
ir
Buiten de produceerende landen of afscheepsplaatsen, zijn de
voornaamste cacao-markten in Europa, te
re s
Ö
so
Hamburg
Guayaquil.
Caracas.
Carupano.
Puerto Cabello.
Liverpool .
Guayaquil.
Babia.
Domingo.
- L o n d o n. II a v r e.
Guayaquil. Domingo.
Trinidad. Para.
Grenada. Caracas.
I Carupano.
) Suriname.
Domingo.
' Caracas.
Babia.
Bo r d e a u x . l i i s s a b o n . S a n t a n d e r . Am sí er da m.Antwe rpen.
Guayaquil. Afrikaansche Guayaquil. Suriname ?
' Caracas. St. Thomé. Caracas. Java.
\ Campano. Domingo.
Onder den naam Guayaquil (afsciieepsplaats) koraen onder-
sclieiden soorten in den handel, ais Arriba per % kilo gemiddeld
40 á 42 cents; Balao 37 á 39; Macliala 34 á 36 en,
zeldzaam, Narangel. Voorts worden als normale prijzen genoteerd:
Trinidad 38 á 60; Domingo (Samana-Jeremie en
Haiti-soortj 25 á 29; Balda 36 a 39; Suriname 35 á 47;
Caracas 42 á 60; Carupano 45 á 60; Puerto Cabello 70 a 95;
Afrikaansche 25 á 29; St. Thomé 27 á 29; Grenada 30 a
44; Para 36 á 40; St. Lucia ? cents per % kilo.
Het verbruik van cacao neemt gestadig toe, zoodat eene
uitbreiding van de cultuur wellicht aanbeveling kan verdienen.
De invoeren in Engeland bedroegen in de jaren
1877/79, 16,976,467, 18,012,839 en 26,344,761 ffi, ter
waarde van 554,247 , 693,632 en 1,099637 £ . Te Hamburg
werden in de jaren 1878/80 aangevoerd, 37158, 45741 en
66549 zakken; de prijzen liepen in 1879/80, van 42—78en
van 27—90 gulden, per 100 kilo’s, uiteen. De hoogste prij-
zen werden bedongen voor Caracas en Angostura (hoofdplaats
der Venezuelaansche jirovincie Guayana); de laagste voor
Domingo. Te Bordeaux waren de voorraden in entrepots, in
1875/80,1,231,055,1,331,990,2,047,718,1,351,374, 931,116 en
1,603,081 kilo’s. Deze cijfers mögen bevestigen, hoe bedroevend
gering het aandeel is, dat Nederland in een eigen cacao-handel
neemt,terwijl hier toch aanzienlijke hoeveellieden voor binnen- en
huitenlandsche consumtie verwerkt worden, die men meerendeels
door tusschenkomst van agenten of commissionnairs ,
of wel direct van de markten te Londen, Hamburg, Havre
en Bordeaux trekt.
De Caracas-cacao ziet er roest-, oer- of oker-klenrig uit,
(,,rood” noemt de handel ’t) en wel in zoo eigenaardige, sterke
nuance, dat het vermoeden als zou deze kleur minder hehoo-
ren tot het karakter der soort dan wel haar oorsprong ont-
leenen aan den rooden kleigrond waarop de boonen gedroogd
plegen te worden, wel eenige hetrachting verdient.
Baarn, Me i 1882.