
kleur at komstig van de sinds jai'en ingetrokken établissementen
in de Preanger en Pasoei'oean, waai' de koffie onder Euro-
])eescbe leiding op West-indische wijze werd bereid.
We s t - I n d i e - a a r d komt volgens den beer Joosten vooral
V0Ü1- onder liet product van Besoeki en Semarang en moet
wel onderscheiden worden van W. L b er e i d in g.
Eloeveel grilligs en onbestemds er in de nomenclatunr scbuilt,
moet wel diiidelijk in het oog springen bij de kennismaking
met de bescbrijving der talrijke monsters. Konde de koflie-
cultiiiir, in de onderscheiden streken van 0. Indië, met baar
oogst en bereiding, door éénen hoofdleider worden beheerscht,
— ware bet mogelijk overal den oogst met gestrengbeid te
bewaken en de bereiding eveneens overal op dezelfde wijze
met zorg te doen volbrengen, wij twijfelen er niet aan of
men zoude bet daardoor den handel vrij wat gemakkelijker
kunnen maken. Klimaat en gronden zijn in Oost- en West-Java
te verschillend dan dat beide streken een zelfde qualiteit van
koflie zouden moeten of kunnen produceeren. Die verscbillen
gelden over den gebeelen 0. I. Archipel, ten aanzien van de
ligging der gronden boven zee en natuurlijk is dus, dat men
uit dien gebeelen Archipel, geen product van ééne qualiteit
\erwachten kan. Maar, dezelfde streek, dezelfde plantage,
zou baar atwijkingen in ’t eene jaar bij ’t andere, tot een
minimum beperken kiinnen, indien slechts overal en bij voort-
diulng, naar dezelfde beginselen en met gelijke zorgen gearbeid
worden konde. Dit is van een Gouvernements koflie-cultuui'
nimmer te verwachten en niet onopgemerkt kan dan ook
gebleven zijn dat, over het algemeen, de particulière koffie-
ondernemers in Indië niet alleen naar veiliouding me e r ,
maar absoluut ook b e t e r product voortbrengen. Waar een
bedrijf niet door ’t eigenbelang van den arbeider wordt be-
Iieerscbt, daai- moeten zijn uitkomsten onbevredigend blijven.
De meeste inboorlingen, gedwongen kofiieplanters, zijn volstrekt
onverschillig en geven hun tijd en zorgen aan cultuur,
oogst en ber'eiding van koflie slechts ten beste, omdat zij
zicli aan den dwang niet onttrekken kunnen. Liefde voor de
zaak zoekt men bij ben vergeefs en het rnaterieel belang,
dat ben zou kunnen drijven, is te onbeduidend dan dat het
in aanmerking zou kunnen komen. Wordt een krachtige, en
nog zoo mogelijke, ontwikkeling van de koffiie-productie op
Java ernstig verlangd, dan behooren doelmatiger maatregelen
getroffen te worden tot geleidelijken overgang van gedwon-
o-en — in vrije cultuur of wel, tot geleidelijke overdracht
der gouvernements-tuinen, in handen van soliede ondernemers.
Het is een niet te weerleggen feit, dat de strengste voor-
schriften, bij een algemeen verscherpt en meei- desknndig
oppertoezicht, het niet verder hebben kunnen brengen dan
’t voorkomen van een belangrijken teruggang. Sinds 40 jaren
is de gouvernements-productie niet meer dan stationair gebleven
en zij kon ook dit résultant slechts verwerven, door
kwistige beschikking over gronden. Aan den overvloed raakt
intusschen van lieverlede een einde en daarbij blijft de
Gouvernements koffie-cultuur de ontginning van woeste gronden
zeer in den weg staan. Zij eischt het reserveeren van
gronden en een willekeurige beschikking over den tijd en de
krachten van de cultiiurplichtigen ; zij vordert administratieve
en politioneele maatregelen, die de vrije beweging van de
particulière koffieplanters ernstig belemmeren. De Goiiver-
nements-koffiecultuur levert den Staat zeer groote voordeelen,
— dit is onmiskenbaar, maar men heeft nooit ernstig en
onbevangen onderzocht, welke nadeelen daar noodwendig
tegenover staan. Maakte men een zuivere balans op, bet zoude
vermoedelijk in het oog springen, dat de dwangcultiiur inderdaad,
over het geheel, de verzekering van meer degelijke en
duurzame voordeelen verhindert.