\
Nazareth zijn afgekomen, van laatstgemelde plaats naar 'Akka
en voorts de kust längs naar Tyrus, Sidon en Beyrout. Ik
moet hun dringend aanbevelen de reis van 1Akka naar Nazareth
over Kdlal-Jedin en Kdlat-Karn te nemen, een omweg
die hun een der fraaiste natuurtooneelen nit geheel Palestina
aanbiedt en een goed nachtverblijf tevens in het Christendorp
Mellia, een groot nur ten O. van Kdlat-Karn gelegen.
Het grootste gedeelte van den dag bragt ik in deze schilder-
aehtige vallei door. Perez was inmiddels met mijne muilezels
naar Mellia vooruit gezonden., en had eenen introductiebrief
ten mijnen behoeve van Mr. a ta lla h van Tyrus aan Sjech
TTAT.iT.-T? a sis aldaar over te geven. Ik heb een en andermaal
het nut van introductien in dit land leeren waarderen. Zoo
gij ooit, mijn yriend, deze streken bezoekt, houd dit dan ad
governo.
Een benaauwende Sirocco-wind had sedert den vorigen dag
gewaaid en, ofschoon nog vroeg in het voorjaar, zijn verschroei-
jenden en afmattenden invloed reeds krachtig doen gevoelen.
Gij hebt wel van dezen wind gehoord. Hij komt uit eene
kompasstreek tusschen het oosten en zuiden, is niet altijd
even sterk, soms zelfs flaauw, maar voert een dikken lueht-
strpom aan, die den blaauwen hemel met een grijs floers houdt
overtrokken, en alle vergezigt door zijnen nevel beneemt. Niet
alle ligchaamsgestellen zijn voor zijnen invloed even vatbaar;
maar ieder mensch, ja ook de dieren en planten, in een woord
de geheele natuur buigt zieh onder de inademing van dezen
wind neder. Wie voor de eerste maal den sirocco gevoelt, waant
zieh krank te worden; eene geheele verlamming van alle phy-
sieke krachten is in, meerder of minder mate zijne gewaar-
wording.$ Geeft men toe aan dat gevoel., dan wordt de invloed,
zoo nootlottig ondervonden, slechts vergroot Beweging en be-
zigheid, hoe veel inspanning ze onder den sirocco mögen kosten,
zijn beter dan ledigheid en rust. De sirocco heerscht in
Palestina meest in het voorjaar, Maart, April en Mei; ook de
zomermaanden echter waait hij, en is vooral dan hoogst be-
naauwend; zelfs in den winter, hoewel zeldzaam, heeft hij
soms boven de heerschende NW. en ZVf. winden de overhand,
en wordt alsdan na een of tweemaal 24 uren aanhou-
dens, door zware regenbuijen en stormen uit het ZW. ge-
volgd. Ook thans was dit het geval. Den volgenden dag
braken de wolken los; de lucht scheen zieh van hareovermatige
electriciteit te entlasten, en ik mögt mij gelukkig rekenen,
zonder grooter ongeval dan eenige stortbuijen in ’Ä eene
schuilplaats te vinden.
De avond bij Sjech halül was aangenaam en belangrijk. Hij
had, op mijne komst voorbereid, mij een feestelijk onthaal
toegedacht. Het is goed, dat ik het niet overal zoo heb als
te Mellia', mijn hoogmoedig hart zou er weldra onder worden
verheven. Mellia ligt weinig meer dan een uur ten O. van
Kdlat-Karn. Toen ik den heuveltop had bereikt, waarop het
dorp in het midden van eenen rotsachtigen bergkom en omringd
door olijftuinen is gelegen, stonden de Sjech en de voornaam-
sten van zijn volk mij op te wachten. Hunne eerbiedige be-
groetingen, de statie, waarmede h a l il mij in zijne woning
ontving, de menigte volks, die zieh aldaar om mij henen ver-
zamelde, de beleefde woorden, vol Oostersche zegenwenschen,
mij gedurig toegevoegd, de milde aanbieding van sorbet, koffij,
pijpen en een avondmaal van rijst, waarin hoenders waren ge-
kookt, ’t was alles ver boven mijne verwachting, en deed mij
bijna vreezen aan zoo veel eerbiedbewijs geen genoegzame waar-
digheid van persoon te kunnen tegenoverstellen. Ook weet ik
deze statelijke ontvangst aan geen andere redenen toe te schrijven
dan aan het vriendelijke karakter des Sjech’s zelven en aan de
groote zeldzaamheid, dat reizigers Mellia bezoeken.
De inwoners van dit dorp belijden allen de Grieksche Gods-
dienst. Zij onderscheiden zieh van hunne Moslemsche nabu-
ren, in het een klein half uur ten ZO. gelegene Tersjiha,
door netheid en zindelijkheid, hetgeen vooral in hunne wonin-
gen opvallend is. Mellia is ongetwijfeld in oude dagen eene
belangrijke plaats geweest. De overblijfselen van een oud kasteel,
in welks onderste gedeelte men de knobbelsteenen met vlakke
ran den ziet uit den Israelitischen tijd, geven zulks duidelijk
te kennen, al kan ik ook nu in den naam nog geene overeen-
komst zien met eenige plaats in de Heilige Schrift vermeld.
De bouwvallen van ’’Alia tusschen Mellia en Tersjiha kunnen
misschien tot rigtsnoer voor deskundigen dienen, die uit den
hedendaagschen Arabischen vorm der oud-Hebreeuwsche na-
men de steden van jozua’s landverdeeling wenschen te iden-
tificeren.
De vriendelijkheid van mijnen gastheer maakte ik mij ten