k
V.’ „ zou een$’Antwerps Koopman iéts zekers aan-
Afdeel. ^ gaati^e dit ftuk hebben kunnen befluiten.
Hoofd- „ Deeze geen klein getal zodanige Bollen, van
* zyfie Vriend , uit Konftantinopolen ontvan-
,, gen hebbende met Zyden Stoffen , meende
5, dat het Uijens waren en liet ’er eenigen van,
,, op de gewoone manier gekookt, met Olie en
„ Azyn zig tot een Avondmaal bereiden : de
overigen begroef hy in de Tuin , tusfchcn
, , Kool en ander Moeskruid , daar Z y , ver-
5, waarloosd, allen in ’t kort vergingen-; uitge-
, , nomen eenige weinigen , welken een Koopje
man van Mechelen , genaamd GeorgiusRye,
'■ fy die een groot Liefhebber van de Kruidkunde
was, naar zig nam; aan wiens vlyt en zorge
j, wy verfchuldigd zyn \ dat wy vervolgens
5, onze Oogen in een aangenaame verfcheiden*
heid van derzelver Bloemen hebben mogen
^verlustigen (*) V
in ( a ) Tulp met een overendflaande Bloem en
Eyrond-Lancetvormige Bladen.
Gewoone. Dee-
(*) Pannen, flift. p. 169.
Tulipa FloreeraSo, Folils ovato- Lanceolati*. GOOAN
Htnsp. 171. Tulipa Scapo triphyllo , Foliis ovato- Lancco-
Jatis. H. Ups. 82. Tulipa* H. Cliff. m . R. Lugib. 31. Ft. Stuc. 26a, Tnlipa (Gefm* fere totum) C. B. Pin. jr7-
T ourff. In ft. 173. T. 199, *®°- Tulipa Turcaram. Cord.
Hifi. 213. Dod. Pempt. 231. Lilio-Narcisfus feu Tulipan
vatioium colorum. LOB. Ie. I»S - 137. WBINM. Kr aids.
Tab. N. 982 - 997*
Deèze zyn de Gewoone Tulpen, wier benaa- %
Tnitrg9 inde Ëuropifche Taaien, gelyk de Fran-
fche Tulipe, van het Latyn Tulipa afkomftig Hoofd-
i s , dat G e s n e r u s , in den jaarè i j f fo , eerst stuk,
in* trein gébragt heeft. Men wil hetzelve 'afleiden
van den Turkfchen Tulband , hoewel de
Bloem daar weinig naar gelykc. Het Gemeen
noemtze "Fulpen , doch de Geleerden Lehem
Narcisfen zegt G l u s i ü s. By de Bloemiften
heeten zy hedendaags Tidpaanen. Welken naam
z y by de Ouden gevoerd hebben , is nog; te
raaden. Mooglyk zyn zy hun , als omtrent
den gemeldemyd, eerst, uit de Turkfche Landen
in ons Werelddeel ingevoerd zynde , niet
bekend geweest. Haar natuurlyke Groeiplaats
iftelt L i n n ^ üs in Kappadocie. R a o w o l f
■vondc ’er verfcheide by Aleppo i n ’t wilde ,
en met geelachtige fireepen op den Berg L ibanon.
Een voornaame onderfeheiding der Tulpen is
in Vroege en Laate , van welke beiden men
een verbaazende verfcheidenheid van Kleuren
heeft. In de eerften hadt C l u s ï u s dezelve
zo groot opgemerkt, als in geen andere Bloemen,
zegt h y , dan misfchien in de -Papavers.,
grooter was. Men weet , dat«y veel Iaager
en kleiner vallen dan de Laate .Tulpen, met
welken; zy anders in »Gewas veel overeenkomst
hebben. Zie hier;, hoe by dezelven ten opzigc
van de Kleuren onderfcheidde. De SI. DlRl. XII* STU*.