
hooren. Zeer vele planten onderscheiden zieh echter ook door
bladeren met roode of purperklenr, welke tinten op rijperen leeftijd
ook menigmaal weder verdwijnen of twijfelacbtig worden.
Had men nooit Chineesche zaden en planten ingevoerd,
maar zieh uitsluitend bepaald tot de vermenigvuldiging der
inbeemsclie thee-soort, dan zoude, naar Money’s overtuiging,
de waarde der Britscb-indisclie tbee-plantages nu veel grooter
zijn geweest. Nu men eenmaal den kwaden weg insloeg en
bewandelen bleef, kan er, na Money’s oordeel, niet beter
gedaan worden dan, door voortdurende keuze van Assam-
type en verwijdering van Chineeschen type, geleidelijk weder
te streven naar herstelling van de eenmaal begane font.
Het zou waarschijnlijk niet best uit te maken zijn of
Money’s gezag bier inderdaad onfeilbaar kan heeten. Dat
bodem en klimaat in de levende thee-bladeren de voorwaarden
leggen tot de kracht en de geiirigheid die ze na hunne bereiding
zoo gewaardeerd maken, is meer dan waarschijnlijk
en welken invloed de planters en fabrikanten ook uitoefenen
kunnen, de heerschappij van plaatselijk klimaat en plaatselijke
bodenigesteldheid ligt stellig buiten him bereik. Daarbij
schijnt de Assam-thee een warm en vochtig klimaat te eischen
en zou zij om die reden reeds, tot een betrekkelijk beperkt
gebied van Britsch-Indie verwezen zijn.
Niet alleen in Assam maar later (1855/56) ook in Cachar
en Sylbet, heeft men de thee in het wild aangetroifen.
Reeds in 1810 werd een proef met de thee-cultuur genomen
in Brazilie; geruimen tijd later eerst verkreeg de thee-industrie
bier eenige beteekenis, die voor den wereldhandel intusschen
nog geen naam mag hebben. In 1859 werd de cultuur in
Anstralie (Melbourne), in 1868 op Jamaica en nog later in
Califonrie beproefd. De uitkomsten hebben vooralsnog de produceerende
Aziatische landen niet kimnen verontrusten. Evenmin
wacht men gevoelige I’esnltaten van proeven die nog
in andere landen, zelfs in het zniden van Europa genomen
zijn of vooi’tgezet nog worden.
Oppei'vlakldg besehouwd kan het onverklaarbaar seMjnen
dat L plant, die zoo weinig gevoelig is voor bodemsooit
en daardoor op verschillende breedte bUjkt te wdlen groeien
baar cnltnnr niettemin binnen enge
Zjen Wij meenen dat versehijnsel voor een deel te moeten
toeschrijven aan het felt, dat geen andere eultnur onaf-
lebroken zoovele geoefende handen eischt. Waar ook de voor-
Ivaarden van klimaat en bodem niet bij nitnemendheul gun^t^
kunnen heeten, de arbeidskraehten met goedkoop en kenms
en ervaring van de cnltuur en de fabricage onvolkomen z.jn
daar mag men veilig aannemen, dat de thee-mdustne me
met voordeel te drijven zal zijn. zoolang China en Japan de
markt wel kunnen voorzien en Britsch-Indie en Java de co
currentie niet opgeven.
Het gebruik, de samens tel l ing en de werking
van de tbee.
De geschiedenis van het thee-gebruik verliest zieh in de
oudheid. Beeds Confucius (.551-624 v. C.) maakte ei rne^
ding van en, onafhankelijk van legendes en tradities kun
wii er verzekerd van zijn. dnt de thee als drank m het
begin van onze jaartelling bij de
verliepen intusschen voordat dit genotmiddel ook tot Euiopa
d o o rdL g en hier zijn burgerrechten verwierf. Zoo vreemy
was de thee bier zelfs nog in het laatst dei X ,
dat een Italiaansch schrijver, Giovanni B^tero, m ’ v
verbandeling publiceerde, w^aarin hij mededeelde
neezen bezitten een plant waarnit Z13 een aangenamen dian
persen, dien zij in plaats van wijn gebrmken” .
Vermoedelijk waren de Hollanders de eersten die de bee
uit het verre Oosten naar Europa brachten; hunne ^
kingen met Japan konden daartoe aanleiding geven, en scbijnt