
stede van samen te werken, voerden de geleerden en de voor
deskundigen gehouden ambtenaren een onverkwikkelijken per-
soonhjken strijd. In de Nederlandsche volksvertegenwoordi-
ging verhieven zich, tot zelfs in 1867/68, geregeld elk jaar
nog stemmen die de regeering afvroegen, of het geen tijd
was de kostbare proefnemingen te staken. Die heeren begrepen
met dat aan een nieuw beheer de tijd moest gegund
worden om te bewijzen, dat van een nieuw stelsel van
kweeken^ en cultiveeren meer en beter te wachten was.
Bij acclimatatie-proeven kan men van opvolgende metho-
den niet aanstonds de beste resultaten verwachten; tijd en
volharding zijn de eerste vereischten en de regeering, die
dit inzag, liet zich niet overreden tot een prijsgeven van de
jeugdige onderneming, maar stelde integendeel haren nieuwen
heheerder in de gelegenheid om zijn gewijzigd stelsel ten
voile toe te passen en te laten uitwerken. Niet weinig ook
werden de mannen der oppositie in ’s lands vergaderzaal
geprikkeld door het fe it, dat de jeugdiger kina-cultnur in
Bntsch Indië, al dadelijk meer succès beloofde; zij zagen over
het hoofd dat de Engelschen zich hadden kunnen spiegelen
aan de ervaringen op Java reeds opgedaan en scheuen bovendien
niet te weten dat, ook in Britsch Indië, een groot verschil
van meeningen omtrent de kweek- en cultuur-methoden
aan de orde was.
Had reeds de gouverneur-generaal Duijmaer van Twist
zijn hooge helangstelling getoond in de eerste perioden der
cultuur, zijn opvolger Pahud moest w'el hoog ingenomen zijn
met een onderneming, waarvan het vaderschap hem rechtens
toek^vam. In 1857 bezocht deze landvoogd al de kina-etablissementen
; de gouverneur-generaal Sloet van de Beele volgde
zijn voorbeeld in 1863 en in 1865 en gaf, na zijn tweede
bezoek, in den vorm van een besluit, de tevredenheid der
regeering te kennen over de sedert April 1864 gehuldigde
beginselen van kw^eeken, cultiveeren en vrij-arbeids-prestatie
en over de daarvan reeds verkregen resultaten. Ook de gouverneurs
generaal Mijer en v. Lansberge bezochten voor hun
terugkeer naar Europa, de voornaamste plantages en men
kan alzoo niet zeggen dat de regeering de gelegenheid ver-
zuiinde om, in haar hoogste ambtenaren zelfs, den toestand
en de progressieve ontwikkeling der onderneming gade
te slaan en te beoordeelen.
Op voorstel van den leider der cultuur zijn bovendien, na
1864, herliaaldelijk deskundigen in commissie gesteld ten
einde der cultuur met raad en daad te dienen en over haar
verslag uit te brengen. Met binnen- en huitenlandsche deskundigen
werden zooveel mogelijk betrekkingen aangeknoopt
tot wederzijdsche voorlichting, en waaraan ook moge te kort
gekomen zijn sedert 1864, aan een streven naar verspreiding
van licht en naar vermijding van eenzijdigheid zeker niet.
Door Junghuhn waren passangrahans opgericht te Lorrok-
Kidoel, tusschen Rantja Bolang en Telaga Patengan en te
Gedoeng Banteng, boven Tjinieroean en Tjibeurem.
Moetende dienen als tijdelijke verblijfplaatsen voor den
inspecteerenden leider der cultuur, zijn ze beide reeds in 1865
opgebroken en verplaatst, resp. naar Kawah Tjiwidei en naar
Tjinieroean. Later werd nog een zeer kleine passangrahan
opgericht te Rioengoenoeng, maar Tjinieroean is altijd het
centraalpunt gebleven vanw'aar nit de leider der cultuur zijn
inaandelijksche bezoeken aan de zuidelijke etablissementen
brengen kon. Thans is de adjunct-directeur der kina-cultuur
te Tjinieroean gevestigd en daardoor een meer vertrouwbare
en voortdurende controle over den arbeid en de verrichtingen
der opzieners en verdere ondergescliikten verzekerd.
Botanisclie besclirijving van de kina in het algemeen eu van
de op Java gekweekte soorten in het bizonder.
De C i n c h 0 n e e e n vormen een onder-afdeeling van de
hoogst helangrijke familie der Ri ibi ace een.