A fde*el ^an Bladen , veelbloemig i de neerge,
II. boogene Bloemblaadjes vlak, de opjlaandb
Hoofd- uitgerand.
STIflC,
Wegens den Vlier-Reuk is, deeze afgezonderd,
die buiten ’t gemelde naauwlyks van de
gewoone Duitfche Iris verfchilt. Zy groeit iq
de Zuidelyke deelen van Europa. De neerge-
boogene Bloemblaadjes zyn donkerer Violet,
de opftaande bleeker blaauw ; de Stempel-Blaad-
jes Zaagtandig fpits met een blaauwachtigen
Kiel,
(5) Iris met geb. Bloemen ; de Stengel hooger
dan de Bladen, veelbloemig, de neergeboo»
gene Bloemblaadjes omgeplooid, de opjiaan-
de uitgerand.
Naar de Duitfche gelykt ook deeze, maar
behalve het gemelde zyn de Bloemen donkerer
.Violet met geeiachtig w itte , in *t midden
blaauwachtige Aderen : de opftaande Bloemblaadjes,
gelyk ook de Stempels, vuil geel en
zeer uitgerand,
vi. (6) Iris met geb. Bloemen ; do Stengel naakt,
^Ongebja- va11 ^anë te a^s de Bladen en veelbloemig.
derde. _D
c
( s j Iris Cor. Barb. Caule Foi. altiore multifloro &c Iris
Folio lato rugofo, Pet. répandis ex pnrpureo fordido palHdo
& Iuteo variis &c. Boerh. Lugdk ït. p, x is .
{6) IriS Cor. Barb. Scapo nudo,longitudine Foliotum, muf-.
V.
Iris
'fqualens.
Vuilkleutige.
De ongebladerde Stengel onderfcheidt deeze, V.
die zo wel als de volgenden, in de cpenbaäreA ir>
Kruidhoven voorkomt. H oofdstu
k .
(1 \ Iris met geb. Bloemen ; de Stengel eeni■ vit. \ i s * ö . y Iris var té*
germaate gebladerd 3 veelbloemig, van langte gata.
als de Bladen, '%lionte'
r Iris met geb, Bloemen ; de Stengel korter vut, V ' " , . ,. . B'flora.
dan de Bladen en drubloemig. Tweedemigc.
Van deeze fraaije Bloemplanten , heeft de
eerfte haare Groeiplaats in Hongarie, de andere
op Rotfen in Portugal, zegt L innteus.
Hy befchryft de laatfte, als hebbende een ronde
Steng; de Bladen uitwaards Zeisfenachtig;het
Vrugtbeginzel langwerpig rond, met drieStree-
pen uitgegroefd; de Bloemen Violet, niet uitgerand
; de opftaande Bloemblaadjes wit gebaard ,
met Takkige witte Streepen. Tweemaal bloeit
7.y in ’t Jaar , waar van de naam, niet van \ getiflaro.
R. Lugdb, 17. Iris latifolia Caule aphyllo. C. B.
Pin. 3s.
(7) Iris Cor. Batb. Caule fubfoliofo, longitudine Folio-
rum, multifloro. R. Lugdb. 17. Ups. 16. H. Cliff. 19. Iris
latifol. Pannonica, Col. muftiplici. C. B. Pin. 31, Iris lutei
variegata. Lob. Ui ft. 34- Ehret. Pia. T. xo. f. 3. Jac<*.
Juftr. T. V
(8) Iris Cor. Barb. Caule Foliis breviore trifloro. H, Ups.
17. H. Cliff-. 19» R* Lu?db. 17, Iris latifolia biflora. Besl.
Eyst. Very,t. 114. Chamasiris major faturate purpurea biflora.
C. B. P ‘ n ' 3 3*
E 5 ll, Dïf i ., XII, Stuk,