rader aan de Bloem vertoont, onderfcheidcn ,
en bevat meer dan dertig Soorten > welkeD op iV#
de volgende manier gefmaldceld zyn»
A. Met de Helm der Bloem gefpoord.
(i) Standelkruid met onver deel'e Bohvortelen,
de Bloemhelm tweefpoorig. Tweïhoornig,
Deeze en de beide volgende verfchillen van Plaat
de andere daar in , dat zy de Helm gefpoord txxrvi.
hebben. De eerfte heeft twee Hartvoroiige
Wortelbladen en drie o f vier aan da Stengel,
Huikswyze dezelve omvattende. De Aair is
met Lancetvormige Blikjes voorzien, bèfckut-
teude de Bloemen , welke ieder een gewelfd ,
eenbiadig Helmpje hebben , dat van agteren
twee Hoorntjes uitgeefc, langer dan het Vrugt-
beginzel, en op hetzelve leggende. De twee
zvdelingfe Blaadjes zyn breeder dan de flippen
van het driedeelig Lipje,welke byna egaal zyn:
gelyk dit zig in de vergroote Bloem van myn
Kaaps Exemplaar deezer Soort, in Fig. i , op
P l a a t LXXXVÏ afgebeeld , by a , vertoont.
(2) Stan-
Orchis Bulbi* undiviiïs, Corollis GaleA bicalcanti.
Syft. Nat, XU. Gen. 1009. f * W t Ö7S'
VI. Afr. 90. Orchis lntea, Caule geniculato. Buxb. Cf»». 111.
p. 6. T. BüRM. Ft. Cap. Prodr. p. io.