
houden zijn, zoo men doelmatige beniesting verzuimt. Metis
tot beden in I n d i e maar al te weinig begrepen, dat koffie-
cultuur is boomteelt, xvaarbij in hooge mate tuinboiiwkennis
vereiscbt wordt tot verzekering van iiitstekende en duurzame
residtaten. Heeft I n d i e tot beden in mime mate koffie
geproduceerd in weerwil der afwezigheid van waarlijk goede
kweekers of tuinboiiwkundigen, — de iiitzonderingen "daar-
gelaten, — men mag gemst zeggen, dat deze uitkomst alleen
te danken is geweest aan een kwistige beschikking over inaag-
delijke gronden. Maar, nu het met den overvloed gedaan is,
znllen kennis en bekwaambeid meer en meer de onvermijdelijke
eischen worden tot handhaving van de zoo belangrijke cultuur,
die, ook in de overige, massaal produceerende landen, als
B r a z i h é en Ce ylo n, de gTenzen der gewone planters-
krachten reeds overschreden schijnt te hebben.
Vele planters zijn van oordeel, dat de koffie schaduw noodig
heeft en schier in alle landen waar koffie geteeld M^ordt, maakt
men hier en daar dan ook gebruik van schaduwboomen. Met
meer beslistheid kan worden verklaard , dat de koffie bescbut-
ting eischt tegen schrale winden en dat het nuttig is den
bodem belommerd te bouden. Overigens verscbillen de ornstan-
digheden plaatselijk overal te veel, dan dat men vaste regelen
zou kunnen voorscbrijven; de beste handleiding voor eene
cultuur bereidt de ontwikkelde en ijverig waarnemende
planter zichzelven.
Het is moeielijk te zeggen, welken oiiderdom een koffieboom
bereiken kan, maar in I n d i e zijn krachtige, nogvmchtbare
I n d i v i d u e n , van vijftig- en meerjarigen leeftijd aangewezen.
Dit belet niet dat men, onder günstige omstandigheden, den
gemiddelden levensduur in massa, op niet hooger dan 20 a 30
jaren zal mögen stellen.
Oogst der Koffie.
Er is reeds aangeteekend dat men schier ’t geheele jaar
door oogsten kan. De vruchten rijpen in 7 à 12 maanden.
ln uitgestrekte en afgelegen, niet dagelijks bewaakte tuinen,
- - zooals er zeer vele onder die van bet gouvernement of de
bevolking voorkomen, ^ is lief moeielijk, gestadig de band
te bouden aan de inzameling der rijpe vrucbten. De volkomen
gerijpte vmcbt valt gemakkelijk , — bij de minste beweging, —
van den boom en ti'eft zij op den bodem geen ongunstige
voorwaarden, dan komt zij spoedig tot ontkieniing en verliest
baar waarde vooi' den producent. Veel afgevallen koflie wordt
ook aan bet oog van niet al te ijverige of strenge inzamelaars
onttrokken en men kan er veilig op a a n , dat er in de Oou-
vernementstuinen op ,1 a va, jaarlijks, tienduizenden jiikols koffie
verloren gaan tengevolge van minder zorgvolle inzameling.
Konde de waarde van de koflie, voor de gedwongen planters,
— de cultuurpliditigen, — redelijk worden verboogd , bet
bestuiir zoude, over bet algemeen, minder gestadig tot bet
ijverig oogsten beboeven aan te dringen of te dwingen.
Ook de inzameling zelve gescbiedt zelden met voorziclitigbeid
en zorg. Strikt genomen zoude men de rijpe vruchten door
zacbt scbudden der boomen van deze moeten doen vallen,
zooals ook de A rabieren plegen te doen, of wel, ze met de
band één voor één dienen te pliikken. Valt er veel te oogsten,
zijn de boomen hoog opgegroeid en onder zoovele omstandig-
beden meer nog, dan is beiaas ! dikwijls de boofdzaak, zoo
spoedig mogelijk klaar te komen; men slaat dan de vrucbten
met stokken of rist ze, bij inassa’s, van de takken af. In
beide gevallen worden de plantsoenen bescbadigd ten koste
al dadelijk van een volgende vrucbtzetting en boeveel moeite
men zieh, bij de gouverneinents-cultuur altbans, ook geve
ter bevordering van een zorgvuldigen kofliepluk, men kan niet
voorkomen dat, meer dan noodig en nuttig, rijp en groen
dooréén wordt ingezameld. Niet volkomen rijpe vrucbten