AfpÉei. “M H Y 1 £ a N t h e s. Bies - Anjelier.
* UI* rt
Hoofd* Zesbladige Bloemen, die uit Kafjes voortko»
«Tuk. men , welke eenkleppig zyn en Sehubswys’ op,
elkander leggen; bevattende bet Vrngtbeginzel %
onderfcheidt dit Geflagt, ’t welk de zes' Meeldraadjes
in de Keel der Bloem ingeplant heeft.
Apbyiian- ^ en ’er ook maar ééne Soort (i_) van ,
thctMan- die ik Bies - Anjelier noem, om dat het eed,
^ toont- ftaay'Anjeliertje is, groeijende op een. Biesach“
^eUiers, tig Plantje, dat naauwlyks Bladen heeft. Hierom,
is het Aphyllmthos. genoemd , z e g tL o b e l ,
by die van JVlontpellier , aldaar bet veel groeit
op Zandige ruuwe plaatfen, by de Kermesboo-.
boomen , en Bragalon geheten wordt. De Rid,
der heeft het deswegen den bynaam van Mont~
pdliers gegeven ; hoewel het ook voorkomt in,
de middelde en Zuidelyke deelen van Brovence.
Bladen , evenwel, ontbreeken ’er niet geheel-
aan, maar dezelven zyn klein en byna verdroogd,
als de Stengeltjes uitfehieten , die een half.
Voet hoog zyn , naakt, enkeld, en aan den,
voet met Scheedjes, gelyk die der Biezen. Op,
den top zyn zy bezet met tweekleppige Kafjes ,
ieder twee Bloempjes , als gezegd is , bevatten?
de*
( j) Aphyllamhes. Syfi. Nat. XII. Gen, 40*. Veg, ZUL
.Gen. 408. p. z6$. II. Qiif. 493. Gouan Monsp. lisel
TOüRNf. Injl. s«7» T. 480. Aphyllanthes Monlpelienfum.
Lob. Ie. 4J4, J. B. Hifti ï l i . p. i t s . Caryoph. ccsraleusi
Monfpel. 9 . B. Pfa. ao^, MOja. IBJt, U. p, jó j, S. 5* t V
?V. f. iz* ' ’
de, kleiner dan die van Vlafch. Z y zyn niet Vi*
vier - maar zesbladig, en de Stengetjes worden
in de Tuinen wel een Voet en hooger. De H oof»*
Wortel kruipt voort, en het blyft over. ’tG e -STOï*
heele Plantje is bitter van Smaak en een weinig
heet.
A l l i u m . Look.
Een zesdeeKge uitgebreide Bloem , in zig
het Vrugtbeginzel bevattende , en tropswyze*
op ’t end der Stengel, voortkomende uit eene
Bloémfcheede ; maakt de byzondere Kenmerken
van dit Geflagt, waar in veele, meest Eu*
ropifehe en Oofterfche Soorten, begreepen
zyn. LiNNiEUS heeft dezelven in vier Rangen
onderfcheiden, naar dit het gebladerde o f
opgebladerde Stengels heeft, de Stengbladen
plat o f rond, de Kroontjes Bol o f Huisjesdraa-
gendö.
A De Stengbladen plat: het Kroontje Zaadhuisjes
draagende.
( i j Look met ten plptbladige Kroondraagen?, i.
j - Allium
atrAn>pelo-
prafum.
(•1) Allium Cauje planifplio UmbeJIifcro &c. AlluynStara. BreedbJ*-,1
Sterne ttifidis &c. Haljl. All. 5. Opusc. 34+. Porrum Ra-dlge*
dice laterali folidd &cr. R* Lugdb• 40. All. Sphsiico Capite 9
Folio latiore 8cc. C* B. Pin. 74. RUDB* P*
^mgeloprafum. Dqo. PempU 6$9*
M S ,
ll.BEEI*. SII* STUKf.