- 3^8 Z e s m a n n i g e L e l i e .
V .... in Porti#,nl "Was de ‘Groeiplaats van dseze by»
Afpeel. Z0Ddere Soort, die ongemeen zeldzaam is. C lu-
Hoofd- stcb hadt een daar van by een Franfchen
stuk. Bloemkweeker y in ’t voorfte der voorgaande
Eeuw , voor Geld bekomen. Zy fchiet uit
den Wortel een Biesachtig Blad, van een Voet
langte, om laag Sleufachtig hol, en aldaar een
Bloemfteel befluitende van ongevaar een Handbreed
'langte, welke op den top drie witte
Bloemen draagt, naar de^Plant naamelyk groot
en zesbladig, met witte Meeldraadjes en een driehoekig
Vrugtbeginzel. De Bol was met grooter
dan een Hazelnoot, bruin , en gaf twee zodanige
Bladen ui t, ieder met een dergelyk
zydelings Bloemtrosje.' 1
cdptnfis. Behalve de Berfcfche Ster-Hyarinth betrdkt
Raapfc. jg j j eer B o r m a n n u s , onder de
Kaapfche Planten, eene daar hy den naam'van
Kaapfche Squille aan geeft (*), Dezelve was
by den vermaarden C om m e l y n afgebedd
en befchreeyen , als zig in de Amfterdamfche
Kruidtuin bevindende. Die heeft de Plant ,
wel is waar, gsnoemdJfrikaanfche Squilla met
een kleine groene Bloem en een zeer groooten Bolt
maar alzo hy meldt en vertoont, dat de Bloemen,
die aap een Stengel van drie Voeten een
lange Aair uitmaaken, niet zesbladig, maar
in
Nat. Ornithog. Spicatum umfoHum, Flore Niveo odorato.
Grisl Lufitan. Bulbus monophyllus Floie albo. J. B. tlift.
II. P- 611.
(* } Scilla Capenfis, Comm. Hort. /Imft. Jl, T. 94.
o f B o l p l a n t e n . 329
In zesfcn gedeeld zyn :zo kan die Plant naauw-
lyks tot dit Geflagt behooren- De Bol was drie- 1{L *
maal zö groot als die der gewoone Squille, zegtHooff*
C o m m e l y n . Aanmerkelyk is ’ t , dat zy een stok.
bloeijende Stengel zonder Bladen fchoot; ’t
welk haar, in de eerfte opflag zelfs, genoegzaam
van myne nieuwliDgs qntdekte Kaapfe Bolplant,
die ik tot het Geflagt van jUsphodelus betrokken
heb , onderfcheidt.
C y a n e l l a .
Een zesbladige Bloem, met de drie onderfle
fte Blaadjes neerhangende, en het laagrteMeeldraadje
langer, van de anderen afgeboogen,
onderfcheidt dit Geflagt.
De eeniglte Soort, daar van bekend, voert r.
den bynaam naar haar afkomst van de Kaap g g jS g
der Goede Hope. Eenige gelykheid naar de Kaapfe.
Koornbloemen , Cyani, fchynt aanleiding gegeven
te hebben ' töt' den Geflagtnaam. De
aangehaalde Afbeelding van P l ü k e n s t , on*
dertusfchen, voert by hem den tytel van Klein
Leliebloemig Phalangium met Goadgeele Bloemen.
L i n n æ v s oordeelt dezelve flegt te zyn, en
inderdaad, zy gelykt weinig naar een Plantje,
dat de Geftalte van de Squille heeft, zo de
Ridder aantekent, die ook aanmerkt, dat de
Bloemen onregelmaatig zyn. A s - ,
(I) Cyanella. Syfl. Nat. XII. Gen. 41«* XIII. Gen.
4*0. p. n i . vid. Plok. Phyt. p. 4ï4. f. *.
x 5
U. D u t» XII. STUK.