
Tim o r en On d e r h o o r i g h e d e n . ff Landbouw en
cultures hebben weinig te heteekenen. Over het algemeen
vindt men daarentegen op de verschillende eilanden van dit
gewest veel paarden, buffels, varkens en schapen, die op de
talrijke weidegronden het geheele jaar door voedsel vinden.
Bal i en Lomb ok . De Hindoe’s, die op Java talrijke
sporen nalieten van groote en doelmatig aangelegde waterwerken
, getuigen ook op Bali en Lombok nu nog, dat zij
goede landbouwers zijn. Rijst wordt uitgevoerd en mais
veel geteeld, als tweede gewas. Overal treft men zich steeds
uitbreidende klapper-aanplantingen; olie en copra worden
geroemd en veel uitgevoerd naar Singapore. De tabaks-bouw
is zeer verspreid en de koffie verschaft groote voordeelen,
zoodat de bevolking er dan ook veel belang in stelt. Te hetreuren
is intusschen dat het opium-verbruik onder de he-
volking steeds toeneemt en haar welvaart schaadt.
De veestapel is voldoende. Vooi-al het rund is sterk, de
buffel daarentegen klein en zw'ak. De Balische paarden zijn
wel klein maar sterk; die van Lombok groot en beter ge-
houwd en zouden voor uitvoer meer in aanmerking komen
indien daarop geen overmatig recht drukte, ff
A t j e h en On d e r h o o r i g h e d e n . Om der volledigheids-
wille moeten wij eindelijk Atjeh hespreken. De oorlog die
er nu ruim tien jaren heerscht, de bevolking dunde en den
landbouw in het algemeen drukte, in menige streek voor
1) 1043 vierk. g. m., Europeanen 221, Chineezen 1050, Ara-
hieren 97, inlanders onbekend. M e l d i n g wordt gemaakt van 30 000
inlandsche christenen.
ff De gouvernements-afdeelingen Boeleling en Djembrana, die
rechtstreeks onder het bestuur van een resident zijn gebracht,
moeten 190 vierk. g. m. groot zijn, met een bevolking van 33
Europeanen, 93 000 inlanders, 323 Chineezen en 4600 andere
vreemde Oosterlingen. De Vorstenrijken teilen naar schatting
1260 000 zielen.
een tijd deed stil staan, oefent nog steeds zijn treurigen invloed
uit, daar hij het land in abnormalen toestand houdt.
De rijst wordt hier grootendeels geteeld op ladangs, voorts
op sawahs wier besproeiing van den regen afhankelijk is.
De cnltuur wordt zeer extensief gedreven; de in 1877 geheerscht
hebbende veeziekte deed gebrek aan ploegvee ontstaan.
Het product is niet van beste hoedanigheid en ontoereikend
ter voorziening in de behoeften der inheemsche
bevolking. Nu en dan werd geklaagd over schade, die
Olifanten teweegbrachten. In 1882 is hier en daar een aanvang
met het aanleggen van waterleidingen gemaakt.
Van oudsher was de pepercultuur in deze landstreken ver-
maard; zij wordt längs de geheele kust met voorliefde gedreven,
vooral op de alluviale gronden. De Westkust schijnt
een beter qualiteit voort te hrengen dan de Oostkust. De
zwarte peper van Rigas, aan de Westkust, wordt om haar
meerdere duurzaamheid geroemd. D e pepercultuur brengt veel
geld in Atjeh en is voor de vorsten — nu ook, in de onderworpen
landen, voor het Nederlandsch gouvernement — een bron van
inkomsten.
Tabak wordt op beperkte schaal, op weinig uitzonderingen
na voor eigen gebruik verbouwd. De klappercultuur diaagt
tot den exporthandel h ij; olie en noten, ook copra, worden
door Pinang getrokken. Van grooter beteekenis is de uitvoer
van Pinangnoten; ook boschproducten, vooral rottan en
onderscheiden getah-soorten en voorts drakenbloed, salisari-
bast (een welriekende bast) en ivoor worden verzameld en
in den handel gebracht. Het Sapan-hout, dat overal aan-
getreffen wordt, hlijft echter voor eigen gebruik hestemd. ff
ff De uitgestrektheid van Atjeh en onderhoorigheden wordt
op 928 vierk. g. m. geraamd, met een bevolking van 256 Europeanen
, 474 300 inlanders , 3300 Chineezen en 1600 andere vreemde
Oosterlingen. Het door onze posten ingesloten te rre in moet echter
niet meer dan p. m. 10 vierk. g. m. beslaan, met een bevolking