V.
Afdeel,
II. Hoofdstuk*
Stengel is hooger dan de Bladen; de binnenüe
Bloemblaadjes liaan overend: het Zaadhuisje
is niet op de hoeken gefleufd of gaapende, ge-
lyk in de voorgaande, maar aüeenlyk driekantig Eyrond.
De kundige H a llEr vondt deeze in Duitfch *
land, boven Jena, overvloedig, maar in Swit-
zerland zeldzaam. Wel drie Voeten was zy
hoog en hadt blaauwe Bloemen. Van het Vee
werdt zy niet gegeten en hadt, gedroogd zyn-
de , geen den minden Reuk. By Clüsius
vindt menze afgebeeld, en door B auh inus
na-getekend*
In Siberie is dit een zeer gemeene Plant,
zegt G m e l in , wier Bloem, by de Ingezetenen
, haar Haanekop deedt noemen. De Bloedzuiverende
kragt des Wortels deedtze aanmerken
als een uitmuntend Middel, tot geneezing
van de Venüs-Ziekte. Van het Afkookzel nam
de Patiënt, ineen Baddoove, alle morgens een
of twee Bierglazen in ; daar hy van braakte of
afging. Zo hy te fterk purgeerde nam hy
minder, anders meer. Na het gebruik van
eenige Weeken hieldt het purgeeren op. Dan
werdt het hem, nog agt Dagen lang, op een
Bed van frisfche Klisfen-Bladeren leggende,
die men dagelyks ververfchte , en daar mede
toegedekt, op de zelfde manier ingegeven, en
hier door werdt hy van die Kwaal verlost.
ö ï B 'o l p 'L a n t ’S. ft-*. ft
oV Iris met ongeb. Bloemen,„ ,, ?. ■ , b:y nti . dnekan- A< fdVee.l« tige Zaadhuisjes, een tonde bogtige öteng II:
en Degenvormige Bladen. Hoofde
stuk» De fchrandere Ë hret vondt deeze Bont- xur.
Bloemige zo fraay , dat hy dezelve met haare Vfrp 0Ur. Kleuren in Tekening br’agt. Zy heeft haale ssaontbRie*
afkomst uit Noord - Amerika, groeijende iamiE *
Virginie en Penfylvanie* De geleerde D il l e - '
Klos merkt aan , dat zy van de voorgaande
weinig verfchifle , dab door de breedte der Bladen
eïi dat de Bloemen Reukeloös zyn. De-
zelven bedaan , zegt hy , gelyk die der anderen,
zo men de Stempels mede rekent,uit negen
Bladen , waar van de drie builenden breeder.en
ömgeboogen, uit den Violetten, geelen-en witten
, bont ; de drie middelden fmaller en korter;
overend flaande, geheel Violet ; de drie anderen,
die voor . Styl verftrekken, uit den Vioiet-
ten paarfchachtig zyn, en tusfehen de binnen- **
den geplaatst. , .
Van één of anderhalf Elle was de hoogte
van dit Gewas. Een ander, naar ’t zelve gely-
kende , hadt de Stempel - Blaadjes op de kanteti
Zaagtandig en niet inwaards omgeboogen : de
Kleur der Bloemen was zo gemengeld niet en1
de-
flex(u1o3f)o &c.I rIisri sC Aomt.'e rImicabnerab v. erGfiècremloirn. . Dfuibltlr.i goEnlitjh. . CTa. ulie5 Ste. roti fF. a1.87, *88, iris latifolia Vii'giriiana 6cc. EHRET, Fiïï. T, 6.
E :
A t
‘Hl
■
'M