V -
A fdeel.
IV .
Hoofdstu
k .
is hier nooit geflooten , gelyk in de voorgaande,
maar de Bloem-Aair valt mede zowel wit
als paarfch.
Dit Mannetjes Harlekyn- Standelkruid groeit
zo wel by ons , als elders in Europa, op de
zelfde plaatfen , by het Wyfjes, voorgemeld.
Men houdc hetzelve voor het Satyrion der
Ouden, en fommigen willen de Wortels daar
van , ten einde als boven, gebruikt hebben.
Dat zy , met Kruim van Brood geftampt en
roet is paanfchen Wyn bevogügd, door ftooving
vermurwd , eindelyk door uitdrukking een rood
Vogt geeven , gelyk v a n He e r s heeft bevonden
( * ) , is zo zeer niet te verwonderen,
als dat hetzelve de Minnaary begunftigen zoude.
Zeker Vorst , immers , heeft een groote
veelheid van de gekonfyte Wortels, om zig tot
Voortteeling bekwaam temaaken, ingenomen,
zonder, vrugt (f) .
Hier uit blykt, niettemin, de onfcbadelykheid
deezer Bolletjes, en alzo z y , gedroogd zyn-
d e , door bevogtiging een lymige Stolfe uitleveren,
is ’t gantfch niet onwaarfchynlyk, dat
de zo berugte Saleb, die ons uit de Levant toe*
gebragt wordt, de Wortel van dit of eem'g
ander Standelkruid zy. De Turken en Perfi.
aanen , zegt men , maaken van dezelven veel
werks, als zynde van eene' ongemeen verkerken*
(*) JBresl. Samml. 1724»
(■ fj Hall. Hclv, inihoat. II« p. 145.
leende hoedanigheid, weinig minder dandeNm* ■
zi o f Ginzeog-Wortel. Zy komen échter van jV#
geheel verfchillende gedaante, fommigen lang* Hoofdi
werpig Eyrond , anderen aan ’t eene end ver-
deeld voori en deeze wórden gehouden voor
dé WoVtels van een Standelkruid, welks Bloemen
wel taamelyk naar die van deeze Soort ge-
lykeo, dóch het welke maar één o f twee Bladen
heeft. Zodanige Worteltjes zyh , aan Draadjes
gereegen, overgebragt \ maar anderen , gelyk
die men thans gemeenlyk los bekomt, hebben
eene meer Hartvormige figuur, hoedani-
gen de kundige S e b a van een andere Plant
afkomftig oordeelde (* ).
Dus is ’t nog onzeker ( f ) , welke Gew^s ei-
gentlykde Saleb voortbrenge , en te verwonderen
, dat men door de hedèndaagfe Reizigers
in de Oofterfche Landen niet nader daar van
verzekerd zy. By R a u w o l f vind i k ’er in
*t geheel geen melding van, noch ook by H a s -
s e LQö is t . F o r s k a o h l Ipreekt alleenlyk van
een Orchis , welke hy by Mharras in Arabie
vohdt, (die een Takkige SteDgel hadt en groene
(*) Zie zyne Thes. Vol. IT, alwaar, op Plaat LXXXIII.
de Afbeeldingen, zo van de Plant of Bloemfteng, als van de
Wortels, gegeven woiden.
( f ) In deSweedfcbe Verhand. 1764. P *51, vind ik w e l,
dat de Orchis mdscuta de Salep der Perten z y ; doch dit zal
mobglyk fteunen op de Mat. Mei. Lir.n. welke thans n i*
op dezelve, maar op de Orchis Morit aangehaald wordt.
Gg 4