Behouder en Zaligmaker geworden is. De ziektebehau deling
der patienten is, in zijne gewone manier van doen, eene bron
van honderde beeiden, om de geestelijke zaken, die hij op het
oog heeft, te illustreren.
Het was toen niet de eerste keer, noch de laatste, dat ik
hem op deze wijze het Evangelie zag verkondigen. Allen
willen, om de medicijnen, en onder den nooddwang hunner
krankheden, wel een geduldig oor verleenen: niet allen echter
nemen het woord der prediking aan. De' meesten stemmen
alles toe zoolang het schuld en schuldveroordeeling geldt; maar
als Je z u s , de Schuldverlosser wordt voorgesteld, dan treedt
het hart, zoo als het van nature is, in al zijne oproerigheid
tegen Gods eenigen verlossingsweg op. Dan schudden de meesten
met een //Iah, Iah! neen, neen!” het hoofd; en wie nogtwij-
felen mögt of iemand je zu s kan aannemen den ch e istu s te
zijn, dan alleen en uitsluitend door den Heiligen Geest, dien
zou ik tot zulke onwedergeboren Mohammedanen willen bren-
gen, opdat ze leeren mogten, hoe gansch verwerpelijk Gods
Evangelie den mensch is, zoolang de Heilige Geest zijn hart
niet heeft geopend.
Het is mij bij het gezigt van Dr. k a ll ev ’s wijze vanEvan-
gelie-prediking intusschen klaar geworden, hoe dit de beste, en
voor het tegenwoordige misschien de eenige weg is , om den
Mohammedanen de boodschap des heils in jezu s ch e istu s te
brengen. Aan niets hebben deze ‘ arme blinden en verdoolden
zoo veel behoefte naar het ligchaam als aan geneeskundige hulp;
geen middel is er, dat hunne harten zoo voor Europeanen toe-
gankelijk maakt als het verleenen van deze. De vele reisbe-
schrijvingen in het Oosten maken er gedurig gewag van. Door
eene chirurgicale operatie was het, dat Dr. e ich a ed so n toegang
vond tot omae’s rnoskee, op het plateau van Salomons tempel
te Jeruzalem, eene gunst, die vele aanzienlijke Christen reizigers
voor en na hem met geen geld of gezag hehben kunnen koopen.
Het Turksch opperhoofd, wien hij van eene oogziekte genas,
en die hem dezen toegang opende, had hem lief als een eigen
broeder; zoodat het hart geroerd wordt bij het lezen van het
afscheids-verhaal, hetwelk deze reiziger van zijnen patient, den
capo ve EDO ondervond. Zoolang het ligchaam krachtig en ge-
zond is, valt het moeijelijk, zieh zelven zoo ellendig en nood-
druftig te erkennen als men zonder den Yerlosser waarlijk is.
Maar als de krachten verlammen, als krankheid onze schoon-
heid doet verwelken, als lijden ons vernedert, dan begint het
oog over ons zelven open te gaan; dan zien wij wie en wat
wij zijn, en de waarheid, dat slechts een stap ons van die
groote eeuwigheid, en van den troon des regtvaardigen, belee-
digden en onverzoenden Gods houdt gescheiden, wordt dan
duidelijk en openbaar. O, hoe welkom is dan de hand der
vertroosting en de toespraak des ontfermens. Geen heelmiddel,
hoe bitter of pijnlijk ook, wordt afgewezen; en is door Gods
genade, onder zulke omstandigheden, de ziel zieh harer krankheid
regt bewust geworden, wat bezoek is dan meer welkom,
dan dat van den bode des Vredes, die, neergezeten aan het
bed van pijn en eilende, je zu s verkondigt als den volkomen
Zaligmaker van arme, verloren zondaren, en die gekomen is
//om te zoeken en zalig te maken dat verloren was?”
Denk nu eens, mijn vriend! als wij onder zulke omstandigheden
reeds zoo geheel de Schrift nazeggen: // Hoe liefelijk zijn
de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die het
goede verkondigen!” *), hoe zieh dan die arme Mohammedanen
moeten gevoelen, die hunne ziel aftobben in allerlei heiligin-
gen en boetedoeningen, zonder nogtans den vrede des ge-
moeds te vinden. Is bij ons de tijd van krankheid en lijden
het uur, waarin het; hart het meest voor de dingen van God
toegankelijk is, bij de verblinde, onkundige Moslems is het
niet anders gesteld. De ondervinding heeft het ons genoeg
bewezen, dat alle veroordeel tegen Christenen en niet-Mohammedanen
in zulke omstandigheden wijkt. Had de Heer je zu s
de gelijkenis niet uitgesproken van den man, die afging van
Jeruzalem naar Jericho, en onder de roovers gevallen en uit-
geplunderd, en zware slagen toegebragt zijnde, door een hem
vreemden, ja anders van hem geschuwden Samaritaan, met teeder
mededoogen werd geholpen3) , ik zou zelfs den leeuw van
antiochus bijbrengen, die den man te voet viel, door wiens
hulp hij van eenen splinter werd verlost, om het te staven,
beide dat lijden gedwee maakt om aan te nemen, en lijden
opwekt om barmhartigheid te betoonen. De Mohammedaan
was tot hiertoe, door de wetten des korans zelve, voor het
Evangelie ontoegankelijk. De Sultan is van deze wetten de ge