— 28
meer: want ze zijn veel te belangrijk om er u slecbts zoo
weinig van mede te deelen. Thans echter moet ik daarover
kort zijn.
De drukkerij. der Amerikaansche zending alhier voorziet met
hare Armenische , Turksche en Armeno-Turksche typen in de
behoeften van bijbels en godsdienstige geschritten voor Klein
Azie en Europisch Turkije. Ook de bekeeringsgeschiedenis van
Dr. capadose in het Armenisch vertaald werd er gedrukt. Het
is hier een der meest gezegende tractaatjes. Mögt de vrijheid,
die de verschillende christelijke gezindheden onder het gebied
des Sultans genieten, toch onze westersch-Europesche Protestanten
aanmoedigen om hier het Evangelie onder de Boomschen
te komen brengen. Honderde Italiaansche emigranten zoelcen
te Smyrna hun brood; geen Pauselijke wereldheerschappij kan
hier den Bijbel verbannen. En wäre dit niet welligt een ge-
schikte weg om door deze Italianen zelve Gods Woord tot
het nachtelijk Italie over te brengen?
Behoef ik het u te zeggen, mijn vriend, dat bij het Christe-
lijk verkeer met de zendelingen en met onderscheidene leden
van de familie v a n l e n n e p , bij al het vreemde van een eerst
bezoek in eene groote Turksche stad, de dagen, die ik hier
doorbragt, als voorbij zijn gevlogen. Wat zou ik u nog veel
hebben te verhalen van mijne omwandelingen in Smyrnas schil-
derachtige omstreken; van de bazar’s alhier; van een statiebe-
zoek hetwelk onze Consul-generaal bij den nieuw benoemden
gouverneur van Smyrna, h a g i l k i a m i l Fas j a , ging afleggen,
bij welke gelegenheid ik de eer had mede mijne opwachting
bij den Pasja te maken; van mijn bezoek in sommigen der mos-
keen en in de kazerne, en van hoeveel andere zaken nog wel
meer; maar mijn plaatsbriefje voor de stoombaot Conte Sturmer
ligt voor mij en herinnert mij, dat ik u weldra over andere
zaken van nog meer gewigt zal hebben te schrijven. Door tus-
schenkomst van onzen vice-consul, den heer it. v a n l e n n e p
alhier en van onzen gezant baron m o l l e u u s te Konstantinopel,
is mij heden een firman des: Sultans geworden, waardoor mij
bij mijne toekomstige opmetingen in Syrie en Falestina debe-
scherming der autoriteiten aldaar wordt verzekerd. Met dankbare
aandoening verlaat ik Smyrna. De Heer ontferme zieh
over dit arme volk. Yaarwel, spoedig hoop ik u uit Syrie te
schrijven.
— 29 —
Beyrout, 23 November 1851.
Beste Yriend!
Ik weet niet beter te doen dan u inleggende bladen toe te
zenden, juist zoo als ze volgeschreven werden op mijne reis van
Smyrna herwaarts.
Aan boord van de Conte Sturmer.
Zonde ik n zeggen, ik zit op het dek omringd door een
groot getal reizigers, gij zoudt mij niet verstaan. Een. stoom-
bootdek vol passagiers in het Oosten is geheel iets anders dan
op onze stroomen van het Westen. De bakboordzijde van het
halfdek is door een honten hekwerk en een uitgespannen zeil
tot verblijf ingerigt voor de vrouwen, kinderen en vrouwelijke
bedienden onzer Turksche reizigers. Wat er m dien harem
voorvalt, krijgt men niet zoo geheel te zien, maar het kinde-
rengeschreeuw en andere teekenen van onrust verraden daar
niet veel behagelijks. Blijft het weder goed, dan kan het er
nog door; maar waar moeten die arme schepselen zieh bergen
als storm en onweder ons overvalt. Yan het halfdek tot aan
het voorschip loopen, zitten, maar meest liggen Europeanen,
Aziaten, Afrikanen, Grieken, Armeniers, Joden, Türken, mon-
niken, paters met hunne pakken en zakken, potten en pannen,
kisten en karpetten in de grootst mogelijke verwarnng door
elkander. L amartine möge zulk een tooneel en zulk eene
kleurmengeling poëtisch noemen, mij is die vuile menschenhoop
walgelijk en afstuitend. Ik zeg vuile, niet zonder beteekenis.
Onder de reizigers van rang en vermögen ontwaart men almede
in het Oosten te zijn. Yele hunner zijn op eenen pelgnmstogt
naar Jerusalem, onder anderen ook de Grieksche Bisschop van
Cephalonia met zijn geestelijk-wereldsch gevolg. Ik bevmd mij
weder in de tweede klasse, welker inrigting nog de voorkeur
verdient boven die der Eransche stoombooten. Yerscheidene
monniken en onder hen pater Se b a s t ien v e h il , Procureur
Général de la Terre Sainte, een Spanjaard van de Eranciscaner-
orde de la Cordelière, bevinden zieh in ons midden.
Yan Smyrna //afgescheept zijnde, kwamen wij den volgenden
dag tegen Chios over” *), thans Scio. Yan zijne vruehtbaar