
een vraag van hoogst praktisch belang, de betrekkelijke scheikundige
waarde van de vele soorten en variëteiten te leeren
kennen. Daaraan sloot zieh vanzelf de quaestie „of er een
verband heerscht tusschen de botanische kenmerken en het
scheikundig gehalte der verschillende types” en eindelijk, „of
klimaat, bodem, groeiplaats, leeftijd, cultuurwijze en diverse
omstandigheden waaronder de kinaplanten groeien of gebracht
worden, op haar gehalte eenen merkhai'en invloed oefenen.
Al deze vragen en zoovele meer, konden eerst op een oplossing
rekenen toen men in de gelegenheid kwam op het levend
en historisch bekend materiaal geregeld en methodisch te
experinienteeren. Die gelegenheid ontstond door de aanvaarding
van de cultuur, onder deskundig heheer, in de Nederlandsche
en Britsche bezittingen. Ons tegenwoordig standpunt is in de
volgende aanteekeningen te overzien.
Alle echte kinasoorten houden kinine, zij het ook dat het
gehalte van sommige zeer onbeduidend is. In Ledger - of
0 f f i c i n a 1 i s basten is de kinine het overheerschend alcaloid.
Kinidine komt in enkele L e d g e r-variëteiten voor, is niet
standvastig in Of f i c i n a l i s aangetroffen en bij uitzondering
in S u c c i r ubra-bast. De Cinchonidine wordt altijd gevonden
in S u c c i r u b r a en O f f i c i n a l i s , niet altijd in L e d g e r
i a n a , maar hierin toch menigvnldiger dan de kinidine.
In de jaren 1872/78 werden door Moens 175, uit zoovele
hoomen gesneden, monsters L ed g e r b a s t onderzocht. 29
malen trof hij kinidine en 37 malen cinchonidine; te zamen
kwamen beide slechts 3 malen voor. Het maximum alcaloid-
gehalte in al die monsters, bedroeg 14,31 % ; het maximum
aan kinine, 13,25 ®/o. In Amerikaansche basten zijn nooit
zulke hoeveellieden gevonden, hetgeen echter volstrekt niet de
beteekenis kan hebben, dat Amerika zulke rijke boomen niet
bezitten zou, daar de L e d g e r i a n a kina toch uit Amerikaansche
zaden gewonnen is. Konde men ook in onderscheiden
streken van Amerika op honderde verspreide hoomen van
onderscheiden soorten en variëteiten, scheikundige onderzoekingen
bewerkstelligen, wij gelooven zeker dat er even rijke
en wellicht nog treffender voorbeelden gevonden zouden worden.
Feit is thans, dat meermalen Amerikaansche planters
moeite hebben gedaan Ledger-zaden van Java te verkrijgen.
Alcaloiden zijn in schier alle deelen van een kinaboom, tot
zelfs in het hout, zij het dan maar hij sporen, aangewezen.
De bladeren zijn betrekkelijk rijk aan chinovazuur. De wor-
telhast is doorgaans rijker dan de stambast in alcaloid, maar
terwijl de L e d g e r i a n a in haar wortelbast minder kinine
bevat dan in den hast van haren stam , daarentegen meer
cinchonine en ook frequenter cinchonidine, hebben de Of f i c
i n a l i s en de S u c c i r u b r a zich, in den regel, in de wor-
telbasten rijker aan kinine getoond. Het cinchonine gehalte
schijnt wel doorloopend hij alle kinasoorten grooter in den
wortei- dan in den stambast.
Veel duisters hlijft er heerschen omtrent de formatie van
de alcaloiden. Zeker is het intusschen dat die formatie tijd
vraagt en het maximum gehalte eerst op zekeren leeftijd van
den bast hereikt wordt. Deze leer vindt steun en grond in
de volgende feiten.
Onderzoekt men den bast van een kinaboom op onderscheiden
hoogten van zijn stam, dan blijkt dat het alcaloid-
gehalte niet gelijk is over de geheele lengte, maar binnen
zekere grenzen toeneemt met den leeftijd, d. i. naar beneden
toe. In takkenbasten worden dezelfde verhoudingen aangetroffen.
Jonge planten houden daarom nog weinig alcaloid,
maar vierjarige boompjes, die flink en ongestoord groeiden,
kunnen, blijkens talrijke proeven , reeds het aan hunne soort
eigen, normaal-gehalte bevatten. De progressie heeft dus hare
grenzen en wij nemen aan dat deze hereikt zijn, zoodra de
bast volvormd, d. w. z. in zijne onderscheiden lagen, — kurk,
schors, bast, — te herkennen is. Bij S u c c i r u h r a ’s is soms
waargenomen, dat het gehalte kinine op rijperen leeftijd ver-
minderde. Talrijke analyses geven eenigen grond tot het vermoeden,
dat er op den levenden boom, — onder ons nog