A fd e e l A fb e ë ,d in & in -% • 3 » Op P l a a t L X X V I I ;
II. waar uit E3'et alleen de ongemeene fierlykheid
Hoofd- van deeze Ixia, maar ook haar verfchii van de
stü*. anderen blykt. De Bladen, allen uit den Wortel
voortkomende, zyn Lancetvormig Liniaal,
korter dan de Stengel, die omtrent de langte van
een Voet h e e ft, zynde by ieder Bloem zeer
fterk geboogen. De Bloemfcheedjes o f Kelken
zyn hier ook tweekleppig, op zyde rappig en
met zeer lange punten, brnin bont van Kleur,
gebaard, doorfchynende , van langte byna als
het Bloempypje. De Bloemen, donker Violet
o f paarfchachtig van Kleur, zyn groot, in zes-
fen regelmaatig gedeeld , met een kort dun
Pypje, dat voor Voet verftrekt. Haar rand
beflaat uit Slippen, die naar ’t end verbreiden
en aldaar Spatelvormig uidoöpen , gelyk blykt
in de geopende Bloem , waar ook de Styl en
Meeldraadjes , hier in de natuurlyke grootte,
zeer zigtbaar zyn. Men ziet hoe de Meel!
knopjes Liniaal, byna de langte hebben van de
Draadjes, waar z y op rusten, terwyl de Styl
ruim zo lang. is en in drie fmalle Stempels bedeeld,
ftaande op zyn Vrugtbeginzel in ’t gezegde
Scheedje (*).
0 4 )
C'y Gedagte Plaat levert dus, 20 ten opzigt van de grootte
en figuur der Bloemen, als de Kelken, en Teeldeelen , een
aanmerkelyk verfchii der Ixiaas uit, 7t welk In de volg*ende
uog nader blyken zal. Van de Groorbloemige heb ik met
boDte, als ook met geele Bloemen, Ik heb van de Crocata
maculata , po’.yftacbia, ook wel fraaije fixemplaaren , doch
öie zyn elders afgebeeld.
f1 4 ) Ixia met de Stengel gepluimd, het
. pypje zeer lang en Boogswys' omgekromd. II> 1
Deeze is door gedagten Heer d e
c h e in Afbeelding gebragt en befchreeven. xlVt
Zyn Ëd. merkt aan, dat dezelve de Steng twee' fff, ^
o f drie Voeten lang, ronden regt heeft, van Gepiuim-:
boven Pluimachtig bezet met Bloemen , diede'
Trechterachtig en zeer lang van Pypje zyn,
geel van Kleur, in zesfen als gewoonlyk gedeeld
, doch eenbladig, vervat in tweekleppige
Vliezige Scheedjes, kort zynde en van boven
rappig. De Meelknopjes heeft dezelve langwerpig,
den Stempel in drieën gedeeld en agterom
geboogen. Ik heb, zo ’t my voorkomt, deeze.
( i j ) Ixia met een veel - Aairige Stengel , de xv.
Aairen over hoeks , digt aan dezelve, enTJ?r^ ~
gejteelde Vrugtbeginzels binnen de Scheedjes. Ji™*'1105*
Meest onderfcheidt zig d e e ze , doordien de
Bloemen digt gepluimd zyn, en dus een Tros
maaken van meer dan een Voet langte. De
Steng is van boven bogtig en aan de Oseis der
Takjes komen gebaarde Scheedjes voor. De
Bloemen , digtgeaaird, zyn fchoon blaauw van
Kleur , in zes Eyronde Slippen verdeeld, vlak
met een kort Pypje. De Meeldraadjes zyn
kort,
(14) Ixia Caule Paiüculato, Tubo Floris lengtsfimo, arcuato.
ROCH. Dis/, p. 26. T. I. BüRM. Fi. Cap. Prodr. I.
(15) Ixia Cauie Polyftachyo, Spicis alternis, Cauli approxi*
tnatis &c. Roch. Disf, p. zo, SURM. Prodr. 1»
II, Deel. sil. Stuk.