mij stof genoeg aan om u in dit groote plein eene poos op te
houden. Maar ik wil u deze geographisch-archeologische les sparen
en mijne navorschingen liever bij eene andere gelegenheid
meedeelen. Ook moet ik het karakter, de vruchtbaarheid en
de voortbrengselen van de Nvlakte voorbijgaan, als zaken, reeds
elders in alle uitvoerigheid behandeld. Er blijft mij dus slechts
over met körte woorden te melden, dat ik door het zandige en
laaggolvende plein den grooten weg volgde. Het weder was fraai
en de onlangs gevallen regens hadden den grond zoodanig be-
vochtigd, dat het barre karakter aan deze landstreek anders
eigen thans grootelijks was verminderd; hier en daar zag men
zelf bloempjes of kort gras, waar de groote plassen niet spoe-
dig opdroogden en de bodem daardoor nog eenige dagen voch-
tig gehouden werd. Langzamerhand, naarmate men zieh van
Jaffa verwijdert, verändert het plein; het wordt vruchtbaarder
en de grond, ofschoon nog zandig, is er met klei gemengd en
met gras en bloemen bekleed.
Op s/4 unrs van Jaffa komt men voorbij het dorp Jasour;
aan de CXzijde staat eene fraaije fontein met een koepelgewelf,
naar den stijl der Moslems, overdekt. Nog -f- nurs verder laat
men de dorpen KouJcdb en Beit-Dejan op een kleinen afstand
ter linkerhand liggen. Op drie uren afstand van Jaffa ligt weder
een dorpje aan den weg, Surafend; even hier voorbij ver-
deelt zieh het pad in twee takken, waarvan die ter regterhand
naar Ramleh voortloopt en de andere naar Ludd. Het was
nog vroeg toen ik tot aan deze wegscheiding was gekomen;
ik wenschte gaame de plaats te zien, waar het oude Lydda
stond, en volgde dus het spoor, hetwelk derwaarts voert. Wel-
dra bevond ik mij tusschen de breede kaktusheggen, die
links en regts van den weg Lydda s fraaije tuinen houden om-
sloten. Ik gevoelde mij verkwikt tusschen het geboomte, en
voorzeker, de olijfgäarden en vruchttuinen van -Ludd behooren
tot de nitnemendste, die ik in dit land heb gezien. Een hooge
minaret vertoonde zieh van tusschen het lommer; ik reed door
eene aangenaam overschaduwde begraafplaats en zat weinige oogen-
blikken later aan den kant van eenen vijver, met het schetsboek
geopend, om de fraaije ruine der St. GEORGE-kerk af te teeke-
nen. De schets bespaart mij de moeite eener beschrijving van
dit gedenkstuk uit den tijd der Kruisvaarders; en wat de ge-
schiedenis van St. george aangaat, die men wil dat te Lydda
zou zijn geboren, en van wien zoo veel wonderlijke dingen worden
verhaald, daarover heb ik door mijn bezoek te dier plaatsegeen
meerder licht kunnen vinden, dan de u wel bekende Palestina-
boeken verspreiden.
Ludd of Lod van 1 Krön. V III: 12 *) en Lydda van Hand.
IX : 32—38 is niet alleen merkwaardig als eene stad van ben-
jamin en als de plaats, waar petrus het Evangelie predikte en
eneas herstelde, den acht jaren langgeraakten, in den naam van
jezus Christus; maar ook als het Biospolis (jupiTERs-stad)
der Bomeinen, door cestius (zooals jozephus meldt) vernield,
en later weder opgebouwd en tot een bisschopszetel verheven.
Het werd toen almede beroemd om zijne Joodsche hoogeschool.
De kerk boven het graf van St. george , door de eerste Chris-
tenen gebouwd en door de Saracenen verwoest, zegt men, is
door richabd, coeur de Hon in 1191 weder opgebouwd. De
nu nog aanwezige ruine is van deze herstelde kerk het laatste
overblijfsel.
De steden en vlekken in de H. Schrift in LudcCs nabijheid
genoemd, zijn thans meest allen teruggevonden. Slechts de
ligging van Sarona van Hand. IX : 35 (welligt dezelfde stad
als Lassaron, Jozua X n : 18) is geheel onbekend.
Tegen zonsondergang bereikte ik eindelijk Ramleh, ongeveer
een uur ten zuiden van Ludd gelegen * en insgelijks door uit-
gestrekte tuinen omgeven. Het is niet op eene hoogte gebouwd,
zooals sommige reizigers gemeld hebben; maar ligt midden in
de groote vlakte en beantwoordt geheel aan zijnen naam // zandig?
(Ramleh), daar ik het terrein alhier niet beter dan met
een onzer läge duinstreken weet te vergelijken. Vraagt gij mij,
hoe het mogelijk is, dat reizigers beweren, dat de naam Ramleh
eene verbastering is van Rama of Rameh, d. i. hoogte, als
wäre het vlek werkelijk op eene hoogte gebouwd? dan moet
ik antwoorden: de verbeelding heeft hier hare rol gespeeld.
Misschien kwamen zulke reizigers kers versch in het land en
hadden nog niets dan Jaffa gezien , omringd door hare vlakke
streken. Nog geen klaar denkbeeid hebbende , hoe in Palestina
de vlekken en dorpen op hunne hoogten zijn gelegen, zag men
den langzaam rijzenden en te Ramleh eenigzins golvenden grond
voor eene hoogte aan; terwijl ik mij overtuigd houde, dat reizi