Afdee *enC*e ^‘U^t raet een aangenaameti Geur. Olü*
III. sius fchryft, dat zy zonder Bladen in ’t laatst
Hoofd- van Oktober, in Granada, aan de Rivier Gua*
stuk. diana bloeien. Het Plantje, zegt hy,heeftmaar
een Duim hoogte en een gefternd Bloempje ,
dat wit is, met een klejn geel Kelkje. Het is
bitter van Smaak gelyk meest alle andere Nar-
cisfen.
j g f c C i4 ) Narcis met veelbloemige Stengels, het
jinquiiu. j Honigbakje Klokvormig kort en Èlsyormi•
Jonquilje. gg ß k ^
Deeze , in ’t Franfch genaamd Jonquille ,
dat is Jonquilje, heeft haare Groeiplaats in ver-
fcheide deden van Spanje, in Languedok en
Provence, als ook in Italië en de Levant* Z y
onderfeheidt zig door de Biesachtige Bladen,
(die rond, aan ’t end fpits en geheel donker groen
?yn >3 inzonderheid van de Tazetta», welke ook
een kort Klokvormig Honigbakje heeft. Men
heeft ’er een kleine van en een groote, doch
bovendien komen pok een menigte Verfcheiden-
heden voor in de Kleur der Bloemen yan deeze
Soort, zynde de gemeenften fraay Zwavelgeel
en aangenaam van Reuk.
Dus
( ft ) Narch/us Spathä multifiorä , Neftar. Campanulato
btevi, Fol. Subulatis. H. Cliff. 134. R. Lugdb. 35. Gouan
JMonsp, 164. Narcisfiis Jundfaiius luteus major et minor. C.
S. Pin. 51. Cmjs, Hiß. i . p. 159. Dod. Pempt. a 6 . Nare.
lutens Afr. prxcox,an Bulb, Vomitoriiis. Lob. te. 120,
Dus bevat thans het Geflagt der Narcisfen,
volgens den Heer LiNNiEüs , veertien Soor-
ten; terwyl zyn Ed. , in de befchryving vanu00FD.,
den’ Cliffortfen T u in , maar v y f van dezelvensTUK.
kende. B o e r h a a v e , zegt hy daar , telt
’er zeven -en - veertig ; R a y v y f tig; B e s l e -
r i us negen - en - dertig ; B a r r e l i e r . zesen
zestig; T o u r n e f o r t bykans honderd;
de Haarlemfe Hoveniers nog ;meer, en jaarlyks
komen ’e r , door kweeking, nieuwe voort. Zyn
Ed. hieldt die flegts voor Verfcheidenheden ,
als in den beginne niet gefchapen. Diïe -en-
negentig Soorten van Narcisfen waren aan
ïvl u n t i N g kenbaar geworden ; doch onder
welken verfcheidene, tot de volgende GeGag-
ten behoorende, zyn begreepen; gelyk tot dat
van
P A n c r a t i o M» Tros * Narcis.
Een Bloem die zesbladig is, met een twaalf*
deeüg Honigbakje , en de Meeldraadjes op
hetzelve ingeplant heeft, onderfeheidt dit Ge-
Aagt, het welk veelal getroste, doch ookeen-
bloemigen , altemaal wit van Kleur, bev at,
als volgt.
( i j Tros-Narcis met de Stengel eenbloemigi ^r.
en omgeboogene Bloembladen. «•«* "ze^
Vee-lanicnm.
Ceykmfe,
f i ) Pancratium Spatha uniflott, Eetalls reflexis. Syfl. Nat.
XlU Gen. 400. XIII. Gen. 404. p. 26j . Fl. Zeyl.
1fifjfy