tot Syra, de 12 uren stil liggens aldaar en weder de 16 uren
varens tot Smyrna te beleven. Ja, kon ik u het heerlijke win-
ter-klimaat der Middellandsche zee bij mooi weder eens laten
onderviuden! De atmosfeer schijnt er anders dan in onze koude
Noordsche streken te zijn zamengesteld. Hoe, dat laat zieh
niet beschrijven; maar zeker is het, dat er iets rustigs, iets
kalms en tegelijk iets verkwikkends en levendmäkends in deze
lucht is, waarvan het blijde genot mij nimmer uithetgeheugen
zal gaan. En aanschouwt na eens die blijde gezigten, die tol-
ken van de gemoedsstemming waarin onze medereizigers zieh
bevinden! Wat maakt het de aanknooping van gesprekken ligt;
den toon van dit kortstondig vriendschappelijk verkeer lagchend!
Ja, maar toch niet onvoorwaardelijk. Spreek slechts de beide
N. Amerikaansche heeren eens aan, die daar met spitse neuzen
en kinnen en arendsblikken rusteloos op en neder wandelen, als
wäre de 10 mijls vaart- der stoomboot stil leggen in het we-
reldreis-plan, dat ze voor zieh hebben. Wend het onderhoud
maar eens op het lievelingsthema, de voortreffelijkheden van
onzen gezegenden Verlosser, en oordeel dan of er vrede van
binnen is. Zij zullen u met niet weinig woorden demonstreren
dat ze den Bijbel niet kunnen aannemen als Gods Woord;
jEZus niet als Gods Zoon, nog veel minder als den Verlosser
der menschen; dat de mensch door God is geschapen om altijd
gelukkig te zijn, dat is volgens hun verstaan, om altijd als
vrolijke fra ns naar al den lust van zijn bedorven hart voort te
leven; dat hij dus een dwaas is, die zieh met wat zij noemen
godsdienstige hersenschimmen of malerijen kwelt, welke hem
hier zijne rust benemen en hier namaals niet baten zullen; dat
de mensch met een’ vrijen wil is geschapen en met eene vrije
rede; dat zijne rede zijn Godsdienst is; hij doe slechts niemand
kwaad en voorts zoo veel goed als hij kan, dan is het ontwij-
felbaar of het zal hem in het toekomstige leven van de hand
des regtvaardigen Gods (schrikkelijk woord van zulke lippen!)
wel gaan; al die morale lessen, tractaatjes en godsdienstige
boeken zijn zeer goed voor het onbeschaafde volk; maar menschen
als zij wier rede ontwikkeld is, zijn boven zulke dingen
verheven!
Of voeg u eens bij die elegante Dame, daar digt bij het
stuurrad. Zij is de vrouw van een der diplomatische perso-
nen aan het hof van Athene, en keert tot hären echtgenoot
terug met haar twaaljarig dochtertje, dat als eerste vereischte
eener goede opvoeding een jaar in een der pensions van Parijs
heeft doorgebragt. Opvoeding van jonge meisjes, dadelijk een
aanknoopingspunt voor een gesprek over ziele-aangelegenheden.
Niets roemt de zorgvolle moeder zoo zeer als de godsdienstige
vruchten van die 12 maanden lange Parijsche opvoedingscursus.
— Gij moest dekerk eens gezien hebben, mijnheer! hoe mooi
versierd toen mij ne dochter hare eerste communie deed. En
die roerende preelc gehoord hebben van pater over den
dood. ’T was mij, als of ik het onder de preek zelve zou
besterven!
Of geef eens een tractaatje, b. v. dat verhaal van de bekee
ring van den Xerschen priester, aan den luchthartigen fransch-
man, daar tegen de raderkast aangeleund. Hij antwoordt u
aanvankelijk met fransche beleefdheid; maar t moet er eindelijk
bij hem uit: hij haat al die verhalen der Engelsche Protestanten
over hunne omkooperij der Boomschen in Ierland. Gelukkig
worden ze ruim vergoed door den terugkeer van duizende
Engelschen tot de wäre Moederkerk. Hij laat er spoedig op-
-volgen: Eh bien! het is nu eenmaal zoo; dat de mensch slechts
berouw hebbe, penitentien doe en de liefdadigheid beoefene.
Que voulez vous de plus Monsieur!
Of mengen wij ons in dien vrolijken groep daar aan bakboords
zij de Neen, zegt gij misschien, al genoeg voor dezen
keer. Ik zie wel, dat ook de heerlijkste luchtstreek der wereld,
die der Middellandsche zee, niet in staat is genade mede te dee-
len. Als wij ons eigen hart zoo in den Spiegel van andere harten
besahouwen, dan mögen we ous wel afvragen; wie gaf ons
licht; wat is ons, dat wij geleerd werden ons te onderwerpen
aan de gehoorzaamheid van Gods Woord?
De stoomboot ploegt inmiddels de blaauwe vlakte. De klas-
sieke kusten van GrieTcenland en zijne eilanden-groepen zijn in
het gezigt. De loods wij st u Arcadias punt aan, en däar achter
het eilaudje Sjphagia, de baai van Navarino, waar den
20. Oct. 1827 door de vemieling der Turksch-Egjptische vloot
het lot van G-riekenland''s onafhankelijkheid werd beslist en
Turkijes tyrannij het hoofd gebroken. Wat herinneringen aan
oude en nieuwere geschiedenis bij iedere mijl door dezewateren
afgelegd, bij ieder voorgebergte in het gezigt getreden. Wat
schilderachtige kleur-overgangen over die kust uitgespreid; van
2