
M
zeer wisselvallig en onzeker werd gemaakt. De moraliteit
van de inlandsche planters werd er bij dit stelsel van jacht
op voile schuren, door kracht van voorschotten, niet beter
op. Menig fabrikant ontzag zich niet voorschot te hieden
waar hij wist of weten konde, dat dit door een mededinger
reeds uitgekeerd was. Naderde in dit geval de aanplant zijn
rijpheid, dan kwam het er slechts op aan welk voorschot-
gever zijn beweerde recliten wist te doen gelden, maar schier
altijd moest hij zich tevreden stellen met een product dat,
strikt genomen, nog iriet oogstbaar was en dus onmogelijk
een supérieure qualiteit verzekeren konde.
De quantiteitsleer riep voorts al spoedig ook den Orossoh-
handel in het leven. Crossoh noemt men o. a', het zandblad
der tabaksplant; het kan vmor de europeesche markt geen
hooge waarde hehhen. In plaats van dit hlad te weigeren
ontving men liet gretig, uit vrees dat mededingers anders
<ien voorrang winnen zouden. De planters konden nu alweder
een stap verder gaan en in stede van de noodige en
onmisbare zorgen aan het tijdig verwijderen van de z. g.
zuigers,— de uitspruitsels, —^ te wijden, lieten zij aan deze
den tijd tot ontwikkeling, waardoor de kansen tot ruimer
productie werden vergroot, zeer ten koste der qualiteit ook
van het geheel. Ook de oogst van die uitspruitsels kwam
dan de massa Crossoh vergrooten. Voeg hij dit ailes, dat
de meeste fabrikanten zich zelfs niet hemoeiden met de keuze
en de kweeking van bibit en het kan niet meer verwonderen
, dat eertijds zeer geroemde tabaks-districten, van lieverlede
inferieure tabakken begonnen voort te brengen, waardoor
de fabrikanten dikwijls meer verloren naarmate zij meer
bereidden.
Zoo heeft de Java-tahak van menig district, haar goeden
naam moeten verliezen en verdween de eene onderneming na
de andere, terwijl de telenrgestelde ondernemers zich zelven
vrij van schuld achtend, morden over oneerlijkheid van den
inlander en over diens gebrek aan arbeidszin, zorgen en
medewerking. En, rekent men daarbij nu de verrassende
opkomst en ontwikkeling van de tahaks-nijverheid in Deli,
dan verklaart zich makkelijk en eenvoudig de treurige teruggang
van een industrie op Java, die aan de bevolking tot
zegen strekken kan en menigen ondernemer in betrekkelijk
weinig jaren reeds schatten bezorgde.
In enkele streken, als in Bondowoso , toonden loyale ondernemers
zich verständiger en kwamen zij overeen elkander
niet door een onredelijke en den inlanders demoraliseerende
mededinging te ruineeren. Uit de dure ervaring heeft men
lessen kimnen putten en nu op Java de tijd van overdrij\dng
voorbij is , wanhopen wij niet aan de levenskansen van die
overgebleven ondernemingen, welke met beleid en verstand
voortwerken. Het moet haar streven zijn aan de qualiteit
weder den voorrang te verzekeren en dat kan geschieden,
waar men de keuze en de kweeking van de hibit zelf ter
hand neemt, de cnltuur voor eigen rekening aanvaardt en
waar noodig, hemesting te hulp roept ter verbetering van
te eenzijdig behouwde gronden.
De suikerindustrie moet den tabaksfabrikanten ten voor-
heeld strekken en dan is vóór alles in het oog te houden,
dat alleen in die streken met hoop op besten uitslag voort-
gewerkt worden kan, waar gronden en klimaat hij uitnemendheid
geschikt gebleken zijn ter voortbrenging van supérieure
tahak, — zoo men aan hare teelt en bereiding slechts
de noodige zorgen wijden wil.
Men onderscheidt de tabakscnltuur in Indie al naar de
bestemming van het product voor de europeesche of de inlandsche
markt. Voor deze kweekt men hij voorkeur de
gesteelde en ongebaarde soorten. Met den aanleg van kweekbeddingen
houdt de inlander zich weinig op; in of huiten de
desa zoekt hij een vi'uchtbaar, belommerd plekje, waarop hij