ö f E o l p l a n t e n . i8t
( i j } Lelie - Narcis die veelbloemig is , wzeï Afdeel'
XII.
Dub ia»
T wyfcl-
kanthacdrige Bladen.
Hoobd-
Deeze heeft de Bladen plat , Liniaal , eenSTUK*
Duim breed, twee Handbreedten lang en der- Ar^J’y!!u
halve van figuur als der Amaryllis en niet derg«nata.
H^manthus, maar aan den rand overal gehaaird, p^de,tUP"
de Haairtjes wit niet ros of Roestkleurig. Hierom
wykt zy ver af van de kanthaairige Has-
manthus ; doch geen van beiden heeft by ons
gebloeid, zegt de Ridder.
Tot geen der voorigen , noch ook tot ééne
der zes van de Kaap afkomftige Soorten, welken
de Heer B o r m a s k o s optelt, kan die30?"!*,.
Kaapfche Amaryllis t’huis gebragt worden,, L*MU*
waar van ik een Exemplaar ontvangen heb, *
hier nevens , in Fig. i , op Plaat L X X X f l ,
afgebeeld. Het naafte zou zy komen aan de
Japanfche; doch niet alleen verfchilt die, welke
ik daar van heb, in gedaante te veel, maar
ook zyn de Teeldeelen korter, weinig langer
dan de Bloemblaadjes, welke bovendien zodanig
niet omgekmld zyn. Ik zal ze derhalve ,
tot néder onderzoek , onder den naarn van
twyfelachtige voordellen; dewyl zy van de
Gegolfde , voorgemeld, ook niet zeer vee!
fchynt af te wyken. De Bloemblaadjes zyn,
zo
f ï i ) Amaryllis Spatha multifiori , Foliis cilïatis. Syfi.
Nat. Veg. XII, XUI. Anmyllis Ciliaris. Spie, Plant,
ËURM Prodr. p. 9.
M 3
II, Deel. XII. Stok,
‘ * S g i
i u
I K 1
mw