trouwe handhaver, en straft met onthoofding een iegelijken
Muzelman, die de leer des Profeets verzaakt. Nog geen drie
jaren geleden werd op de publieke straat te Konstantinopel een
fatsoerilijk jongeling onthoofd, omdat hij het Islamismus had
afgezworen. Men denke dus wat het, voor een Mohammedaan in
heeft aan het Evangelie zelfs maar een luisterend oor te leenen. De
gebeurtenissen van den tegenwoordigen tijd schijnen voor TurJcije's
toekomst groote ontwikkelingen te bereiden. Het kan zijn, en
God geve het, dat de verlamming van de veerkracht der regering
aanleiding geeft, om de doodstraf aan de afvalligen van
Mohammed niet meer nit te oefenen. Maar al nemen ook de
zaken dien günstigen keer, lang zal het toch nog duren, eer
de gedurende zoovele eeuwen ingewortelde verachting van het
Christendom zoo ver is verminderd, dat de Moslem jezu s als
zijn Heer kan omhelzen en belijden zonder zieh aan de bitterste
sociale vervolging bloot te stellen. Daarom O O te meer is het uitstrooijen
van zaad, gelijk Dr. k alley het thans doet, mijns
inziens, zoo gepast en zoo veel beloovend. Men moge mij tegen-
werpen, dat het weinig baten zal, of al geneeskundige zende-
lingen het land doorreizen, heden hier eenige kranken hulp
verleenen, en ievens de eerste zaden des Evangelie’s uitstrooijen,
terwijl ze een paar dagen later naar elders trekken, zonder genoeg-
zamen tijd te hebben, om het uitgeworpen zaad behoorlijk te be-
vochtigen: wij zelven, hoeveel gedurige onderhouding van onzen
geestelijken wasdom hebben wij niet noodig; wat zal het dan
geven, zulk een brokkelwerk, zonder behoorlijke vestiging eener
welgeördende gemeente? Ik antwoord: de tijd is nog niet däär
dat men zieh om het vormen eener Evangelische gemeente
onder de Mohammedanen hebbe te bekommeren. Men zorge
thans om zielen een voor den uit het ongeloof en bijgeloof
des valsehen Profeets weg te rukken. Als er eenige eenheden
zijn, zal de aggregatie tot eene welgeördende hoeveelheid van
zelve hären weg vinden. De Heer jezu s begon ook niet met
dadelijk eene gemeente te stichten te dermalem. Dat kwam
eerst met de uitstorting van den Heiligen Geest, op den dag
des Pinksterfeests, na zijne hemelvaart tot stand. Een voor
een riep Hij zijne discipelen, en het eerste wat er van Hem
geschreven staat, nadat Zijn Messias-ambt, aan de oevers der
Jordaan, door den doop des Heiligen Geestes was verzegeld,
en Hij in het land zijner inwoning was wedergekeerd, is: dat
Hij // geheel Galileo, omging, leerende in hunne synagogen en
predikende het Evangelie des koningrijks, en genezende alle
ziekte en alle kwale onder het voller *) Laat ons toch het
werk van Gods Heiligen Geest niet willen beperken. Een
enkel woord van vrede tot eene vermoeide ziel gesproken, kan
door Hem gezegend worden boven alle bidden en denken. Ook
in dit opzigt is het waar: //Het koningrijk der hemelen is
gelijk een mostaardzaad, hetwelk wel het minste is onder al
de zaden, maar wanneer het opgewassen is, dan is het het
meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzoo dat
de vogelen des hemels komen en nestelen in zijne takken.” 2)
Ons zij het genoeg te weten, dat, terwijl er geen andere weg
open is om den Mohammedaan het Evangelie te brengen, deze
weg naar alle zijden toegankelijk zij. De Heer heeft gezegd:
//Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden
na vele dagen” 3) , en er dezen zegen over uitgesproken: // Wel-
gelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait.” 4)
Daarom mijn vriend! mögt het zijn, dat gij dezulken ont-
moet, die de geneeskunst verstaande, in de uitoefening van hun
vak, den Heer zouden willen zielen winnen, hier is plaats, hier
is de schoonste gelegenheid. Men zoeke geen eigen voordeel;
dan zou het bijgevoegde Evangeliewerk eene tweede zaak worden;
en de Oosterling verwacht liefdadigheid, als heil iemand
geneeskundige hulp aanhrengt. Wel zal hij daarvoor op zijne
wijze niet ondankbaar blijven; maar geneeskundige hulp of raad
met handen vol gelds te betalen, zooals in onze beschaafde we-
reld plaats heeft,. dat is hier niet in gebruik. Ik zag er nog
denzelfden dag een voorbeeld van te Khaifa. Door den herder
werd het weldra ruchtbaar, dat Dr. k a le ey raad engeneesmid-
delen aan kranken uitreikte om niet, en voor dat de avond
daalde, was het huis belegerd met allerlei zieken en eilendigen.
Dien ochtend nogtans had de Doctor aan een paar lieden ge-
vraagd, of er zieh ook zieken in Khaifa bevoaden, die geneeskundige
hulp noodig hadden, en daarop ten antwoord bekomen,
dat er weinig of geene kranken waren. Waarschijnlijk vreesde
men, dat des hakims diensten duur zouden moeten worden be-
taald. Toen men vernam dat de behandeling gratis geschiedde, was