V.
’A f te e l ,
II.
H oofd-
S’1 UK*
VU.
Jx'a Bul•
bifera*
Uodra^
g<-nds.
ftig is uit Afrika. Aan de Kust van Malabar
fchynt z y zeer veel grooter dan by ons te
vallen, wordende de hoogte aldaar op eens
Mans langte gerekend, De Bladen omvatten
de Steng en hebben een aanmerkeiyke breedte:
*y zyn met veel Ribben overlangs voorzien en
loopen puntig uit. De Bloemen komen lömtyds
geeler, fomtyds rooder voor en van aanmerke-
lyke grootte j altoos met donker roode of
Bloedkleurige Stippen en Vlakken getekend,
De Styl , die een driedeeligen Stempel heeft,
wykt van de Meeldraadjes af. De Vrugt is
een driekantig, driehokkig Zaadje, dat in ieder
holligheid verfcheide glinüerend zwarte rond-
achtige Zaadjes bevat.
(7) Ixia met Liniaale Bladen , in de Steelen
Boldraagende , overhoekfe Bloemen en zy-
delingfe Meeldraadjes♦
Door de byzonderheid, van Bolletjes in dc
Oxelen te draagen , munt deeze uit. welke,
gelyk de volgende, aan de Kaap der Goede
Hope huisvest. Zy heeft Grasachtige o f fmal
Degenvormige Bladen die opftaan , met een
verhevene zydftreep. De Stengel is een Voet
lang , rond , met twee o f drie Bladen over*
hoeks-, welke ieder, in de holte aan de Stengel,
een klein Bolletje bevatten. Aan den top derzelve
( " ) Ixia Fol. Linearibus, Axillis Butbiferis &c. Am, Ac ad,
ÏV. p. 30V, M lH . /f, jjs . X, 235, f, 2,
zelve komen twee of drie Bloemen, over- VJ
hoeks , ver van elkander , ongedeeld, in en- A ^ eel.
kelde , tweebladige, rappige Scheedjes vervat. Hoofd-
De Bloem is Klokvormig bleek met een geelenSTUK.
bodem, in zesfen gedeeld , en voorts met de
deelen der Vrugtmaaking als in de andere Soorten.
De Wortelbolletjes zyn zo rond en elfen
niet, als in de eerfte.
fQ\ ixia met Liniaale Bladen en eene bogtige r ynr.
V^V Ixta fle*
veelbloemige Bloemtros!* xuofa,
Bogtige*
De Bloemen van deeze zyn witachtig, aan
den bodem geel , van buiten Violetachtig, zeer
veel in getal en dus te famen als een Tros
uitmaakende. De Bladen zyn glad. Het Bloem*
ftengetje, een Voet lang, is rond, van Bloem
tot Bloem een weinig geboqgen , en dikwils
ook een Takje uitgeevende. Dit ftrookt zeer
weinig met de aaDgehaalde van M i l l e k ,
die daar niets van meldt. De Hoogleeraar N.
L . B ü rm a n n u s acht het eene Verfcheiden-
heid te zyn van de Geboogene Ixia van den Heer
d e l a R oc he, die de Bloemfteng, daar de
Aair begint, dikwils tot eenen byna regten
hoek , o f in oen winkelhaak, gelyk men ’c
noemt,
( 8) Ixia Fol. Linearibus , Racerno flexuofo multifloro.
Ixia Folüs Linearibus , Flor. fpicatis fesfilibBS. MlLL. Is*
I5tf. f. 2? BURM. Ft. Cup. Pr oir, I.
II, Deel. Xli. Stuk.