
ontbloot riet. De verschillende metlioden van oogsten, kappen
boven of onder den grond en ontgraven, hangen nauvs' samen
met den aard en de samenstelling der velden, de beschikking
over arbeidskraehten en andere plaatselijke of economische
overwegingen. Een tiental jaren geleden dacht de heer Stoll
een’ riettrekker uit; het zware ijzeren werktuig mocht niet
een algemeene, dadelijke toepassing verwerven. Mogelijk is
deze voorhehouden aan een lateren tijd, — aan geleidelijke
verbeteringen.
Terwijl ééne ploeg arbeiders zich hezig houdt met het
kappen of ontgraven van liet rie t, wordt dit door een andere
van zijn topeinden ontdaan. Deze tweede ploeg is tegelijkertijd
belast met het kiezen en snijden van de benoodigde stekken.
In vroeger jaren werden de gereede stokken, tot bundels van
20—25 stuks vereenigd, op de karren geladen en naar de
fahriek vervoerd. Aan kappers en karrevoerders werd dan,
naar het aantal bosseri, het vastgesteld loon uitgekeerd. Deze
regeling, ook heden hij velen nog in zwang, geeft, zelfs hij
strenge controle, meermalen aanleiding tot conilicten; ook
tot schade en veilies. Dnmers, om het aantal hossen tever-
meerderen, kapte men niet zelden de groote stokken door ;
het arbeids- en transportloon werd daardoor hedriegelijk verhoogd,
maar het sap verminderde tevens in waarde en in
massa. Van lieverlede is men er toe overgegaan het riet
ongehost en ongehonden te laden en te vervoeren ; het wordt
dan aan de fahriek naar het gewicht betaald. Daartoe zijn
groote bascules aldaar opgesteld, die de bevrachte kar, met
of zonder hespauning, kunnen opnemen. Het heeft veel moeite
gekost deze nieuwigheid bij de bevolking ingang te doen
vinden; voor den ondernemer biedt zij echter onmiskenbare
voordeelen, al sluit ze ook enkele bedenkingen, en zelfs weder
frauduleuse handelingen, niet geheel uit.
In een natten oogsttijd is het vervoer van het riet over
doorweekte velden en wegen, een zware en tijdroovende
arbeid. De fabrikanten, afhankelijk van de inlandsche karrevoerders,
moeten vele maanden te voren met dezen reeds
contracten sluiten om te goeder ure voorzien te zijn. Deze
beide omstandigheden, en nog menige andere plaatselijke of
tijdelijke, werken remrnend op den geregelden gang van zaken
en doen verlangen naar meer zekere en economische middelen
van vervoer. Op sommige ondernemingen voerde men verplaats-
bare rails in, met het noodige rollend-materieel; ook waar
de stoom niet als trekkracht wordt gebruikt, bespaart men
daar veel aan vee. Allerwege waarneemhaar is een streven
naar verbetering in alle richtingen; de ondernemer moet
zooveel [mogelijk meester zijn en blijven van de toestanden
en onafhankelijk zich trachten te maken van wisselvallige
kansen.
Bij de schatting of berekening van een rietoogst vermeldt
men het aantal pikols, per bouw aanplant. De ophrengst-
cijfers loopen zeer uiteen, maar een geslaagden aanplant mögen
wij noemen die, dooreen, 800 pikols levert, ofschoon dikwijls
1400 en meer — niet zelden ook 500 en minder — worden
gehaald. De voornaamste invloeden op de productie oefenen
ontegenzeggelijk, huiten de weersgesteldheid en den aard der
grondsoorten ^ de bewerking van den akker mitsgaders de
mate van onderhoud en van hemesting. Wij spreken hier
natuurlijk alleen van het aandeel des planters; ook in de
fahriek kan nog veel bedorven worden of verloren gaan. Wat wij
in een vorig hoofdstuk reeds aanteekenden, zij nog eens hier
herinnerd in de nitspraak dat, in geen geval, de productie in
rechte rede staat tot het aantal stekken dat geplant werd.
Een enkel woord vereischen nog de helaas! niet zeldzaam
voorkomende riethranden. Het rijpe riet is , in een hardnekkig
drogen tijd, door zijn droge bladeren zeer gemakkelijk ont-
vlamhaar. Meermalen is moedwillige hrandstichting geconstateerd
en, hebben wij de vermoedelijke redenen hier niet te
hespreken, wij moeten getuigen, dat strenge waakzaamheid
de branden wel beperken maar geenszins geheel voorkomen
kan. In die streken waar de kwaal een tijdlang wel een chro