dan op wat de Schotsehe Zendelingen van hem getuigen in
hun //Narrative of a mission of inquiry to the Jews in 1889.”
Zijn arbeid is echter beperkt, doordien het Engelsch zoo weinig
toegang tot de menscheu te Smyrna aanbiedt- De Zendeling
w al t e e arbeidt meest onder de Grieben. Yroeger was hij te
zamen met broeder h il d x e e op Syra, waar toen eene bloeijende
school was, die ruim 600 kinderen telde. Hij klaagde Zeer
over de vervolging van den Griekschen patriarch en zijne
priesters. Een en andermaal was hij reeds genoodzaakt zijne
prediking onder de Grieken te staken, maar wilde die nu met
nieuwen moed hervatten. Mr. wal t e e ’s bestemming was ei-
genlijk onder de Türken; doch nog geene opening is tot hier-
toe onder lien gevonden. Wel spreekt hij met heil, wel willen
zij onder vier oogen naar hem hooren, sommigen vragen zelfs
om Bijbels; maar de doodstraf, waaraan hen de omhelzing van
het Evangelie volgens de wetten des. Korans blootstelt, is eene
nog niet overwonnen zwarigheid. Te Smyrna, Bondja en Bonr-
nabat wordt beurtelings door Mr. l ew is en w a l t e e , godsdienst-
oefening voor de kleine Engelsche gemeente gehouden.
Yeel genoegen mögt ik dezer dagen smaken in den omgang
met de Noord-Amerikaansche zendelingen b e x ja m ix , eiggs en
jo h x s to x , bij wie ik tevens den zendeling lowxdse aantrof,
thans agent van het Britsche Bijbelgenootschap, gevestigd te
Malta. Ook deze broeders ondervinden in hunnen arbeid den
grootsten tegenstand van den kant der Grieksche en Armenische
priesters, zoo dat vaak.de drukpers het eenige kanaal is,
längs hetwelk zij toegang tot de bevolking hebben. Excom-
municatie en maatschappelijke vervolging maken het meer dan
moeijelijk voor de Oostersche Christenen om zieh openlijk aan
de zijde te scharen d^rgenen, die den Heer je zu s niet door de
tusschenkomst van levende en doode heiligen of priestertirannen,
niet door het knielen voor beeiden en schilderijen, maar in
geest en waarheid volgens het woord der H. Schrift, trachten
te aanbidden.
Desniettemin is de zon der geregtigheid in de kerken van
Kl. Azie wederom rijzende, vooral in Aintab en de streken
ten noorden van Aleppo. De meest verbindende berigten komen
gedurig van de zendelingen herwaarts. Deze opwekking heeft
voomamelijk plaats onder de Armeniers. De zending onder
hen geniet eenen bijzonderen zegen, nadat zij eerst vele jaren
de zwaarste vervolging had te verduren. Als middelijke weg,
waardoor die vervolging is verminderd, moeten vooral vermeld
worden de onvermoeide pogingen van den Engelschen gezant
te Konstantinopel, s ie steateoed c a x x ix g 1). Hij was het,
die van den Sultan in 1850 eenen firman wist te verkrijgen,
waarbij aan de Protestantsche kerk in het Turksche rijk de-
zelfde voorregten worden verleend, die de Armenische, geniet.
Opmerkelijk is het en verblijdend hoe de Boomsche kerk en
hare medezusters, de Grieksche en Armenische, bij de Türken
meer en meer afkeer verwekken, terwijl de Protestanten in eer-
bied en achting worden gehonden. Men denke daar evenwel
niet te hoog van. Het Turksche bestuur kent geen regt en
geregtigheid. Niet de verdrukte, die onregt lijdt, maardever-
drukker die den Pasja, mnfti, (hoogste priester) kadi of welken
autoriteitspersoon dan ook de handen vol geld stopt, wordt m
het gelijk gesteld. En gebeurt het, dat beide verdrukker en
verdrukte met //baksjiesch” hun regt trachten te verkrijgen,
dan wint hij het spei, die de grootste baksjiesch geeft. Zoo
nog dezer dagen. Een Armenier was door den heer b ex jam ix
als0 Protestant gedoopt. Zijne mede-Armeniers, van welke hij
voor zijn dagelijksch brood afhankelijk was, wilden hem in de
wijk niet meer dulden. Zijn huisheer wierp hem ten deure uit.
Hij klaagde zijne zaak den regter; doch had er ongelukkig
niets tot baksjiesch bij te voegen; hij werd onmiddelijk, afge-
wezen, nadat den kadi door de tegenpartij de handen waren
gestopt. Dergelijke dingen zijn hier alledaagsch. Schrikkelijke
toestand, die van het Mohammedaansche rijk //het regt is er
//achterwaarts geweken en de geregtigheid staat van verre:
//want de waarheid struikelt op de straat, en wat Tegt is kan
//er niet ingaan. Ja, de waarheid ontbreekt er, en wie van
//het booze wijkt, stelt zieh tot eenen roof; en de Heer ziet
//het en het is kwaad in zijne oogen dat er geen regt is.
O dat de tijd spoedig aanbrake dat wij er bij mogten voegen:
//dewijl Hij zag, dat er niemand was, zoo ontzette Hij zieh,
//omdat er geen voorbidder was: daarom bragt Hem zijn arm
//heil aan en Zijne geregtigheid ondersteunde Hem 2). Ik
beloöf u, mijn vriend, bij de eerste gelegenheid over deze zaken
1) Thans Lord caSniSr redcliffb.
2) Jesaja LIX : 14—16.