V. v/’tachtig. Evenwel f'chynt de Heer Haller,
- iV.U cn L i n n a ü s , op zyn voetfpoor, dit ftuk
Hoofd thans, zo ’t mooglyk is , op een vasten voet
8Tuk* gebragt te hebben.
„ . ( j ) Niesblad met rondachtige Bolwortels. de Seiraptas T . , r , ; , ' s
Hngua: J^ip van t Honigbakje driedeelig gefpitst >
eatongd. g/ad, langer dan de Bloemblaadjes.
Gezegde H a l l e r brengt deeze, die wegens
de lange Tongachtige Lip van ’t Honig*
bakje den bynaam heeft, tot het Geflagt vaq
Orchis t*huis. Hy noemtze Standelkruid met
rondachtige Wortels, een famengelymdHelmpje
met een zeer lange Snuit en een drïekwabbi-
ge Lip , die Eyrond Lancetvormig is. Dus
befchryft hy dezelve.
„ De geftalte is als die der anderen, met
„ twee Wortel bollen, en een gebladerde Steng,
„ van een Voet langte, met zeer groote, paarfch-
, , achtige , geftreepte Stoppeltjes.’ De Aair
„ heeft weinig Bloemen, geheel van die der
„ Standeïkruiden verfchillende. De Helm,van
„ vooren lang gefnuit, beflaat uit driegeftreep-
« te
0 > Serapias Bulb. fubtomndis , Neftarii Labio trifido ,
acutninato, glabro, Petalis longiore. Gouan Monsp. 474.
Orchis Montana Ital, Flore fertugineo, Lingua oblonga.C.
B . Pin. 8+. Prodr, 29 fim Orch. Mont, Ital. Lingua ob-
longd altera. C, B. Pin. 84. Orchis macrophylla. Col.
Ecpbi-, II. p. 3ti. T. 322. orchis Rad. fubrot. Galed con-
gïutinata , longisfime Roftrata , Labello trilobato , Ovats-
Eanceolato. Hall. Htlv. incbotst, II, N, 1267, p, u j.
■ te buiten - Blaadjes , welke uit den Eyron-A(mE*ELi
Z den lang Lancetvormig zyn, hebbende, aan IV.
„ de binnenzyde , de twee binnen-Blaadjes4TUI™
aangelymd , die van de zelfde figuur zyn ,
„ gebaard , geftreept. Het zesde daalt ver
„ neder, als een Ploegyzer , Lancetvormig ,
met twee Eyronde ftompe Uitfteekzels aan
j, ’t begin, tot dus verre meer naar die der E«
,, pipaftes gelykende. Tusfchen die byna reg*
„ te üitfteekzels is een Valeitje ( * ) en zy
„ fchraagen wederzyds het pylaartje der Meel-
„ draadjes. Door het Blaadje zelf loopen om
„ laag Slangswyze verhevene Streepen, maar
„ aan ?t begin is het ruigachtig. Het Pylaar-
„ tje der Meeldraadjes geeft voorwaards een
„ zeer lange punt uit, gelyk in het Wespbloe-
„ mige Standelkruid; voor ’t overige heeft het
twee Kapjes en gepelde Meelknopjes. Des is
het een waare Orchis. Midden onder de
Z Meelknopjes puilt een Bolletje uit. Onder
„ het Pylaartje der Meeldraadjes is het laage
holle gedeelte met Smeer gevuld.”
Dit laatfte Kuiltje is aan alle de Kruiden van
deezen aart , die ook veel Honig uitlever™
gemeen. Van het andere heeft gedagte Kruidkenner
het onderfcheid der Epipaptes van de
Orchisfen ontleend; als aan welken de gezegde
Kapjes over de Meelknopjes ontbreeken en^de
( f ) Qax fubrcfts Valleculam intercipiunt.
L I 4
II. De$l. SU. Stuk,