
i -
van lange reepen bast aan den levenden boom; op de alzoo
ontbloote stamgedeelten vindt bastherstelling plaats.
Vergelijkende analytische onderzoekingen hebben zelfs geleerd,
dat de geregenereerde bast rijker is aan alcaloid dan" de oorspronkelijke.
Bedekt men de opengelegde gedeelten met licht-
afsliiitende, direct onschadelijke materialen, als: mos, indjoek
(gemoeti), stroo, alang-alang of dergel., dan worden de kansen
op hernieuwing al weer grooter en wint men soms, zoowel
in kwaliteit als in kwantiteit. Ook de oorspronkelijke hast
wordt verrijkt door bedekking.
Het schrapings-proces bedoelt den boom van zijn opperste
bastlagen (schors) alleen te herooi’en. Men oogst hierbij natimr-
lijk slechts schilfers, maar aangezien deze procentsgewijs
meer kinine houden dan de bast in zijn geheel, zijn ze naar
Aerhouding ook A’eel meer waard. Hoewel de schors reeds in
één jaar zich kan hersteld hehhen, is ’t niet raadzaam de
de schraping te spoedig (b. v. binnen 2 á 3 jaren) te herhalen.
Al naar den aard der omstandigheden nu, zal een der
A'ier methoden de voorkeur verdienen. Uitdunning in dicht-
geplante tuinen, na 4 á 8 ja ren , zal ’t best geschieden door
ontgraving of door op-stomp-kapping. Het laatste echter alleen
dan wanneer men zeker is dat de nieuwe uitloopers voldoende
licht en lucht zullen kunnen genieten voor him verdere
ontwikkeling. Het schrapen of het gedeeltelijk schillen Avordt
alleen toegepast op flinke stammen; in te gesloten aanplantingen
zal men die zelden aantreffen. Waar A uitdunning
hetreft zal alzoo in den regel aanbe\'eling verdienen, dat men
uitgrave en onvoorAvaardelijk doe men dit, waar men tegenover
inferieure soorten staat en de middelen bezit om deze
door edeler individúen te vervangen.
Heeft men hast te produceeren die naar het niterlijk voorkomen
zal beoordeeld worden, dan winne men dien niet door
de schrapings- of schillings-methoden. Schilfers, geregenereerde
of zelfs onder bedekking ontwikkelde hasten, kenmerken
zich AA'aarlijk niet door fraai voorkomen.
Over het algemeen worde gewaarschuwd tegen te vroeg
oogsten. Te jonge bast laat te wenschen over in niterlijk
fraai en bezit zijn maximnm-gehalte aan alcaloid nog niet.
De kinaplanter late zich niet verleiden door zucht naar spoedige
inkomsten; wat een dadelijke, vroegtijdige baat schijnt,
zal menigmaal hlijken een aanzienlijke Avinstderving te zijn
geweest. De aanleg en ontwikkeling van een kina-plantsoen
kosten veel moeiten, zorgen en tijd en de waarde van goed
geconditioneerde boomen neemt, tot zekere grenzen, gestadig
toe. Zou b. V. een zesjarige hoom ’n half kilo drogen
hast kunnen leveren, dan is het Avaarschijnlijk — hij voort-
gaand krachtigen groei zelfs zeker, dat hij in de volgende
tAvee jaren, andermaal een lialf kilo zal vormen; deze twee
latere jaren produceeren alzoo evenveel als 'de zes eersten.
Daarenboven zal de achtjarige hast fraaier en krachtiger
aanzien hebben dan de zesjarige.
Deze feiten zijn sprekend; zij kunnen anders door nog tal
van kleinere bedenkingen en overAvegingen Avorden verscherpt.
De planter die alleen rekening houdt met de oeconomische
quaestie van het oogenblik, zal minder Avel varen dan hij
die in zijn aanplant een kapitaal ziet, in ruime mate rente
op rente verzekerend, indien hij het niet te vroeg aanroert,
maar voor korteren of längeren tijd uitgezet houdt.
Wij namen als regel aan, de hasten te snijden op een
lengte van 0.2 en eene breedte van 0.05 meter. Zoo Avonnen
wij fraaie, regelmatige, gelijkvormigepijpen, die zich gemakkelijk
laten pakken, zoowel in kisten als in zakken.
Naar hai’e dikte van bast Averden de pijpen gesorteerd in
1°. en 2°. soort, terwijl stukken en brokken afzonderlijk
werden behandeld. Ai Strenge afscheiding van de verschillende
soorten is natuurlijk vóór alles noodig. Is deze reeds geAvenscht
eenvoudig ter wille van gelijkaardigheid in voorkomen, van
regelmaat en orde, zij lieeft een Avijdere strekking en Avordt
tot plicht, omdat zij tevens het typisch gehalte der onder