in weinige uren vermeesterde. Zoo vindt dan de reiziger van
onze dagen binnen deze hooge mnren en hechte schansen eene
verzameling van puin nit bijna alle tijdvakken der menschelijke
geschiedenis. Sommigen meenen in de bouwvallen nog de groote
St. Johannes Kerk aan de W.zijde, en die van Johannes
den Dooper in het midden der stad, benevens een stuk van
het paleis der Tempelridders te herkennen. Ik moet echter
bekennen, dat ik volgens de plattegrondteekening van het oude
’Äkka uit den tijd der Kruisvaarders in deze ruine niets met
zekerheid kan ontdekken van hetgeen, waarvoor ze worden ge-
houden. Signor einzi was beleefd genoeg van mij door'Akkus
morsige straten overal rond te leiden; men gaat er over eenen
hobbeligen puinbodem en ziet hier een kölomschacht, daar een
stuk van een kapiteel, ginds groote, oude bouwsteenen, elders
muren van nieuweren tijd half neergeschoten ofingestort; maar
als men het alles wel heeft opgenomen, dan komt de schilderij
van het tegenwoordige ’Akka der Türken daarop neder, dat
het een uitgestrekte bouwval is , waarop zieh eene groote moskde
verheft, en waartusschen eenige huizen en kazernen zijn opge-
trokken, die door enorme vestingwallen worden omsloten, als
waren de schatten der wereld er, gelijk oudtijds, binnen opgesta-
peld. Als het middelpunt der Turksche krijgsmagt in dit land,
zijn de straten er steeds vol Soldaten. Wie ze in de bazars ziet
rondslenteren, en hun ordeloos gedrag en slordige kleeding met
de militaire houding onzer Westersch-Europesche troepen ver-
gelijkt, zal weinig verwachting van hunne krijgsdienst koesteren.
De zaak van den zendeling schwartz zou dien dag voor
den Pasja komen. Daar ik voor mijne verdere reizen in dit
gebied een specialen lastbrief aan de dorpshoofden wenschte,in
den tränt van dien, wäarmede hamed-el-beg mij had voor-
zien, zoo vergezelde ik het Engelsch gezelschap naar den Divan,
waarbij Signor d'a einzi, als de vertegenwoordiger van Hare
Britsche Majesteit, natuurlijk niet achterbleef.
Het kleine bovenvertrek, waar de hooge personaadjen van
’Äkka rondom den Pasja, een kleinen Turk van een verachtelijk
voorkomen, waren vergaderd, had niets aan sieraad van bouw
of meubelstukken, wat het den naam van audientie-zaal waardig
maakte. Wat zou het ook in deze ellendige stad? Gij kunt
u eene ledige kamer ligt voorstellen, waarvan de muren längs
drie zijden met eene breede, door kussens gedekte zitbank zijn
voorzien. In een der hoeken zat de Pasja, in eene vuile fran-
sche redingote gekleed, naar het schijnt het geliefkoosde klee-
dingstuk dat de Türken thans hebben aangenomen in den weg
hunner uiterlijke hervorming. Naast hem chawadsja ro g e r s ,
de Britsche kanselier, jeugdig van jaren genoeg in zulk eene
kwestie, Broeder schwartz en voorts de Mufti, verdere
kadi’s en autoriteiten. Aan de andere zijde had ik mijne plaats
onder de overigen. Signor e in z i hield mij door vertolking
aucourant van hetgeen er omging. De beschuldigden van Nazareth
waren ten deele opgekomen; de aanvoerders der gepleegde
vervolging echter niet, en de metzellim van Nazareth ontbrak
almede, om aan de zaak behoorlijken gang te geven. De beschuldigden
ontkenden, wat hun ten laste werd gelegd, zoo als het
doorgaans gaat; maar hoezeer de heer Rogers ook met de
wärmte van een jeugdigen Engelschman op voldoening van den
aan een Britsch onderdaan gepleegden hoon (zoo werd de vervolging
voorgesteld) aandrong, de Pasja verklaarde zieh te
moeten houden aan den raad, hem door den Mufti en de overige
leden des divans gegeven; en die raad kwam daarop neder,
dat, aangezien de betrokken personen niet tegenwoordig waren,
de Britsche kanselier de beleefdheid geliefde te hebben om te wachten,
tot dat ze op nieuw zouden zijn ontboden. Deze kleine
trek is juist een staaltje van de Turksche diplomatic in het
groot. Het Gouvernement heeft geen genoegzaam gezag over
zijne onderdanen; deze zijn zelden lang met Europeanen in verheer
zonder zieh, door het een of ander uitvloeisel hunner
baldadigheid of schelmerij , aan hen te vergrijpen. De respectieve
bescherming van Consul of Ambassadeur wordt ingeroepen; voldoening
gevraagd voor de ontvangen beleediging of geledene
schade; en tenzij nu de betrokken Turksche autoriteit onmid-
dellijk gevaar voor zieh zelve uit de zaak ziet oprijzen, zoo
tracht ze door allerlei listen de kwestie op den langen baan
te schuiven, en is het mogelijk in verloop van tijd te doen
dood bloeden. Zoo ook hier. Signor e in z i fluisterde mij in,
bijna zeker te zijn, dat de Latijnsche Patriarch van Nazareth
den Pasja, of zijnen Mufti, of wel beiden had omgekocht. Yer-
wondert het u, mijn vriend! dat ik hoe langer hoe meer den
vloek door dit Gouvernement over Palestina, zoo wel als over
zijne andere bezittingen, gebragt, tracht voor tebrengen? Het
onregt is te hard om het onverächillig aan te zien.