door zijue janitsaren ter kerke drijven; maar onvermogend was
zijne woede om er hen de schilderijen te doen kussen en te
aanbidden. Zekere c h a l î l c h o u r i , zelf de zoon eens priesters,
en nu tot het geloof in j e z u s bekeerd, werd door de zijnen
naar Konsiantinopel afgevaardigd, waar hij door de hulp der
Noord-Amerikaansche broeders een firman des Sultans verkreeg,
die de vrijheids-erkenning der Prot estants che Christenen te Has-
beiya inhield. Eenige verbetering in hun lot was er het ge-
lukkige gevolg van, nogtans ook maar in zekere mate, want
de sluwe m a t h ô d i o s wist nog gedurende vijf bange jaren den
Pasja van Damascus tot allerlei geheime maatschappelijke vervolging
om te koopen.
Zoo heeft de trouwe Heer zieh ook hier //eenen wijngaard
geplant, dien Hij behoedt, dien Hij alle oogenblik bevochtigt,
dien Hij bewaart, nacht en dag1). Hij geeft zijn volk wel
brood der benaauwdheid en wateren der verdrukking; maar Hij
doet hunne oogen Jmnne leeraars zien, en hunne ooren het
woord hooren desgenen, die achter hen is, zeggende: Dit is
de weg, wandelt in denzelven; als zij zouden afwijken ter regier
of ter linkerhand2). Ja, dat heeft Hij aan de zijnen te
Hâsbeiya bewezen. Nog woeden de vervolgers met exeommu-
nicatie voort; ook heden morgen nog waren sommige priesters
heimelijk tot het ziekbed van een arm Protestant doorgedrongen,
om, zoo het mogelijk ware, hem nog voor zijn dood tot hunne
kerk terug te voeren. Maar de vervolging werkt niet anders
dan gelijk de wan in het koren: die zieh om baatzuchtige
redenen bij de Protestanten hebben geschaard, zijn te ligt voor
de schudding; zij vliegen weg als het kaf voor den wind, terwijl
het tarwe-graan op deze wijze wordt gezuiverd3).
Hdsbeiya is het station sedert de beide laatste jaren aan de
broeders T h o m s o n en v a n d i j c k toevertrouwd. Sedert hun de
inlandsche zendeling w o r t a b e t is toegevoegd, zijn zij zieh
te Sidon gaan vestigen, terwijl ze door gedurige bezoeken het
oppertoezigt over eerstgenoemde plaats blijven waarnemen. De
godsdienstoefening wordt gehouden in eene groote kamer, met
I) Jes. XXVII: 2, 3. 2) Jes. XXX: 20, 21.
S) Een uitvoerig berigt van het ontstaan, de vervolging en den'voortgang der
gemeente te Hdsbeiya vindt men in W ils o n ’s Lands of the Bible I I dl. bl. 185,
474—476 en het tijdschrift der Noord-Amerikaansche zendelingen, the Missionary
herald.
zindelijke matten belegd, in het liuis des zendelings. In eene
andere kamer zag ik den ijverigen w o r t a b e t den kranken hulp
toedienen, die zieh elken morgen bij hem aanmelden: want hij
heeft ook de geneeskunde bestudeerd, en is daardoor niet alleen
in staat den noodlijdenden bijstand te bieden; maar vindt bij
den neergebogen kranke zoo vaak eene ziel, die zieh nog on-
eindig ellendiger gevoelt dan het ligchaam, en een hart dat,
door liefde gewonnen, zoo gereedelijk de woordcn aanneemt,
die tot zijnen vrede dienen. Zelfs de Emir s a d - e d - d i n is thans,
door zijne afhankelijkheid van w o r t a b e t ’s geneeskundige hulp,
hem en zijnen gemeente niet ongenegen. Opmerkelijk is het,
dat, gedurende de vervolging der Grieken, de Druzen den Protestanten
vele blijken van genegenheid gaven. Zelfs is het een-
maal tot eenen openbaren strijd gekomen, waarbij een alge-
meene aanval op het leven der Protestanten door de Grieken
werd ondernomen, die echter door de Druzen werd afgeslagen
en verijdeld.
Dezen avond waren wij, Europeanen, met n i c o l a bij onzen
broeder w o r t a b e t vereenigd, waar Dr. K. ons voorging in
het lezen en bespreken van Eilip. II en het gemeenschappelijk
gebed.
, 7 Jannarij.
Ik moet het schrijven aan u mijn vriend ! tegenwoordig als
een dagboek inrigten, anders zal het mij weldra onmogelijk
worden u alles me6 te deelen, wat ik u toch zoo gaarne verha-
len wilde. Daarbij blijft het weder günstig en ik maak daarvan
dagelijks tot het doen van excursien gebruik. Zoodra is niet
het ontbijt afgeloopen, of ik zit te paard, en gewoonlijk is de
zon onder, als ik weder voor de deur mijner woning afstap.
N i c o l a blijft meest te huis; daar w i l l i a m mij vergezelt, heb
ik zijne hulp als dragoman minder noodig, terwijl zijne tegen-
woordigheid vereischt wordt bij mijn nieuwe bediende, — niet
I b r a h im , dien het reizend leven niet beviel en die terug wil gaan
naar zijn dorp — h a n a h , een inwoner van deze plaats, die
zijn dienst is komen aanbieden, maar wiens uiterlijk mij weinig
vertrouwen inboezemt. Deze verandering van bedienden is , tus-
schenbeiden gezegd, geene bij dr age tot veraangenaming der reis.