of ergens gedraald hebben, althans hij werd gelijk wij door
den storm over vallen en bedwelmd. Een der lastdieren viel, en
de muilezeldrijver zag zieh zonder helper om de koffers weder
op te laden. Hij ontlastte toen ook de overigö dieren van
hunne vracht, midden op den weg, maakte zieh zoo goed hij
kon van de koifers een nachtleger, bond er zijne muilezels aan
vast, en bragt in dezen ellendigen toestand den nacht door.
Meer dood dan levend vonden hem de voorbijgangers den völ-
genden morgen nog op dezelfde plaats, waar hij zonder hunne
hulp waarschijnlijk weldra zou bezweken zijn.
En het veulentje, vraagt gij misschien, vemaamt gij er nog
iets van? O ja; w i l l i a m zette zieh dien zelfden ochtend o p
zijne merrie, zoodra het weder wat bedaard was. Hij vond het
arme veulen in de vallei, niet ver van de plaats waar ons de
hyena’s waren voorbij gesneld — maar helaas ! half verslonden.
Wat dunkt u lieve vriend! van den Palestinaschen winter?
Hadt gij u dien zoo voorgesteld?
Ik niet. )
Daar ik hier eene poos denk te vertoeven, heb ik met de
vnendelijke hulp van broeder w o r t a b e t een huis gehuurd van
een der leden zijner Protestantsche gemeente, hetzelfde van
waar ik u thans deelgenoot van mijn wedervaren maak. ■ Het
bestaat, gelijk dat waar ik te Rouni logeerde, uit één groot
vertrek; maar de muren en vloer zijn zindelijk. Het heeft
een klein venster, zonder ruiten, en in den hoek naast het ven-
ster is een schoorsteen gemaakt, zoodat ik geen gevaar loop
door den rook te stikken, gelijk in de meeste der inlandsche
woningen, die ik tot hiertoe bezocht.
In dankbare overdenking mögt ik hier het jaar besluiten.
En de eerste ochtend van het nieuwe jaar *was één der
schoonsten, die mijne oogen immer aanschouwden. Geenwolkje
was er aan den hem,eh De natuur scheen te rüsten, neen,
weder op te staan, als ware het om met het nieuwe jaar een
nieuw leven te beginnen. Zoodra was dan ook niet het ontbijt
afgeloopen, of ik was te paard, om met w i l l i a m , die nu
een getrouwe gezel op al mijne togten is geworden, de zooge-
naamde Chalwet der Druzen, î uur ten zuiden van het vlek,
te gaan bezoeken. Deze Chalwefs zijn afgezonderde plaatsen,
meest op hooge bergtoppen, waar de Druzen hunne godsdien-
stige bijeenkomsten houden. Zij wonen er in nette huizen,
die eene soort van dorp vormen, maar slechts de Akals, of
geestelijken, ingewijden in wat zij de geheimen noemen hunner
godsdienst. De andere Druzen wonen te Hdsbeiya zelve. Hdsbeiya,
zegt men, is eene der eerste en voornaamste plaatsen ge-
weest, waar de Druzen zieh hebben gevestigd. Van waar dit
wonderlijke volk afkomstig is, en welke godsdienst ze eigenlijk
belijden, schijnt,'bij al hetgeen er reeds over geschreven is,
nog tamelijk duister. Ik vind bij de meeste schrijvers over
dit onderwerp opgeteekend, dat de Druzen van de Kruisvaarders
herkomstig zijn, en dat hunne godsdienst een mengelmoes is van
Christelijke en Mohammedaansche leer Stellingen en gebruiken.
Dat ze het zuidelijk gedeelte van den Libanon hebben gekozen
om te wonen; steeds door hunne eigene vorsten of Emirs werden
bestuurd, met eene vrij onafhankelijke houding tegenover
het oppergezag der Egyptische of Turksche souvereinen des
länds; en dat ze door hunnen oorlogzuchtigen aard, vooral
tegenover hunne gezworen vijanden de Maronieten, die de meer
noordelijke streken van den Libanon bewonen, menigmaal het
gebergte van vuur en bloed hebben doen rooken.
Bijna geen schrijver over het Oosten, die niet iets over dit
volk mededeelt: de een met wetenschappelijke bijzonderheden,
de andere in den vorm der lotgevallen bij hen ondervonden •*■).
Ik kan daarom niet gelooven, dat gij van mij verlangt u hier
uittreksels over de Druzen meé te deelen, die gij te huis of
in onze bibliotheken vinden kunt. Liever ga ik voort met
mijnen togt in de veronderstelling dat, indien u de Druzen be-
langrijk genoeg voorkomen —- en zulks doen ze gewis, gij u
gaarne de moeite wilt getroosten er uitvoeriger berigten over
op te slaan, dan de ruimte mijner brieven kan bevatten.
Welnu, het ijs kraakte onder de hoeven onzer paarden,toen
wij den ruim 3000 voet boven de zee verheven bergtop, waarop
de Chalwet ligt, bereikten. Men overziet van dit hooge punt
wederom een belangrijk en uitgestrekt gedeelte lands, debreede
vallei tusschen den Libanon en den Hermon, die onder den
naam van Wacü-et-Teim, van Rdsjeiya — dat bijna 6 uren
1) Zie onder anderen: c. n i e b u h r ’s reize naar Arabie, enz., s. s c h u l t z ’s ,
reizen; d e s a c x , Expose de la religion des Druzes ; Volney, voyage en Syrie,
b u r c k h a r d t ’s travels ete. Het getal der Drnzen, in den Libanon, Damascus,
en het Hhauran gehergte over den Jordaan, stelt de heer e l i s m i t h in r o b i n s o n s
werk op 70,000. Ik hoorde het getal op iets meer begrooten.