schot van haar, die hem lief was ter aarde gebragt. Hij zeide
mij thans gereed te zijn tot het maken van eene winterreis in
Galilea, met het doel de lijdende menschheid te bezoeken, en
waar hij dit vermögt hulp naar ziel en' ligchaam beide aan te
wijzen. Het reisgezelschap van zulk een man scheen mij zoo
aantrekkelijk toe, dat ik ter naauwernood de begeerte kon on-
derdrukken om hem dit te kennen te geven. Van den anderen
kant scheen het als of dr. kat.ley zieh genegen gevoelde met
mij te zamen te reizen; en toen hij het was, die het eerste
woord daarover uitsprak, gevoelde ik mij reeds meer dan half
besloten, zijn voorstel aan te nemen. Eene zwarigheid echter.
Mijne werkzaamheden zoude mij soms op plaatsen en wegen
kunnen brengen, waar dr. k a lley zieh minder geroepen achtte.
Onze afspraak bleef dan, dat wij beiden de zaak zouden over-
wegen.
De zon daalde reeds snel, toen wij längs Ainab en Ain Kesour,
met vele klimmende en draaijende bogten van het gebrekkige
voetpad, het nog 500 voeten boven Sjemlan (de zijdefabriek
van den heer scott) gelegene Drusendorp Abeyh bereikten.
In landen waar zij, die met ons een van zin zijn in geloof
hoop en liefde, zeldzaam aangetroffen worden, waardeert men
hunne gemeenschap te meer. Zoo was ’t mij dien dag. Eerst
in de familie sco t t , daarna in het gezin van den voortreffelij-
ken zendeling colhoun. Wat uren van christelijke blijdschap
bragten wij dien avond bij hem door. Uren zoo als ze nimmer
in het leven worden vergeten.
In de avondschool vond ik een twintigtal jongelieden, door
eenen inlandschen onderwijzer geleid, vol van leerlust, vol van
jeugdigen ijver. Het was mij een waar genot deze jonge Arabieren
te hooren antwoorden op eenige vragen van geographie
en mathesis die ik hun deed. De secondant, ook eeninlander,
vertolkte hun Arabisch in het Engelsch. Een dfer jongelingen
bewees het problema van sn e l l iu s zoo goed, als wij het op
onze scholen slechts durven hopen.
Daar ik nu toch eenmaal aan ’t vermelden ben van de kweek-
school voor inlandsche evangelisten en onderwijzers te Abeyh,
wil ik er maar een paar bijzonderheden over het werk der
Noord-Amerikaansche zendelingen in deze gewesten bijvoegen.
Hunne stations zijn te Beyrout, in 1833 opgerigt; daarna
Abeyh, Hasbeiya en Sidon, Tripolis, Aleppo en Mossoul.
Te Beyrout bestaat hun arbeid, behalve in het opzoeken
der menschen aan hunne woningen, in het prediken des Evan-
gelies; ’s zondags in het Engelsch en Arabisch; dingsdag en
zaturdag, bijeenkomst tot het gebed, in het Arabisch; donder-
dags in het Engelsch ; woensdag avond, bijbeloefening. ’s Zondags
nog eene zondagschool en bijbelklasse voor volwas-
senen.
De zendelingen, thans te Beyrout gestationeerd, zijn deeerw.
heeren Dr. e l i sm it h , w h it in g , Dr. de eo r e s t , tevens ge-
neesheer en h u t t e r .
Dr. de eorest heeft daarenboven eene school voor inlandsche
meisjes en de heer w h it in g voor inlandsche knapen, waarin zij
door hunne echtgenooten ijverig worden ondersteund. Mr. h u t t
e r is belast met de drukpers, een gedeelte van het werk dat
steeds in belangrijkheid toeneemt. Dr. e l i smith’s Arabische
bijbelvertaling, de vrucht van jaren langen ingespannen arbeid,
ziet thans van deze pers het licht. Dr. w. w h it in g is tevens
leeraar van eene zoogenaamde //Native Church” die ongeveer
30 leden telt.
Het Evangelie der vrije genade en vergeving in het bloed
des Zoons van God, heeft hier, gelijk overal elders, veel te-
genstand ondervonden. De Grieksche, Armenische en Eoom-
sche priesters, hebben door banvloek en vervolging, als naar
gewoonte, de Evangelie-verkondiging trachten te vemietigen.
Doch sedert zij zieh daarin gedurende vele jaren vergeefs hebben
afgetobt, schijnt het als of de belemmeringen hunner zijds
zijn verminderd. Een getal van 80 à 100 hoorders komt
gewoonlijk ’s zondags ter kerke.
Dewijl het voortdurend verblijf te Beyrout des zomers, we-
gens de buitengewone hitte, voor de gezondheid schadelijk is,
zoo trekken de broeders er zieh van Junij tot November
naar den Libanon terug. Zoo is het bijna 5000 voet hoog
gelegen dorp Bhamdoun, 5 uren van Beyrout, hun zomersta-
tion geworden, alwaar de prediking nogtans ook des winters
zoo veel mogelijk geregeld door een der Beyroutsche zendelingen
wordt onderhouden. Yan vele dorpen in den omtrek körnen
de inwoners verzoeken, dat ook tot hen het Evangelie möge
worden gebragt. Men tracht door de hulp van inlandsche as-
sistenten hierin te voorzien. Ook in de stad Jaffa, vroeger
een geregeld station, dat echter sedert lang was opgegeven,