Evangelie te prediken1); en als de apostelen, die te Jeruzalem
waren, hoorden dat Samaria het woord Gods aangenomen had,
zonden zij tot hen p e t r u s en J o h a n n e s , die hun ool^, nadat
zij gedoopt waren in den naam van den Heer j e s u s , de handen
opleiden, zoodat zij mede den Heiligen Geest ontvingen. Zij,
die vroeger geweigerd hadden je z u s te ontvangen, en thans,
vernamen welk een Heiland zij hadden verstooten, zullen wel
in tränen zijn weggesmolten. Welk een toestand voor die menschen
! hoe onuitsprekelijk lief moeten zij j e z u s toen hebben
gekregen ! En was er ook geween, omdat zij zieh zelven van
het onwaardeerbare voorregt hadden verstoken, Hem te zien en
Hem van het hunne te dienen, doordien zij Hem de plaats geweigerd
hadden, die zijne discipelen voor Hem in hun viele
wilden lereiden, de tijd zal toch haast komen, dat zij Hem
zullen zien in al zijne heerlijkheid //gelijk Hij is”; want Hij
is //heengegaan naar het huis Zijns Yaders om. hen plaats te
lereiden, en zoo wanneer Hij zal heengegaan zijn, en hen
plaats hereid zal hebben, zoo komt Hij weder, en zal hen tot
zieh nemen.” 3)
Ook aan de vervulling van de profetien, tegen Samaria ge-
sproken, dacht ik. Ik had die vervulling heden met eigen oogen
aanschouwd. Samaria, een groote steenhoop ! hare fondamenten
ontdekt, hare steenen afgestort in ; de vallei ! Hare straten op-
geploegd, en met graanakkers en olijftuinen bedekt ! Treffend
hebben de Schotsche zendelingen in het verhaal hunner reis
van 1839 opgemerkt, hoe letterlijk de Heer zijn woord vervult,
door Samaria te stellen tegen over Jeruzalem. De profetien aan-
gaanda beide plaatsen luiden geheel verschilfend; .en geheel verschilfend
is ook de wijze, waarop die profetien zijn vervuld
geworden. Yan Jeruzalem heet het // de stad zal tot steenhoopen
worden” 3) en wederom : // de stad zal herbouwd worden op hären
hoop” 4) ; van Samaria daarentegen : // Ik zal hare steenen in
de vallei störten, en hare fondamenten ontdekken.” 5) Jeruzalem
is verwoest ; maar haar puin is opgehoopt boven hare fondamenten.
Samaria is ook verwoest ; doch haar puin is afgestort in
de vallei; hare fondament-steenen op de hellingen des henvels
verspreid, die oude, groote, grijze steenen uit den tijd van
1) Hand. VIII : 5 , 14—18. 2) Joh. XIV : 2, 3.) 3) Micha I I I : 12.
4) Jer. XXX ; 18. 5). Micha 1 : 6.
omri en achab zijn ontbloot geworden. Wat te Jeruzalem is
bewaard gebleven, het puin, is te Samaria verdwenen; wat te
Jeruzalem is bedekt onder het puin, de fondamenten der oude
stad, is te Samaria ontdekt en van den heuvel afgeworpen in
de vallei.
Ook over Samaria s bergen blijft nog eene profetie ter vervulling
over, die van Jer. XXXI : 5, enz. //Gij zult weder
wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters
zullen planten, en de vrucht genieten. Want er zal een dag
zijn, dat de hoeders op Efraïms gebergte zullen roepen : Maakt
h op, en laat ons opgaan naar Zion, tot den heer, onzen
God !” Er zijn er, die dit woord meenen vervuld te zien in
den terugkeer uit de Babylonische gevangenschap. Ik behoef
het naauwelijks te zeggen, dat zulk een verstaan der profetie
alleen bij diegenen gevonden wordt, wier oogen gesloten zijn
voor de groote en heerlijke beloften, die de Heer aan zijn
volk Israël heeft gegeven. Wanneer, zou ik denzulken willen
vragen, is het 8. vers en het 10. en het 34., om van de anderen
niet te spreken, vervuld geworden? Neen, ten deele heeft
de profetie hare vervulling gekregen, toen cyrus de Joden deed
wederkeeren uit hunne 70jarige gevangenschap; maar ten deele
is ze nog önvervuld, daar nimmer Israels verdrevenen van alle
einden der aarde in heil en herstelling zijn wedergebragt tot
het Land aan de Yaderen beloofd. Ten deele is er vervulling
geweest in de komst des Yerlossers op aarde; maar nog een
ander deel, ja het grootste deel van ’s Heeren woord moet nog
waarheid worden, namelijk dat Hij Israël tot een God, en zij
Hem tot een volk zullen zijn. Eom. XI spreekt klaar over
deze verborgenheid. Daarom willen wij geloovig wachten : want
h alzoo zal geheel Israël zalig worden ; gelijk geschreven is :
De Yerlosser zal uit Zion komen en zal de goddeloosheden af-
wenden van Jakob.”
Zoodra de nacht voorbij was, nog vbor dat het licht was,
stonden wij heden van ons morsig leger op. Het was Zondag
en ik heb het mij ten regel gesteld, dien dag niet te reizen.
Doch Nalehourah was geene plaats, waar ons verblijf langer
dan dien ddnen nacht veilig zou geweest zijn. De dorpelingen
waren wel wat gedweeër geworden; maar bleven ons toch onge-
zind. Wij hadden behoefte, na de geheele week zwaar gereisd
te hebben, aan eene goede rustplaats en aan eenige verkwikking.