V.
A fdeel.
II.
Hoofd*
STUK*
Ilï.
drie onderfte Blaadjes Kelkswyze geplaatst a
bevattende zo wel de twee grootere, als de
deelen der Vrugtmaaklng en de zonderlinge
Honigbakjes, voorgemeld. Zy zyn geel van
Kleur, ’t Gewas komt in eenige Europüche
Kruidhoven voor,en is door den Leidftn Hovenier
Commelina
jBengbalen•
fis.
Bengaalfe
M eerburg otdangs met Kleuren in PJaat
gebragt
(3) Commelina met ongelyke Bloemen * Ey-
ronde Jlompe Bladen en eene kruipende
Steng.
T o t deeze Bengaalfe is niet ten onregte door
den Heer N. L. B o rma n n us t huis gebragt
het Armdineüe - Kruid van R o m p h i u s , dat
Hemelsblaauwe Bloempjes heeft. Dit is een
klein Plantje, in groesjng naar Riet, in L oo f
naar het Muur gelykeDde, *t welk een zeer lekker
Moes uitlevert; inzonderheid, wanneer het
in Melk van Klappus- Nooten gekookt wordt,
doch tevens fterk afzettende en gevaarlyk voor
zwangere Vrouwen. Men noemt het ’er Sajor
Bulu ,dat is Rietmoes en dit werdt beter geacht
dan het Sajor Bajang o f Witte Maijer, voorgemeld
( f j . (4) Comafbeeld,
van zeldz Gevjasfen. Leid- l7?S.Tab. TV.
f3} Commelina Cor. insq. Fol. Ovatis obtufis, Cattle re*
pente. Ephetnerum Benghalenfe ftrpenS , Folio fubrotundo
brevi, Phalangoides. Pi-un, Alm. ijo T. 27« f. 3. Ephe*
metum Indcutn dipetalum. HERM. Par. 156. Atundi-
nella. Rumph. Atub. VI p **. T. 9. f. a.
( f ) Zie II. D. XI. STUK, bkda. H i.
■ n
O F B o l p l a n t e n . 107
f 4) Commelina met ongelyke Bloemen,
rond - Lancetvormige Bladen en een opge* j l#
rezte, eenisermaate ruige, zeer eenvoudige Hooed-
0 0 STUK.
Steng. IV
, . i c Commelina
Deeze Soort heeft Stengen van anderhalt or eteéfa.
twee Voeten hoogte , regtopftaande, by ieder°Pftaanic»
Knietje een dergelyk Blad hebbende als het .
voorgaande , die met Scheedjes de Steng omvatten
, doch fpitfer zyn aan ’ t end. Voorts
géeven zy dergelyke Steeltjes en Bloempjes
uit, die met de deelen der Vrugtmaaking door
D i l l e n i u s afgebeeld z yn, zo wel als de
ronde Zaadhuisjes. Het groeit in Virginie,
doch is volgens den Heer B u r m a n n u s , ook
van de Kaap gekomen.
B. Driebladige , dat is met drie grootere
Bloemblaadjes.
( 5 ) Commelina met byna gelyke Bloemen , v.
Lancetvormige eenigermaate gejleelde Bla-
den, die aan den Keel gebaard zyn en op-the.
geregte Stengen.
Deef
4) Commelina Cor. inaq. Fol. Ovato * Lanceolatis, Caule
erefto, fubhirfuto limplicisfimo. ft. Ups. is . Comm. Fol.
Ovato-Lanceolatis &c. H Cliffi 4vs. Gron. Virg, 11. R,
Lugdb. 38. Commelina ereda ampliore fubcoeruleo Florc.
Dill. Elth. 94. p- V ‘ T. 88.
(s) Commelina Cor, fubsq. Fol. {Lanceolatis fubpetiolatis
ore barbatis &c, Epheraeiiyn Phalangoides majtis Virginianura
etedum» Pluk. Alm- 133. T. 174. f- 4*
1 1
é é I
■ W H