308 Z E S M A N N I G E L ET L 1 E*
Ut* wordende. Ook geene daar van hadt hy zien
ATDEn. {jjQgjjgQ; dan van Konftantinopolen gebragt
Hoofd zynde. Men noem deze Zunbul Arabi, ’t welk
«tu k . Arabifehe Hyacinth beteker t* maar hy g a f ’er»
om dat zy meer Mar de Soorten van Vogel-
melk geleek, den naam van Arabifch Ornithoga-
lum aan;
De Bloemtros, inderdaad, zo als hy dezelve
in Afbeelding bragt , welke de zelfde is
als die van L ob e l en DoDONéus , gelykt
zeer weinig naar eene Hyacinth, als de Bloe-
men byna egaal van hoogte hebbende ; weshalve
deeze Soort ook zeer groot Kroontjes^
draagend Vogelmelk genoemd was by B au-
h i n ü s . Ik kan derhalve naauwlyks begry.
peD, hoe de Dames te Wcenen dezelve Wit*
te Hyacinth konden noemen , gelyk hy zegt.
Immers de grootte der Bloemen„ derzelver
figuur en plaatzing, hadt geen de minfte overeenkomst
met de Hyacinthen. Ook verftaa ik
niet, hoe de Steeltjes der Bloemen laager kunnen
gezegd worden te zyn dan de Stengel: ten
zy dat zulks in tegenftelling met de volgende
gezegd ware. Immers de uitdrukking van wy.
len den Beroemden Hoogleeraar A. van Roven
billykt deeze twyfeüng; alzo hy niet de bepaa-
ling van de Ridder heeft; maar z e g t , dat de
Bloemfteeltjes naauwlyks hooger dan de Stengel
zyn (*).
L in -
(*) Öriiitfiog. Flor. Corymbofis, Pedunculis Scaputn vis
fuperantibus, Filamentis aiternis emarginatis. R, Lugdt), ut*.
L innjeus merkt aan , dat deeze SjÊtPrC'
ook aan de Kaap der Goede Hope voórkome. ^
Ik heb van daar een Bloemtros ontvangen, die Hoofd- f
in ’t gezegde opzigc meer met de gedagte be-,T^s*— ~
paaling Urookt en ,we!ke ik derhalve onder^ lum du-
den bynaatn van Twyfeladmg Vogelmelk voor-««^yfd_
Itel. Men vindcze, in d ! Natuurlyke grootte,achtig,
in Fig. 3 , op Blaat LXX X.II, afgebeeld. Het lxxxii.
nevensgaande Blaadje toont, dat zy het Uijtn- 3-
achtig Vogelmelk niet kan zyn van Herman
n u s gelyk, ook de Meeldraadjes geene
Wolligheid hebben. De Blikjes, die deBloem.
Keeltjes omvatten , zyn niet Hartvormig, hoe-
danigen de Ridder toefchryft aan het Arabi*
Iche ( f ) : maar zy loopen zeer (pits uit. De
onder (te Bloemftee.ltjes zyn.yry wat korter of
laager dan de top des Stengels, en maajsen met
de bovenften eene byna pieramiedaalé Trös*
van tien o f twaalf.» Bloemen. Deeze» hebben
de zes Blaadjes taamelyk fpits ■, ca geel van
Kleur, ovaal- of Eyrondachug.
(10 ) Vogelmelk wiet geiuilde Bloemen r de x.
Bloemjleeltjes hooger dan de Stengel; degaiu2 u Z
Meeldraadjes aan den Voet verbreed.
De
(*) Orrjithogalura Cepaceum, Herm. Lugdi. p. 46«. T.
467. '
( t ) Bra&eat amplexicaulcs , Cordatx., Sffi. Nat, Vrg.
XIII.
(10) Ofnitbogalum Flor. Corymbofis, Pcdiinc. Scapo aïtió- V 3 ... >