
' I;
M TOELICHTINGEN.
Zooveel mogelijk hebben wij de plaatsnamen, die dikwijls zooveef
aanleiding tot verwarring geven, geschreven zooals die in den
N. I. Regeerings-almanak voorkomen. Opmerking verdient evenivel
dat de officieele schrijfwijze niet consequent volgehouden wordt
regeerings-almanak en koloniale verslagen b.v. verschillen nogal eens.
Met betrekking tot de minder algemeen bekende namen zij hier
herinnerd, dat de Babber-groep iets ten Westen van deTenimher-
groep is gelegen, tusschen 7° 35' en 8° 12' Z. Br. en opl30°O. L.
Gr. Babber is de meest voorkomende naam; men vindt echter
ook Baber, Bebber of Bahen.
Tapa of Tepa op Babber, is het dorp waarvoor in den Oostmousson
geankerd wordt.
Vordate of Tenimber is de naam van het hoofdeiland van de
Tenimber- of Tenemher-groep (6° 40' en 8° 25' Z.Br. en 130° en
132° 0. L.) De heer Riedel hereisde deze groep en noemt haar
Tanembar of Timor-lao-eilanden , — het laatste voor de tot dusver
gebruikelijke tweede benaming der Tenimber-groep, Timor laut.
Het Arfak-gebergte ligt op Nieuw-Guinea onder 134° 0. L. en
ca 1° Z. Br.
Te Amberbaken, op de Noordkust van Nieuw-Guinea, 133° O.L.
en ca 0,30' Z.Br., zijn volgens de heschrijving van den heer
P. SWAAN, die in 1875/76 deze kust met den oorlogstoomer Soerabaja
bezocht, drie huizen opgericht door handelaren uit Doreh en
Salawatti, die met de een dagreis van de kust wonende Amber-
hakers handel drijven.
SIGARETTES.
De Spanjaarden en Portugeezen vervaardigden in navolging van-
de Roodhuiden, hunne heden nog zoo geliefkoosde sigaretten of
papelitos, die nu over de geheele wereld verbreid zijn. In Indië
en Amerika bereidt men ze van gekorven tabak en wikkelt die
in een blad van mais, nipah, pisang e. a. m. In Europa wordt
hiervoor in den regel papier gebruikt en ter vermijding van den
onaangenamen reuk van het smeulend papier, heeft men sigaretten-
papier leeren bereiden in allerlei met de tabak overeenkomende
kleuren, dat in geur en smaak niet tegenstaat maar ook al met
de tabak overeenkomt. Dit papier is door persen, met poeder van
tabak doordrongen.
T A B A K .
De onderscheiden soorten van het tot de familie der
Solaneeen behoorend geslacht N ico tia n a *) leveren, in hare
hladeren, de alom hekende tabak.
Oorspronkelijk in Amerika, is de tahaksplant met het
voortgaand gehruik van hare hladeren reeds spoedig zoowel
naar verschillende landen in de gematigde als in de heete
luchtstreken overgehracht. In China komt een soort voor,
de N . ch in en sis, waar omtrent men in twijfel verkeert of zij
er te huis behoort of wel ingevoerd is.
In Europa schijnt de tahak het eerst in Nederland en wel,
omstreeks 1615, in den omtrek van Amersfoort op groote
schaal te zijn verbouwd. Hier zoowel als te Nijkerk handhaaft
men de cnltuur sinds meer dan tweehonderd jaren op dezelfde
’) De tahaksplant is een sierlijk, kruidachtig, éénjarig gewas
met langwerpige of lancetvormige, geleidelijk spits toeloopende
hladeren, die evenals de stengel, met klierachtige haren bezet zijn.
De ronde stengel vertakt zich hij weelderigen groei alleen van hoven.
De hladeren zijn gesteeld of ongesteeld, soms stengelomvattend.
De bloemen, tot krachtige pluimen vereenigd, vertoonen roode of
rozenroode, trompetvormige bloemkronen met spits-toeloopende slippen.
De kelk is klokvormig, vijfspletig, overblijvend ; de bloemkroon
trechtervormig, met een vijflohbigen of vijftandigen en geplooiden
zoom. De zaaddoos is twee- tot vierhokkig, half vierkleppig. Vijf
meeldraden en één stijl rangschikken de plant in Linnaeus’ klasse
der Pentandria, orde Monogynia.
De bloemen van Nicotiana rustica (z. g. Boeren-tabak) zijn kort
en witachtig of groengeel gekleurd.