat radicale hervormingen en verbeteringen niet
plotseling en in eens, maar eerst geleidelijk tot haar recht
kunnen komen.
De regeering heeft niet alleen rekening te houden met
verschillende inzichten en tegenstrijdige belangen, maar ook
met ongenoegzame kennis aan veel, dat tot grondslag en
leiddraad hij hervormingen noodig is. Door vooroordeel en
passieven tegenstand, van de zijde dergenen die alleen oog
hehhende voor het oude, hieraan hardnekkig gehecht blijven.
ff Die prijzen zijn meer uniform thans ook en voornamelijk
misschien wel geworden, door de allerwege sterk toegenomen vraag.
ff Wij denken nu niet aan bijkomende politieke aangelegenheden
als b.v. de Atjeh-oorlog, hoewel de dreigende invloeden
en gevolgen daarvan niet te miskennen zijn.