V.
A fdeel»
Ki-
H oofdstuk.
IX.
&*rtis/ks
Odcrus» i
luikende..
X.
Calathi-
BUS.
Korfacliti£
e.
XT.
Tazettx.
gekerige.
(9 ) Nareis met byna tweebloemige Stengels $
het Honigbakje Klokvormig zesdeelig effen,
half zo lang als de Bloemblaadjes;
de Bladen half Rolrond»
Deeze, die de zelfde Groeiplaats heeft, komt
met enkelde Bloemen op de Stengels of met
veele Bloemen voor. Zy zyn geel en driemaal
zo groot als van de Tazetta, die volgt.
CIO) Narcis met vedbloemige Stengels; het Ho*
nigbakje Klokvormig byna zo lang als de
Bloemblaadjes; de Bladen plat.
Naar de voorgaande en volgende geijkt deeze
, die óp de zelfde plaätfen voorkomt, zeer ,
doch heeft de Bloemblaadjes veel grooter en
Ipitfer.
( 1 1 ) Narcis met veelbloemige Seengels; het Honig
(9) Narcisfus Spathä fubbiflorä , Ne£L Campan. fexfidó
lzv i, dimidio Petalis breyiore &c, Am. Acai. IV. p. j u .
Narcisfus polyanthos Flore minore öellato toto luteo, Ru DB.
Elys, II. p. 60, f. 7.
(ro) Narcisfus Spatha raultiflora , Ne&ario Campan. * -
quahte Petala , Fol. p'.anis. Naic. anguftifol. flavus magno.
Caule. C. B. Pin, 51. Ru DB. ElyS, 1'. p. <So, f. 5. Nat-
cisfiis anguftifolius prior. C lus. Hiß. I. p. ij8.
( 11) Narcisfus Spathä multiflora, Neótaxio plicato trunca-
to, triplo breviore Petalis , Fol, planis. Narcisf. Fol. Enfi-
formibus &c. H. Cliff. 134. Nare. medio - luteus copiofó
flore, odoia gravi. Ru DB. Elys.ll. p. J7- £ lK Nare. luteus
polyanthos Lulltanicut. C« B. Pin. jo. Nare. latifol. Fl.
prorfus albo, 1 & 2, CLUS. Hifi. I. p. i j j . TANN. Ic, p»
nigbakje Klokvormig , geplooid , geknot, ^ ^ .
driemaal zo kort als de Bloemblaadjes: de | j |
Bladen plat, H oofd-;
s tu k .
Het HoDigbakje vertoont zig als een Bekertje
in deeze Narcisfen, die de Velden in Spanje
, Portugal en de Zuidelyke deelen vanVrank-
ryk, even als by ons de Paardebloemen, ver-
fieren. Men noemtzé in Languedok, Pisfau*
liech onder ’ t Gemeen, *t welk veel naar den
febimpnaam dier Bloemen zweemt * , In Pro* ^zié ïr*
vence , zegt L ob e l , worden van de Bloe-bl‘ 3ï8,
men Kransjes gemaakt, die men daar noemt
Donas; doch zy zyn het Gras zeer fchadelyk.
Hy hadtze in Nederland gezonden uit Langue.
dok , in *t jaar 1561 , onder den naam van
Narcisfen o f Spaanfche fenette. Veel vindt
menze in Spanje aan de Zeekust, daar zy
vroeg in 5t Voorjaar bloeijen volgens C losius.
Gemeen zyn deeze Narcisfen in de Bloemhoven
van Europa , die ’er fomtyds voorkomen
met tien of twaalf Bloemen op een Stengel,
gemeenlyk Tros - Narcisfen genaamd , cioch
grootelyks verfchillende in getal, in grootte en
kleur der Bloemen. Men vindtze geheel wit,
ook geheel geel; doch meest witachtig met een
Citroen-geel o f Oranjekleurig Kelkje in ’tmidden
; dat wel altoos veel kleiner dan de Bloem
is , doch in grootte verfchilt. In de Bloemiste-
ry van D. VooRHELMte Haarlem zyn meer
dan honderdley Tros - Narcisfen op naam te
be-
13. DEEL. XK. Stue,