V. AFDEEL. II. H oofds
tu k .
ï. Gladiolus
Communis.
Gemeene,
van eene Smoelachtige figuur, welke eenbladig
is , en in zesfen gedeeld , gelyk in veelen van
’t voorgaande , en opftygende Meeldraadjes
heeft.
Het bevat de volgende, ook veelal Kaapfche ,
altemaal overblyvende Piantgewasfen.
(O Gladiolus met Degenvormige Bladen en
afflandige Bloemen.
In de Zuidelyke deelen van Europa , by-
zonderlyk in Languedok en Pfovence,.groeit
deeze alom. in de Koomlanden, aan de Wegen
en op de VeldeD. Men noemtze in ’t Franfch
Glayeul, naar den Latynfchen naam Gladiolusf
van Gladius, een Zwaard , Degen of Rapier ,
afkomftig , in ’t Engelfch Cornflag. Uit een
Bolachtigen Vleezigen Wortel, die als dubbeld
is , komt. een'regtopftaande Stengel van een
Voet tot een Elle en langer, bekleed met De«,
genvormige Bladen ,• lang, plat en fpits , en,
doorgaans aan de eene, fomtyds aan beidezyden
bezet met eene Aair van Bloemen op een aan-
merkelyken afftand van elkander, ’t Gewas ver-
fchilt in hoogte, ais ook in de Kleur der Bloemen
,
( i) Gladiolus Fol. EuGfortnibus Floribus diftsntibus. Syft.
Nat. XII. Gen. 57. Pjtjfc XIII. p. 76. Gladiolus Fol. Enfi-
formibus. H. Cliff. 20. Ups. 16. R. Lugib. 19- /3, Glad. Flor.
uno verfu diipofitis major et procerior. C. R. Pin. 41- y .
Glad. utrinque floridus. Ibid. Gladiolus Naibonenfis. LOB. Ig.
gs, gladiolus, Dod. Pempt. 20%.
men , die meest paarfchachtig doch ook wit
voorkomen of incarnaat, zo L ob e l meldt. a .
Het plant zig voort door zydelingfe Bolletjes, Hoofd*
die flymig zyn en niet onaangenaam van Smaak,
wordende zeer dienftig geacht om harde Gezwellen
te vermurwen en te doen verflaan.
De Bloemen beftaan , in deeze Soort, uit
eene gewelfde boven - Lip, Geutswyze geplooid,
en als den Stamper met de Meeldraadjes omvattende:
terwyl de onder-Lip, nederhangen-
de , zig in vyven uitfpreidt: dat dus als een
gaapende Bek o f Smoel van eenig Dier vertoont.
(2) Gladiolus met Degenvormige Bladen en op
elkander leggende Bloemen. . imbricacuu
Ia de mafte deelen van Rusland, zegt L i m- g
njeus, komt deeze voor, die kleine Bloempjes
heeft, eenzydig. op elkander leggende en dus
digc geaaird.
(2) Gladiolus met Degenvormige Bladen en de
zydelingfe Bloemblaadjes zeer breed. Gevieu-
Dee-
(*) Gladiolus Fol. Eniiformïbus, Floribus imbricatis. Syfi.
(3) Gladiolus Fol. EnGformibus, Petalis lateralibus latbfïmis.
Arn. Acad. VI. Afr. N. i. Sifyrinchium Vipeiamiu.
Pluk. Fbyt. T. « 4 . f. *♦
£1. DEiti.1 XII. STUK,